Google+ Autisme, wat nu..?: oktober 2011

maandag 31 oktober 2011

Auti-communicatie Geef me de 5

Het boek
Auti-communicatie Geef me de 5 is het langverwachte vervolg op het boek ‘Geef me de 5’.
De Auti-communicatie is een essentieel onderdeel van de methodiek Geef me de 5 en onmisbaar in een effectieve communicatie met mensen met autisme.

In de afgelopen tien jaar heeft de Auti-communicatie zich ontwikkeld tot een in de praktijk bewezen zeer effectief instrument. Het is geschikt en nuttig voor elke leeftijd en intelligentie, voor iedereen met autisme én voor iedereen die duidelijkheid nodig heeft.

Door het gebruik van de Auti-communicatie vindt er een juiste afstemming plaats, waardoor problemen worden voorkomen of opgelost. Goede afstemming vormt de basis voor alle verdere ontwikkelingen. In dit praktische boek is de uitleg van de Auti-communicatie voorzien van veel voorbeelden, waardoor het makkelijk leesbaar en toepasbaar is.

Auti-communicatie
De taal tussen de wereld mèt en zonder autisme. Waardoor overleven, leven wordt!

De schrijfster
Colette de Bruin heeft jarenlange ervaring in het werken met mensen met autisme en hun naasten, in gezinnen, het onderwijs, de psychiatrie en de verstandelijk gehandicaptenzorg. Vanuit haar eigen bedrijf ‘Geef me de 5’geeft zij o.a. cursussen in de Auti-communicatie en de methodiek Geef me de 5.
Dit boek is beslist een aanrader voor iedereen die werkt in het onderwijs, de zorg of psychiatrie, en beslist ook voor ouders en de ervaringsdeskundigen zelf.

Verschijningsdatum 8 maart 2012, maar nu al te reserveren via Bol.com

zaterdag 29 oktober 2011

Picto's en Pictogenda

Pictogrammen maken het leven voor kinderen met autisme overzichtelijk. Van te voren is duidelijk wat er komen gaat en wordt visueel d.m.v. een pictogram.

Er zijn verschillende manieren om met pictogrammen (picto's) te werken. Zo kun je een pictogrammenbord maken. B.v. met alle dagen van de week of maar met één dag er op, of zelfs dagdélen. Het ligt er maar net aan wat de behoefte is van het kind. Heeft het kind genoeg aan een plaatje voor het aankleden? Of is er behoefte aan om iedere stap in de vorm van een pictogram te visualiseren?

Wanneer uw kind (nog) niet kan lezen of schrijven is het verstandig om daar rekening mee te houden bij de indeling van het bord.

Een kind dat niet kan lezen of schrijven vindt het namelijk vaak ook niet vanzelfsprekend dat de goede volgorde van links naar rechts verloopt...

Een ander middel is de Pictogenda.

Pictogenda is een verzamelnaam voor een serie praktische alledaagse hulpmiddelen waarbij gebruik gemaakt wordt van (sticker)pictogrammen. Bedoeld voor mensen die moeite hebben met lezen en schrijven.
Pictogenda is een systeem voor mensen die moeite hebben met lezen, schrijven, tijdsbeleving enz. De tekst is vervangen door pictogrammen: de zondag is bijvoorbeeld een zonnetje,december een kerstboom en de tijden zijn vervangen door lege klokken waarop je zelf de wijzers kunt tekenen. Achterin de agenda zijn bovendien meer dan 240 stickerpictogrammen opgenomen die je zelf in je agenda kunt plakken. De pictogrammen zijn ingedeeld in 12 verschillende categorieen, zoals school, sporten en vrijetijdsbesteding. Ieder jaar komen er nieuwe pictogrammen bij.

Er zijn verschillende Pictogenda-producten te verkrijgen, zoals de agenda zelf, de Pictogenda Printer, de Pictogenda Kalender, het Pictogenda Verhuisboek en het Pictogenda Vakantieboek.

Voor wie is de Pictogenda?
De Pictogenda is geschikt voor iedereen die zich moeilijk verstaanbaar kan maken, moeite heeft met lezen en schrijven en/of gebeurtenissen in de tijd te overzien. De Pictogenda wordt dan ook al jaren met veel succes gebruikt door Mensen met een stoornis in het autistische spectrum; Mensen met een verstandelijke handicap of beperking: Mensen met spraak- en taalproblemen; Doven en slechthorenden; Kinderen in het speciaal onderwijs.

Pictogenda producten:

Verslag Autismecongres NVA op 7 en 8 oktober 2011

(Overgenomen van de website van de NVA)

Door: Henri Mandemaker

Op 7 en 8 oktober was ik net zoals de afgelopen jaren weer aanwezig bij het Autismecongres van de VA. Twee dagen met hetzelfde gevarieerde programma, waarbij autisme weer vol in beeld is. Een programma waar een ieder wel iets uit kan halen wat waardevol voor hem of haar is. In ieder geval heb ik zelf kennis opgedaan over rumineren, het verband tussen de processierups en autisme, de relevantie van de fabel ‘the blind men and the elefant’, het just right fenomeen en het dirigeren van de oceaan. Kortom genoeg inspiratie en handvatten om iets mee te gaan doen! Hierbij een verslag van het congres.

Deflatie van Autisme 
Het congres werd geopend met een video-presentatie van Rutger Jan van der Gaag. In zijn presentatie gaf hij aan dat autisme als handicap niet alleen onzichtbaar is voor leken, en regelmatig ook voor ouders en professionals, maar dat autisme ook het risico loopt om een imago-probleem te krijgen. Autisme dreigt een containerbegrip te worden waarbij niemand meer het goede beeld heeft. Beleidsmakers weten het onderscheid tussen Klassiek Autisme, Asperger en PDD-NOS nu niet goed te maken en denken vaak ten onrechte dat dit iets zegt over de ernst. Ook ik zelf krijg regelmatig van mensen uit mijn omgeving te horen: “Oh, PDD-NOS, dus dat is niet zo erg als autisme”. Dat met de nieuwe DSM-V dit onderscheid verdwijnt en er in plaats daarvan alleen het begrip autisme komt, waarbij per individu de ernst van de handicap wordt aangegeven is dus een goede zaak. Het dwingt tot een scherpere diagnose die meer op de individuele persoon gericht is en die het mogelijk maakt om de effectiviteit van interventies beter te meten. Ook het begrip PGB dreigt een negatieve klank te krijgen, terwijl juist mensen met autisme niet zonder PGB kunnen. Het doel van de PGB moet helder zijn. Belangrijk is dus om vast te stellen wat mensen echt nodig hebben en
ook te zorgen dat ze dat krijgen en dat wat niet nodig is, ook niet gegeven wordt.

