Google+ Autisme, wat nu..?: Relaties van en met personen met Autisme

zaterdag 10 september 2011

Relaties van en met personen met Autisme


Hoewel de meeste normaal begaafde mensen met autisme verlangen naar een intieme partnerrelatie, slagen er maar heel weinig mensen met autisme om dat verlangen ook te realiseren. In de follow-up studies is het aantal volwassenen met autisme dat gehuwd is of samen woont met een partner op één hand te tellen.

De problemen met sociale relaties worden steeds duidelijker met het opgroeien. Een aantal kinderen met autisme dat nog vriendjes had in de lagere school, verliest die tijdens de puberteit en adolescentie. Het contrast met leeftijdsgenoten wordt steeds groter. Kinderen met autisme groeien lichamelijk wel mee met met hun leeftijdsgenoten, maar niet emotioneel en sociaal. Terwijl ander tieners last hebben van hun hormonen en ijverig experimenteren met romances en seksuele relaties, zitten veel jongeren met autisme nog op het niveau van ‘vriendjes hebben’ van de lagere school.

Ook jongeren met autisme raken op zekere leeftijd wel geïnteresseerd in seksualiteit, maar meestal later dan andere jongeren. Ze missen echter de nodige sociale vaardigheden voor een seksuele relatie. De spanning tussen het seksueel verlangen en het onvermogen dat verlangen ook vorm te geven kan leiden tot heel wat problemen. Daarnaast worden tieners en jongvolwassenen vaak uitgelachen, uitgestoten of zelfs gepest omwille van hun vreemde manier van contact leggen. Omwille van hun sociale naïviteit bestaat tevens het risico dat ze seksueel mibruikt worden.

Op dit moment zijn er onvoldoende onderzoeksgegevens om een idee te vormen over het aantal dat uiteindelijk slaagt in een vaste, intieme relatie. Feit is wel dat dergelijke relaties ‘anders’ zullen zijn en dat van de partner, naast liefde, vooral veel geduld, verdraagzaamheid en begrip zullen vragen.

Een relatie met iemand met Aspergersyndroom kan je vergelijken met een relatie tussen twee mensen uit zeer verschillende culturen, zich elk niet bewust van de gewoonten en de verwachtingen van de ander. Ongewild trappen ze voortdurend op elkaars tenen. Twee bronnen van conflict zijn de fysieke en emotionele intimiteit enerzijds en de dominantie van de speciale interesses anderzijds.

Het teveel tijd stoppen in de eigen interesse, zodat de partner alleen komt te staan voor alle familiale en huishoudelijke taken, het maken van onverantwoorde uitgaven, het in discussie gaan over details en feiten, het zich terugtrekken bij conflicten en spanningen, het tekort aan invoelingsvermogen en aandacht voor de partner….dit zijn maar enkele van de vele mogelijke frustraties voor een partner van iemand met autisme. Het gebeurt dan ook vaak dat relaties stuk lopen.

Soms lukt het, als de partner het autisme een plaats weet te geven in de relatie, de verwachtingen aanpast, compensaties zoekt in andere sociale relaties en vooral de positieve kanten van het autisme weet te waarderen. Hoedanook is een normale partnerrelatie voor mensen met autisme verre van zelfsprekend. Toekomstige partners moeten door de ouders of de persoon met autisme zelf op de hoogte gebracht worden van het autisme. De keuze ligt vooral bij de partner, want mensen met autisme kunnen zich doorgaans niet voorstellen wat een intieme relatie inhoudt.

Door de vele frustraties met mislukte pogingen tot een intieme relatie kiest een aantal mensen met autisme ervoor om alleen te blijven.

WONEN

Alleen zijn is niet hetzelfde als eenzaam zijn. Dat laatse vinden begaafde mensen met autisme wel erg. Eenzaamheid vormt de grootste bedreiging voor het welzijn van begaafde personen met autisme. Het streven naar een eigen woning op appartement is daarom niet zonder risico’s. Zelfstandig wonen geeft de persoon met autisme maar tevredenheid als er een netwerk is van mensen die regelmatig eens binnen springen, met wie de persoon met autisme naar de bioscoop kan en die als eens een handje komt toesteken in het huishouden.

Voor heel wat mensen met autisme, zelfs begaafde mensen, is zelfstandig wonen niet haalbaar. Zij zijn aangewezen op min of meer beschermde woonvormen met begeleiding. Voor sommigen is het organiseren van de dagelijkse taken zelfs zo moeilijk dat ze dagelijkse begeleiding nodig hebben. Op het vlak van zelfstandig wonen zijn de twee grootste problemen voor volwassenen met autisme de zelfredzaamheid en de vrije tijd. Zelfs eenvoudige huishoudelijke taken en probleempjes kunnen ze vaak niet aan. De vrije tijd moet ook voor hen georganiseerd worden. Ze kunnen zich te pletter vervelen, maar veel groter is de kans dat ze zich opsluiten in hun specifieke interesse en dat die het hele leven gaat domineren. Ze zitten uren te surfen op Internet en vergeten te eten of de afwas te doen en de strijk stapelt zich torenhoog op.

Een gewaardeerde plaats

Is er wel een gewaardeerde plaats voor mensen met autisme en een normale begaafdheid in onze wereld? Jazeker, maar of ze die kunnen krijgen hangt niet zozeer af van hun handicap maar vooral van de manier waarop de samenleving met die handicap omgaat.

Mensen met autisme vragen in de eerste plaats dat we hen ontmoeten zoals ze zijn. We mogen ons niet laten bedriegen door hun brein, hun intelligentie. Verscholen achter hun soms verbluffende intelligentie zitten heel wat tekorten. Begaafde mensen met autisme komen niet ter wereld met de bagage om in die wereld te overleven. Hun anders zijn is niet op maat gemaakt voor deze wereld. Achter de compensaties en camouflages zit een uniek persoon die vraagt om hulp, bescherming en begeleiding. Die begeleiding is meer dan alleen werken aan hun autisme.
Hoe intensief we ook trainen en onderwijzen, mensen met autisme zullen nooit volledig geëquipeerd raken om zonder hulp en begeleiding mee te draaien met de rest.
Autisme is en blijft een ernstige handicap. Het is een misverstand te denken dat integratie van mensen met autisme vooral het gevolg is van intensieve en gepaste trainings- en onderwijsprogramma’s.
bron: Brein Bedriegt
auteur: Peter Vermeulen
uitgeverij: Vlaamse Dienst Autisme


Geen opmerkingen:

Zoeken in Bol.com