Hocus Pocus….
Het leuke van dit congres zat er ook in dat er twee presentaties waren over concrete behandelingen van autisme: van de ervaringsdeskundigen Rikie Princen en Freena Eijfinger over de behandelmethode Viki’s View en van behandelaar Annelies Spek over Mindfulness. Bij Viki’s View probeert men de vijf zintuigen te stimuleren door in variërende tempo’s op de handen van de persoon onder behandeling te roffelen en tegelijkertijd werkopdrachten te geven. Beide dames gaven daarbij aan dat zij merkten dat bij resp. hun zoon en broer die autisme hebben blokkades lijken te zijn weggenomen. Zij zijn reeds na enkele behandelingen spontaner, lachen meer, gaan gemakkelijker gesprekken aan, als ze verhalen vertellen zijn ze
beter te volgen en ze zijn beter in staat om zich te verplaatsen in anderen. Hebben daarbij ineens het besef van het gevoel van anderen. Rikie Princen gaf aan dat haar zoon nu bovendien voor het eerst openstaat voor aanrakingen en omhelsingen. Volgens Perry de Wagt die met Viki’s View met de stand op de informatiemarkt stond is dit geen toeval. Als je er maar voor openstaat. De methode is ingegeven door hoe bij kinderen angst wordt ontwikkeld en de behandeling die daarvoor wordt toegepast. Het verhaal gaf me wel een gevoel van ‘hocus pocus pilates paf’ en de uitnodiging van Viki’s View om zelf dan maar eens
langs te komen om de behandeling te ondergaan neem ik graag aan.

Rumineren Rumineren Rumineren Rumineren….
Voor de presentatie van Annelies Spek werd aan haar het boek Auti-power uitgereikt door dagvoorzitter Jan van Bergen (voorzitter NVA), waarbij Annelies Spek één van de geïnterviewden is. Het boek gaat over succesvol leren en werken met autisme en het bevat 20 verhalen. Annelies Spek gaf aan blij te zijn met het boek: werkgevers kunnen zo zien wat de mogelijkheden zijn.

Mensen met autisme lopen groter risico op overbelasting doordat ze teveel prikkels krijgen en informatie niet kunnen filteren, het tempo vaak lager ligt dan de omgeving verwacht, ze weinig contact hebben met het eigen lichaam en de eigen grenzen niet aanvoelen. Gevolgen van overbelasting zijn rigiditeit - perfectionisme, irritatie - boosheid, angst - somberheid en rumineren. Dat laatste wil zeggen gedachten niet los kunnen laten. Mindfulness is gericht op het ontwikkelen van vaardigheden om stress te reduceren door middel van meditatie. Het idee is om rust te creëren in je hoofd en je situatie op dat moment te accepteren zoals die is.

De methode houdt in dat je leert om je aandacht heel bewust te richten op ademhaling, lichaamsdelen, geluiden en gedachten en kan variëren van 5 tot 40 minuten. Mindfullness helpt bij het inslapen, om makkelijker gedachten los te laten, beter grenzen aan te voelen en minder overgeleverd te voelen aan stress. Grappig hieraan is dat ik van mezelf kan herinneren dat ik voor tentamens ook altijd even mediteerde en mijn ademhaling bewust dieper maakte. Gevolg: rust in mijn hoofd en vaak als eerste weg met het hoogste cijfer van de klas.

Processierups
Diederik Weve werkt bij Shell en hij heeft een project opgezet om autisme binnen Shell zichtbaar te maken. Er vanuit gaande dat behalve hijzelf 1% van de werknemers van Shell autisme zou moeten hebben, vroeg hij zich af waarom die mensen dan niet zichtbaar zijn. Binnen de werkcultuur van Shell zou daar toch aandacht voor moeten zijn, omdat die uitgaat van de diversiteit en inclusiviteit van de werknemers. Dat over autisme als subdiversiteit niet negatief gedacht hoeft te worden gaf hij aan met een vergelijking met de processierups. Een eigenschap van de processierups is namelijk dat hij achter een andere processierups aanloopt en daardoor de massa volgt, waardoor ze nooit een nieuwe boom aandoen. Echter 1% van de processierupsen heeft een afwijking: die gaan gewoon hun eigen gang en leiden zo de groep naar verse blaadjes van andere bomen.

Fabel van The blind men and the Elefant 
Frits Boer had het in zijn presentatie met betrekking tot autisme en angst en dwang over de fabel van The blind men and the elefant. Zes blinde mannen betasten ieder een ander deel van de olifant en hebben de opdracht om aan te geven hoe een olifant eruit ziet. Omdat ze ieder slechts een deel van de olifant betasten, geven ze daardoor ieder een compleet ander beeld van de olifant als geheel. Bij het stellen van diagnoses is het ook belangrijk te beseffen vanuit welk oogpunt men de diagnose stelt en of dat wel het complete beeld geeft. Daarom altijd open naar de persoon in behandeling kijken om te zien welke diagnoses allemaal van toepassing zijn. Ook Bram Sizoo die sprak over autisme en dubbele diagnoses haalde het belang hiervan aan. Het gaat daarom ook voornamelijk over de vraag waarom iemand bepaald gedrag vertoond. Om Cruijff te citeren “je weet pas dat het er is, als je het ziet.” 

Just right fenomeen
Ook had Frits Boer het over het just right fenomeen. Dat gaat over het idee dat iets voor je gevoel moet kloppen. Dat zaken in harmonie zijn. Dit idee leidt ook tot ‘magisch denken’, zoals de rituelen die kinderen doen bij bijv. tikkertje of hinkelen. Bij volwassenen moet je dan denken aan ‘afkloppen’ en ‘dat mag je niet zeggen’. Uiteindelijk biedt deze structuur en helpt het om angst te voorkomen.

Dirigeren van de oceaan
Niet in het programma, maar wel aanwezig om haar boek ‘Het dirigeren van de oceaan’ te signeren was Maddy Hulshof. Het boek gaat over haar zoon met autisme. Omdat ik wel benieuwd was naar de betekenis van de titel heb ik het haar maar even gevraagd. Het blijkt dat haar zoon tot rust komt als hij bij water is. Als ze bij de zee zijn, dan beweegt hij zijn armen met de golven van de zee mee alsof hij de oceaan dirigeert en komt er ontspanning in zijn gezicht. Ook het tegenovergestelde is waar: zij zelf heeft soms het gevoel bij haar zoon alsof hij een oceaan is en waar ze geen controle over heeft. In haar boek heeft Maddy 4 hoofdstukken gemaakt naar aanleiding van 4 theorieën rondom autisme en daar bij ieder hoofdstuk 12 ervaringsverhalen geschreven die laten zien hoe de theorie in de praktijk werkt.

Niet ongevoelig
Henny Struik heeft een boek geschreven met als titel ‘niet ongevoelig’ over hoe autisme er bij vrouwen uitziet. Waarom wordt autisme zo slecht herkend bij vrouwen? Ze heeft 60 vrouwen geïnterviewd die de diagnose autisme in of na de pubertijd hebben gekregen. In het boek ligt de nadruk op het gewone leven. De dochter van Henny Struik heeft ook autisme en pas na haar diagnose kwam Henny Struik erachter dat zij zelf ook autisme heeft. Eerder was bij haar, ten onrechte, een manische depressie gediagnosticeerd. Toen ze aangaf aan haar behandelaars dat ze zich niet herkende in de diagnose, kreeg ze te horen: “Nee, natuurlijk
herken je jezelf niet in de diagnose, mensen met een manische depressie herkennen zich nooit in de diagnose.” Ondanks dat zowel zij als haar dochter autisme hebben, is een groot verschil wel dat haar dochter introvert is, maar zij zelf extrovert. Ook bij de vrouwen in haar boeken zitten grote verschillen. Echter dat is buitenkant. Stiekem is er vaak ook een introverte kant bij extroverte vrouwen. De overeenkomst is een gevoel van eenzaamheid. Vaak is er wel de behoefte om alleen te zijn, maar ook behoefte aan verbondenheid.

En verder…
Verder was er op het congres aandacht voor autisme en erfelijkheid (invloed erfelijkheid is 80%), zijn er vaak dubbele diagnoses met autisme en bijv. ADHD omdat dezelfde genen daarbij een rol spelen (je moet daarom altijd rekening houden met meerdere diagnoses) en ging de compilatiefilm als laatste deel van de filmserie ‘Autisme een leven lang’ in première (met commentaar van Rutger Jan van der Gaag).



Tot slot wil ik graag nog Henny Struik aanhalen. Henny Struik eindigde haar verhaal namelijk

met: “Er zijn meerdere wegen naar Rome. Probeer jouw weg te vinden’. En aansluitend nog

een citaat van Einstein voor degenen die niet naar het congres geweest zijn en zich afvragen

of ze iets gemist hebben: ‘Als je denkt dat het waar is, heb je gelijk. Als je denkt dat het niet

waar is, heb je gelijk’. Of met andere woorden: Als je iets waardevols voor jezelf uit het

congres had willen halen, dan kan dat. Als je dat niet wilt, kan dat ook!

Aanmelden NVA Themadag Autisme in Partnerrelaties d.d. 19 november 2011

(Overgenomen van de website van de NVA)


Op deze plek trof u gewoonlijk het digitale NVA-inschrijfformulier voor de themadag aan. De NVA heeft besloten om over te gaan op inschrijving via E-ticketing. Een E-ticket is het elektronisch alternatief voor het oude toegangsbewijs, met het grote voordeel dat u meteen uw ticket ontvangt en direct na aanmelding verzekerd bent van uw reservering. De algemene voorwaarden op het gebied van e-ticketing vindt u onderaan deze pagina.

Volg deze stappen om uw ticket te reserveren en te betalen:

• Onderstaand klikt u op de link die voor u van toepassing is.
• U komt terecht in het inschrijvingsmenu en u volgt de inschrijvingsprocedure.
• Aan het einde van de inschrijvingsprocedure betaalt u via Ideal uw toegangsbewijs.
• Na betaling drukt u op OK en kunt u uw E-ticket printen.

         Dit E-ticket, voorzien van een barcode is uw entreebewijs dat u geprint bij u moet hebben op de themadag zelf!

 • Ook ontvangt u direct na reservering een E-ticketbevestiging op uw mail (let op: dit is niet het entreebewijs). Hebt u per abuis uw E-ticket niet direct geprint, dan kunt u via de link in deze E-ticketbevestiging alsnog uw bewijs aan u laten mailen en printen.

Inschrijving voor de themadag als u of uw organisatie lid is van de NVA, klik danHIER (u hebt hiervoor uw lidmaatschapsnummer NVA nodig, zorg ervoor dat u deze bij de hand hebt):

Inschrijving indien u geen lid bent van de NVA, klik dan HIER

Mocht u nog geen lid van de NVA zijn, dan is dit misschien het moment om het lidmaatschap te overwegen. Het biedt u aanzienlijke korting op onze themadagen en het jaarlijks congres in oktober!

Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u terecht bij het secretariaat van de NVA via telefoonnummer 030 – 22 99 800.

Voor meer informatie over algemene voorwaarden met betrekking tot de aanmeldingsprocedure of de annuleringsregeling klik  Algemene voorwaarden

De themadag Autisme in Partnerrelaties vindt plaats in de ReeHorst,
Bennekomseweg 24, 6717 LM Ede. Het programma met daarin alle informatie over aanvangstijden, sprekers enzovoort treft u hiernaast aan.

Klik op het plaatje om het programma te downloaden

Ongewild lastig in de puberteit en adolescentie

Dit boek is een vervolg op de bestseller Ongewild lastig (7e druk), waarin nu de aandacht speciaal uitgaat naar jongeren in de puberteit en adolescentie. Ook in het voortgezet onderwijs is er toenemende aandacht voor kinderen met ontwikkelingsstoornissen mede door de invoering van de Leerlinggebonden Financiering.

Aan de orde komen onder andere autisme, ADHD, NLD, ODD en OCD, maar ook stoornissen als borderline en manisch-depressiviteit worden besproken. De problemen waar deze kinderen naarmate ze ouder worden tegenaan lopen zijn bijvoorbeeld: het intensieve sociale verkeer op school, aangaan en onderhouden van relaties, het organiseren en plannen op school en het werk, en het toekomstbeeld.

In Ongewild lastig in de puberteit en adolescentie worden deze onderwerpen helder en bondig besproken en dragen de schrijfsters veel tips en adviezen aan voor ouders, verzorgers en leerkrachten. Ook worden praktische hulpmiddelen geboden, zoals weekroosters en studieplanners, die hieronder gratis te downloaden zijn.



‘Gedegen informatie over ontwikkelingsstoornissen en voortreffelijke interviews.'
Prof. dr. R.J. van der Gaag


‘Handig boek om in korte tijd inzicht te geven in het verschil tussen onwil en onmacht.'
BalansBelang



vrijdag 28 oktober 2011

Ongewild lastig

Kinderen met (ontwikkelings)stoornissen worden vaak als 'lastig' ervaren. Er wordt in de omgeving van deze kinderen nogal eens gedacht dat hun gedrag te wijten is aan de opvoeding of dat het kind gewoon expres niet doet wat hem of haar gezegd wordt.

Ouders krijgen vaak kritiek en horen regelmatig: 'Geef hem maar een weekje aan mij mee, dan zul je eens zien dat hij het wel kan.'

In Ongewild lastig wordt inzicht gegeven in de problemen die kinderen van 6 - 12 jaar met onder andere Austisme Spectrumstoornissen, ADHD, OCD en het syndroom van Gilles de la Tourette ervaren.

Ook worden eenvoudige tips gegeven, waarmee je deze kinderen kunt helpen overleven in een wereld die voor hen vaak heel complex is. Uitgangspunt bij dit alles is de acceptatie van de handicap..!

Door je met acceptatie en respect te verdiepen in de wereld van deze kinderen verrijk je niet alleen hun, maar ook je eigen wereld!

Bestel dit boek van Bol.com

donderdag 27 oktober 2011

Leerlinggebonden Financiering (LGF of Rugzak)


Wat is de Rugzak?
De Rugzak is een andere naam voor de wet op de leerlinggebonden financiering (lgf-wet). Deze wet geeft ouders van een kind met een handicap het recht om die school voor hun kind te kiezen die zij het meest geschikt vinden. Dat kan een reguliere (gewone) school zijn of een school voor speciaal onderwijs. De Rugzakwetgeving is bedoeld voor kinderen in het basis- en voortgezet onderwijs.

Regulier onderwijs
Wanneer ouders kiezen voor een reguliere school en het kind extra voorzieningen nodig heeft, kunnen de ouders een leerlinggebonden budget aanvragen. Het kind neemt dit budget als het ware in een Rugzakje met zich mee. Uit de Rugzak kunnen zaken worden bekostigd als extra formatie, ambulante begeleiding etc.

Speciaal onderwijs
Ook ouders die kiezen voor speciaal onderwijs hebben profijt van de wetgeving. In de wet is bepaald dat de toelatingscriteria voor het speciaal onderwijs onafhankelijk en landelijk geldend moeten zijn. Dat betekent dat overal dezelfde criteria worden gehanteerd. Ouders kunnen vervolgens kiezen voor speciaal onderwijs of regulier onderwijs met een rugzak. De Commissies voor indicatiestelling (CvI's) bepalen welk kind voor welk type onderwijs in aanmerking komt. Verder hebben ouders meer inspraak in het onderwijs aan hun kind omdat zij samen met school een handelingsplan voor hun kind moeten opstellen. Dit geldt zowel in het speciaal onderwijs als in het regulier onderwijs met een rugzak.

De leerlinggebonden financiering wordt de Rugzak genoemd omdat het geld gekoppeld is aan het kind, waarbij de ouders zeggenschap hebben over de besteding van de middelen.

Voor meer informatie: http://www.oudersenrugzak.nl/

Het nummer van de Rugzak Informatielijn is: 030-297 06 89.
De informatielijn is geopend op maandag t/m vrijdag van 9.30 - 13.30 uur.

woensdag 26 oktober 2011

Financiële regelingen en voorzieningen bij Autisme

Mensen met autisme kunnen gebruik maken van een aantal financiële regelingen. De drie meest gebruikte regelingen zijn het Persoongebonden Budget, de WAJONG en de TOG. Hieronder volgt een toelichting op de procedure voor deze regelingen.

Persoonsgebonden budget (PGB)
Het Persoonsgebonden budget, PGB is een geldbedrag waarmee de aanvrager zelf hulp en begeleiding kan inkopen. Het PGB betreft zorg die is geregeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Bij kinderen met autisme gaat het vooral om activerende en/of ondersteunende begeleiding Met een PGB kan men zelf de hulpverleners en begeleiders kiezen. Een andere mogelijkheid is om een instantie in te huren die de zorg regelt. Om voor een PGB in aanmerking te komen, moet er een indicatie voor AWBZ-zorg zijn. Voor jongeren tot 18 jaar kan dit worden aangevraagd bij het Bureau Jeugdzorg. Wie ouder is, kan daarvoor terecht bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Meer informatie over het PGB vindt u op:www.pgb.nl

WAJONG
De afkorting WAJONG staat voor de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten. Deze wet is opgesteld om gehandicapte jongeren en studerenden van een minimumuitkering te voorzien. De Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten is bedoeld voor:
  • Jonggehandicapten die al arbeidsongeschikt zijn wanneer zij 17 jaar worden 
  • Studerenden zonder arbeidsverleden die al ouder dan 17 jaar zijn, maar die tijdens de studie arbeidsongeschikt worden.
Omdat autisme een ontwikkelingsstoornis is, die al voor het 17e levensjaar aanwezig is, komen mensen met autisme ook in aanmerking voor deze uitkering. Uitvoering van de WAJONG is in handen van UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen). Om een WAJONG uitkering bij het UWV aan te vragen, is een keuring door een arts van het UWV noodzakelijk. Meer informatie vindt u op: www.uwv.nl/wajong/

TOG
Veel ouders van kinderen met autisme krijgen een vergoeding vanuit de TOG regeling. Omdat autisme een blijvende handicap is, valt dit onder deze regeling. Echter, elk kind wordt individueel beoordeeld, om te bekijken of er ook echt recht is op een vergoeding uit TOG. Het is daarom mogelijk dat een kind met autisme toch niet aan de voorwaarden voldoet, en er geen vergoeding wordt verstrekt, bijvoorbeeld omdat:
  • Het kind jonger dan 3 jaar is of ouder dan 17
  • Het kind niet 4 nachten of meer thuis verblijft
  • Er een pleeggeldvergoeding of andere vergoeding die op TOG lijkt wordt verstrekt (NIET het PGB, dit staat er los van)
  • Medische gegevens te ´gunstig´ zijn. 
De SVB en Client First beoordelen/ of het kind vergeleken met leeftijdgenoten echt meer zorg nodig heeft. Dit kan per individueel kind verschillen, en kan ook in de loop der jaren veranderen. Alleen de diagnose autisme is niet voldoende. Wanneer u het niet eens bent met het oordeel van Client First / SVB kunt u bij het SVB kantoor in uw regio een klacht indienen. Zij hebben informatie over hoe een klacht kan worden ingediend. Meer informatie vindt u op: www.svb.nl


dinsdag 25 oktober 2011

Autist lijkt soms de ideale werknemer, maar baas moet wel rekening met hem houden - Archief - TROUW

Autist lijkt soms de ideale werknemer, maar baas moet wel rekening met hem houden - Archief - TROUW

Autisme in een Partnerrelatie

http://www.relatietip.nl

Een groot deel van de volwassenen met autisme heeft een partnerrelatie, veelal betreft dit mannen met- en een vrouw zonder autisme. Veel volwassenen met autisme hebben nog geen (volledige) diagnose. De NVA wordt in toenemende mate benaderd door vrouwen, vaak met een kind met de diagnose autisme, die autisme ook bij hun man herkennen of vermoeden. Voor hen en hun partner is deze brochure bedoeld. Door inzicht te krijgen in het autisme en het ook te accepteren, kunnen beide partners leren om er zo goed mogelijk mee om te gaan.

Autisme, wat is dat?
Autisme is een andere prikkel- en informatieverwerking in de hersenen die leidt tot een andere waarneming van de wereld. Volwassenen en kinderen met autisme hebben moeite om samenhang te zien in de informatie die hen bereikt via hun zintuigen. Zij ervaren de wereld om hen heen als een verzameling van losse details of puzzelstukjes met informatie, die keer op keer verwerkt moeten worden tot een betekenisvol geheel.

Het is een handicap om te leven in een wereld die je niet begrijpt en die jou niet goed begrijpt, in een complexe maatschappij die veel vraagt op het vlak van communicatie, flexibiliteit en organisatietalent. Autisme is een levenslange handicap. De problematiek rond autisme is groot doordat het autisme onvoldoende wordt onderkend. Veel volwassenen met autisme hebben geen (volledige) diagnose.

Autisme uit zich in eerste instantie het opvallendst in het gedrag: de communicatie en de sociale omgang verlopen moeizaam. Mensen met autisme reageren anders op emotionele prikkels. Zij vinden het lastig om aan te voelen wat passend gedrag is in een bepaalde context. Zij missen het intuïtieve vermogen zich te verplaatsen in de gedachtewereld en de bedoelingen van anderen.

Autisme uit zich op talloze verschillende manieren
Veel mensen met autisme krijgen vanaf de kinderleeftijd heel wat labels mee: apart, buitenbeentje, onbeleefd, gedragsgestoord, excentriek. Weer anderen vallen helemaal niet op. Maar allemaal voelen ze zich anders, vaak is er een besef van voortdurend tekort schieten. Het gevoel 'anders' te zijn en 'niet begrepen' te worden kan leiden tot depressieve gevoelens, maar soms ook tot het idee 'beter' te zijn dan anderen. Een diagnose autisme kan dan een bevrijding zijn.

Geen twee mensen met autisme zijn gelijk. Bij volwassen worden hebben veel mensen met autisme met een normale of hoge intelligentie geleerd de stoornis te compenseren of te camoufleren. Veel zaken zijn in de loop der jaren aangeleerd en verworven, waardoor de persoon zich kan handhaven. Stressvolle situaties worden meer en meer gemeden. Het autisme blijft echter wel bestaan en is het meest zichtbaar in de privé situatie.

Een relatie met een partner die autisme heeft.
"Eigenlijk is een huwelijk met een auti, zoals ik mezelf noem, heel eenvoudig: je partner hoeft zich maar aan een paar regels te houden en alles loopt op rolletjes: geen onverwachte dingen doen, hem gewoon zijn gang laten gaan, geen romantiek en sociale activiteiten verwachten, zorgen dat zijn natje en droogje goed geregeld is en je hebt geen kind aan hem. Helaas bleek mijn vrouw er een iets ander verwachtingspatroon op na te houden."

De partner kan al vanaf het moment dat de relatie start het gevoel hebben van moeten inleveren. Zij levert de ondersteuning die de man met autisme nodig heeft om overeind te blijven. Zij mist de saamhorigheid en voelt zich eenzaam. Juist in het dagelijkse samenleven wordt het delen van vreugde en verdriet zo gemist. Zij kan op de duur een depressie of burn-out nabij zijn.

"Je uit je vreugde of enthousiasme op den duur niet meer, als je toch niet meer reactie krijgt dan "oh" of "wel aardig".

Struikelblokken bij volwassenen en problemen in een relatie met iemand die autistisch is.
Mensen met autisme hebben een enorme behoefte aan structuur: routine, regels en voorspelbaarheid geven houvast en veiligheid. Hiervan afwijken veroorzaakt paniek en stress. Mensen met autisme zijn dan ook weinig soepel in hun denken en handelen. Een partnerrelatie, zeker met kinderen, kenmerkt zich door een veelheid aan sociale prikkels en onvoorspelbaarheid. Als men niet aan autisme denkt of hiermee niet bekend is en er dus geen rekening mee houdt, kan dit leiden tot verergering van de autistische symptomen en tot gedragsproblemen zoals plotselinge woede-uitbarstingen, teruggetrokkenheid, depressieve gevoelens.

Struikelblokken in de partnerrelatie zoals problemen in de communicatie, elkaars gedrag niet begrijpen, seksuele problemen, kunnen een relatie hebben met het autisme maar worden daar dan niet mee in verband gebracht. 

Ook klagen of verbazen vrouwen zich over hun partner die:
  • Helemaal opgaat in eigen interesses en hobby's;
  • Niet tactvol is, niet weet wanneer iets beter wel of niet gezegd kan worden;
  • Geen spontaan gedrag vertoont;
  • Bepaalt met wie en wanneer er contact is zonder rekening te houden met de ander, of die juist altijd de partner de sociale contacten en activiteiten laat regelen en in het beste geval dan zelf alleen maar 'meehobbelt';
  • Sociaal en probleemoplossend denken mist, met name bij de dagelijkse huis tuin en keukensituaties.
"Ik draaide het gezin, hij droeg geen verantwoording, vroeg bevestiging van zijn daden, deed wat hem opgedragen werd, liep weg voor problemen en kwam terug als ik ze had opgelost. Hij was mijn oudste kind. In al die jaren dat we getrouwd zijn, is hij geen moment mijn 'maatje' geweest."

Vaak voorkomende gevolgen voor de partner:
  • Zelfvertrouwen en een reële kijk op zaken brokkelen langzaam af;
  • Gevoelens van eenzaamheid, verdriet en machteloosheid door het gemis aan saamhorigheid en wederkerigheid;
  • Je vaak alleen voelen staan bij de opvoeding van de kinderen;
  • De omgeving heeft geen of nauwelijks begrip voor je problematiek ("het is zo'n aardige man");

"Mijn man kon onze relatieproblemen op een zo logische wijze aan anderen uitleggen dat het leek dat alles door mij werd veroorzaakt. Dit leidde bij mij tot nog grotere stress."

Partners noemen ook positieve en leuke kanten:
  • "Ik ben heel speciaal voor hem";
  • "Hij is zo anders dan de macho's op mijn werk";
  • "Hij is aantrekkelijk op een bijzondere manier";
  • "Hij heeft een aparte humor die ik leuk vind";
  • "Hij biedt mij zekerheid";
  • "Hij is net een wandelende encyclopedie, ik geniet van al zijn kennis";
  • "Hij is heel zachtaardig en zorgzaam".

Diagnostiek bij volwassenen met autisme.
Wanneer in een gezin bij een kind de diagnose autisme wordt gesteld, kan het voorkomen dat de specifieke kenmerken van autisme door een ouder worden herkend bij zichzelf of bij de partner. Veel diagnostici weten nog niet precies hoe volwassenen met autisme functioneren op (neuro)psychologische testen. De kennis hierover neemt gelukkig sterk toe. Het komt nog steeds voor dat psychiaters en psychologen het autisme bij volwassenen niet herkennen of mensen behandelen vanwege depressie of angststoornissen en in hun diagnose het achterliggende autisme 'missen'.

Na de diagnose.
"Nu ik de diagnose autisme heb, is het alsof een loden last van me is afgevallen, omdat dingen nu herkenbaar en benoembaar zijn geworden. Nu kan ik er veel ontspanner mee omgaan en hoef ik niet meer zo krampachtig te proberen om normaal te zijn. Ook onze beide zoons blijken met autisme behept te zijn. Het is een geluk voor ze dat ze het nu al weten en niet pas veel later, wat hun waarschijnlijk een hoop ellende zal besparen."

Het herkennen en erkennen van autisme binnen een relatie kan het besef geven waarom de relatie zich zo onevenwichtig ontwikkelde, de puzzelstukjes vallen op hun plaats. Het kan leiden tot wederzijds begrip en beide partners meer ruimte voor ontplooiing geven.

"We waren volkomen vastgeroest in foutieve denkpatronen. Dankzij hulp van een gezinspsychologe kregen we meer begrip voor elkaar. Het lukte de foute patronen te doorbreken en te vervangen door andere betere patronen. Mijn man is gegroeid in het proces van zelfreflectie en onze relatie is evenwichtiger geworden. Onze relatie zal nooit optimaal worden, maar is weer leefbaar geworden."

Werken aan de relatie.
"Zie je het autisme als een zware belasting of als een originele uitdaging?"


Belangrijk is dat beide partners het autisme erkennen en accepteren, leren kennen door erover te lezen, het uit te laten leggen door (ervarings) deskundigen, te praten met lotgenoten, en desgewenst door het volgen van een cursus. Op die manier kan worden geaccepteerd dat het autisme blijvend is en dat verwachtingen aangepast moeten worden. De partner met autisme moet leren om te vragen naar de emoties en behoeften van de partner. Voor de partner zonder autisme vergt het veel inzet en creativiteit om te kunnen denken vanuit de autistische beleving en behoeften. Er is geen gebruiksaanwijzing voor, het is een ontdekkingstocht, die voor iedereen anders is.

Lotgenoten contact voor partners, volwassenen en kinderen met Autisme.
De Nederlandse Vereniging voor Autisme stimuleert dat regionaal telefonische spreekuren en gespreksgroepen over partner-problematiek als gevolg van (een vermoeden van) autisme worden georganiseerd door zogeheten NVA Partnercontactpersonen (PCP'ers). Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met de regionale partnercontactpersonen. Deze staan vermeld op de website van de NVA, onder 'Autisme' en dan onder 'Relaties en familie'.

Aanbevolen literatuur:

zondag 23 oktober 2011

Vernieuwingen bij de Lego Formule


Er is de laatste tijd veel vernieuwd bij de Lego Formule. Niet alleen is het pand met het magazijn en de winkel in Zwaag verbouwd, ook is de website compleet vernieuwd. Via www.gebruiktlego.nl kunt u de leukste en mooiste legomodellen bestellen. En dat tegen een aantrekkelijke prijs.

Bij de Lego Formule hebben mensen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) een leer/werkplek. Met behulp van de begeleiding werken ze in een veilige omgeving aan hun arbeidsvaardigheden. Er wordt van alles gedaan: sorteren, modellen bouwen, verzendingen verzorgen
en verkopen via de webshop of in de winkel.

Onderdeel van RIBW ZWWF
De RIBW ZWWF (Regionale Instelling voor Beschermd Wonen in Zaanstreek, Waterland en West-Friesland) biedt mensen met een psychiatrische achtergrond of psychosociale problemen begeleiding op het gebied van wonen, werken en leren. Dat doet zij op een praktische manier. Bijvoorbeeld door te helpen bij het beheer van financiën, het huishouden, dagbesteding of werk en sociale contacten. Uitgangspunt is dat cliënten hun leven kunnen leiden op een manier die bij ze past en waarbij ze zich prettig voelen. RIBW de Formule (waar de Lego Formule bij hoort) is onderdeel van RIBW ZWWF en biedt begeleiding bij werken, leren en dagbesteding voor mensen uit de doelgroep.

Leer/werkplek en dagbesteding
Heeft u interesse om bij de Lego Formule uw dag te besteden? Informeer naar de mogelijkheden via de website of bel met de winkel: 0229-295535. Een bezoekje mag altijd.

Nieuwe website
Op de website kunt u zich ook inschrijven als klant of al lezer van de nieuwsbrief. U steunt hiermee dit prachtige initiatief. Neem vooral eens een kijkje op www.gebruiktlego.nl of kom de winkel bezoeken. Voor uzelf of voor een origineel cadeau.

Adres winkel: 
Corantijn 45
1689 AP  Zwaag.

RIBW Zaanstreek Waterland West-Friesland - Purmerend - m.vankooten@ribwzwwf.nl - 0299-412670

zaterdag 22 oktober 2011

Afwijkend en toch zo gewoon

Waarom dit boek?
Ik wilde mijn verhaal delen met de wereld..!

Volgens de reguliere zorg is autisme een ‘ernstige psychiatrische stoornis’ die doordringt in alle gebieden van de ontwikkeling van het kind en die het hele leven bepaalt.

De begeleiding is vaak gericht op de gedragsproblemen en de symptomen van iemand met autisme. De omgeving krijgt voorlichting over wat autisme inhoudt. Deskundigen spreken met veel pessimisme over de toekomst van het kind.

De persoonlijkheid van iemand met autisme verdrinkt in alle uitspraken en dossiers. Als iedereen: je ouders, leerkrachten en de deskundigen je zien en benaderen als een patiënt, ga je jezelf daarmee identificeren. Je kunt nauwelijks meer uit die rol stappen. Heb je ergens andere ideeën over, praten de volwassenen dat uit je hoofd; jij hebt immers geen inzicht in je beperkingen. Ze bepalen voor je wat gaat lukken en wat niet, nog voor je een kans hebt gehad. Je hebt geen recht van spreken meer.

In mijn boek lees je hoe ik veranderde van een eigenaardig maar kerngezond kind, in een psychisch wrak. Het was niet het autisme zelf wat de kwaliteit van mijn leven bepaalde. Hoe de omgeving ermee om gaat is zeker net zo doorslaggevend voor de ontwikkeling en hoe iemand wordt, als de aanleg.

Met zes jaar, toen de diagnose viel, was ik heel wat gezonder en ook ‘gewoner’ dan waar ik tien jaar later toe gevormd of eigenlijk misvormd was.

Hoewel ik als jong kind veel op mezelf was, speelde ik ook met andere kinderen en kon daar helemaal in op gaan. Zo maakte ik met mijn nichtje vaak een reis naar andere planeten, op een tijdsmachine (Een levensgrote roze knuffel.)

Als iedereen suggereert dat je slecht contact kunt maken met mensen, dat het eenrichtingsverkeer is, ga je je daar ook naar gedragen. Als kind is je zelfbeeld nog gebaseerd op wat je omgeving over je zegt en hun houding. Ieder kind heeft liefde nodig, een luisterend oor en waardering om wie hij is.

Deskundigen adviseren vaak om niet mee te gaan in de fixaties en belevingswereld van het kind, omdat je anders ongewenst gedrag zou belonen, in stand zou houden.Het kind komt er zo alleen voor te staan.
Terwijl het juist de band versterkt met het kind, door mee te gaan in zijn wereldje. Waarom mag het zijn interesses niet delen?

De zorg drijft zo een wig tussen iemand met een diagnose en de omgeving. De aanpak is gericht op het ontkrachten van de sterke kanten van het kind. De eigenheid wordt gladgestreken, naar de hand gezet, verbleekt. Denken in problemen in plaats van mogelijkheden...

Mijn vader, met wie ik altijd een sterke band had, ging steeds meer twijfelen aan zichzelf. Hij accepteerde me vroeger zoals ik was, we konden uren diepzinnig praten, hij kon zich in mij verplaatsen. Door wat zijn vriendin en de school zeiden, ging hij geloven dat dit juist niet goed was. Volgens hen moest hij mijn fascinaties afkappen, ontmoedigen ‘Zeggen wanneer het wel en wanneer het niet kan’. Hij werd steeds afwijzender naar mij toe.

Hoe ik toch de motivatie vond een zinvol leven op te bouwen? Er kwam een begeleidster in mijn leven die uitging van mijn mogelijkheden, in plaats van beperkingen.

Zij ging met mij erop uit, leerde mij stap voor stap reizen met het openbaar vervoer. Ondanks mijn nog troosteloze, stormachtige leven op school, kwam ik weer tot leven. Ik kreeg weer een wat positiever zelfbeeld. En binnen vier maanden, kon ik de taxi achter me laten. Dat lijkt misschien niet snel, maar jarenlang gebeurde hier helemaal niets, dus ik was trots op mijn prestatie.

De school had geen tijd en mogelijkheden om echt iets met me te ondernemen, te werken aan meer zelfstandigheid en schetste een heel pessimistisch toekomstbeeld, onder andere 24-uurszorg, terwijl mijn slechte functioneren voor een deel voortkwam uit een onleefbare situatie.

Met mijn verhaal hoop ik op een positievere en open blik naar kinderen met een label. Voor mij is autisme geen handicap, maar gewoon een alternatieve manier van informatieverwerking...

vrijdag 21 oktober 2011

De fantasieën van Tinus Smits (van de zgn. CEASE "therapie"...)

Tinus Smits
De arts Tinus Smits beweert dat hij autisme kan "genezen" met zijn zgn. CEASE therapie wat staat voor "Complete Elimination of Autistic Spectrum Expression".

Betreft het hier nu een wondermiddel of kwakzalverij..? Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: het laatste..!

Er is geen enkel bewijs voor de betrouwbaarheid, effectiviteit en wetenschappelijk onderbouwing van deze “therapie”, anders dan een paar “voorbeeldcasussen” (van Smits zelf) en “testimonials” a la Tell-Sell...

Hoe zit dat nu precies..?

 
Beweringen
In diverse publicaties en op de website http://www.cease-therapie.nl/  beweert Tinus Smits ten onrechte dat autisme in 80 - 90 % van de gevallen wordt veroorzaakt door inentingen (b.v. BMR), toxische stoffen, medicijnen. Dit is volkomen in strijd met alles wat de wetenschap over autisme weet.

Verder zegt Smits dat autisme te genezen is met "een zeer effectieve therapie" (CEASE), die autisme in vrijwel alle gevallen zou kunnen genezen of sterk verbeteren. Bij autisme zou de schade eigenlijk altijd omkeerbaar zijn. Ook deze uitspraak strookt niet met wat hier in de wetenschap over bekend is.

Geen autisme door inenting
Inentingen veroorzaken geen autisme!  Er zijn ondertussen een aantal degelijke onderzoeken op dit terrein gepubliceerd en er is geen enkel verband gevonden tussen de BMR-prik of andere inentingen van het kind en autisme. Het Infectieziektenbulletin maakt duidelijk dat er geen verband is tussen inenting tegen BMR en autisme en dat de publicatie uit 1998 in 2004 is teruggetrokken. Het oorspronkelijke onderzoek is kort geleden herhaald en ook daar bleek dat er geen sprake was van een relatie tussen deze inenting en autisme.

Overigens is een van de weinige bekende oorzaken van autisme rode hond van de moeder tijdens de zwangerschap (zie Chess S., Autism in children with congenital rubella. J. Autism Child Schizophr (Jan.-Mar. 1971); 1(1): 33-47; kan worden gedownload van hier). Dus de BMR-prik voor de (toekomstige) moeder vóórkomt juist autisme!

De natuurarts Smits volgt alleen zijn persoonlijke overtuiging, en negeert het advies van Hippocrates: 'Er zijn twee zaken: wetenschap en persoonlijke overtuiging. Het eerste voert naar kennis en het tweede naar onwetendheid.'

Niet autistisch
Wie kritisch naar de materie kijk, begrijpt dat de kinderen die Smits behandelt hoogstwaarschijnllijk niet autistisch zijn. De diagnose van autisme is moeilijk te stellen en vereist de nodige vakkennis, die de basisarts Smits niet lijkt te hebben: autisten met een normale intelligentie hebben bijvoorbeeld – in tegenstelling tot wat hij veronderstelt – geen spraakproblemen. Maar ze kunnen hun spraak niet gebruiken om gevoelens te uiten. Voor zover we weten is de basis van autisme een fout in de 'bedrading' van de hersenen, die meestal of altijd door een genetische afwijking is veroorzaakt.

Kinderen die niet autistisch zijn, kunnen natuurlijk heel makkelijk van autisme genezen worden. Eén suikerklontje met een drupje water, dat is het hele geheim. Dat is de methode-Smits. In zijn medicatie zit nog wat oneindig verdund vaccin, wat volgens hem de gevolgen van de inenting 'ontstoort'. Als een gebruikelijke homeopathische 'potentiëring' zoals C30 (een verdunning vergelijkbaar met één waterstofatoom op 300 miljoen maal de massa van aarde) wordt gebruikt, zit er in werkelijkheid in het geheel geen vaccin in.

Erg recht in de homeopathische leer is Smits overigens niet, want voor echte homeopathie dient men iets te geven dat een gelijkende (niet: gelijke) ziekte bij gezonden teweegbrengt. Wat Smits doet, heet isopathie. Hijzelf noemt het isotherapie. Maar voor Hahnemann, de bedenker van de homeopathie, was isopathie een vloek (zie Organon § 56). Een van de kenmerken van homeopaten is echter dat zij de oorspronkelijke leer van Hahnemann tot in het onherkenbare verminken, en Smits vormt hierop geen uitzondering. Bovendien blijkt bij toepassing van de methode Smits dat er later toch nog meer suikerklontjes met druppeltjes water of alcohol te moeten volgen voor andere oorzaken. Er moet nog meer 'ontstoord' worden, zelfs de gevolgen van ziekten die de moeder nog vóór haar zwangerschap heeft gehad. Ziekten van de vader van vóór de verwekking worden, vreemd genoeg, niet opgenoemd, terwijl autisme van de vader een bekend risico is...

Onzin over vitamine C Verder worden er ook nog hooggedoseerde voedingsstoffen voorgeschreven. Dat is zo sterk in tegenstelling tot de leer van de homeopathie als maar mogelijk is. Een van de stoffen die Smits voorschrijft, is ascorbylpalmitaat (E304), een vetoplosbare vorm van vitamine C (E300), die vaak gebruikt wordt als conserveringsmiddel. Een conserveringsmiddel! Volgens de voedselvoorschriften van Smits moet men die juist vermijden! Ascorbylpalmitaat valt bovendien bij de spijsvertering uiteen tot ascorbinezuur (de gewone vitamine C) en palmitinezuur. Dat zegt het Linus Pauling Institute, dat toch wel iets weet van vitamine C. Volgens Smits kan men met ascorbylpalmitaat meer vitamine C naar de hersenen brengen, omdat hij kennelijk denkt dat E304 in het bloed terechtkomt, maar dat is echt onzin. In elk geval krijgt men door het innemen van een gelijk gewicht aan ascorbinezuur meer vitamine C binnen. De hersenen zijn heel goed in staat zich van voldoende vitamine C te voorzien. Het lichaam regelt bovendien de hoeveelheid vitamine C in het bloed; wat teveel is, wordt meteen uitgeplast.

De ouders zijn de schuld!
De behandeling van Smits bestaat kennelijk uit een allegaartje van probeersels. Als het ene niet helpt, dan doet hij er nog iets anders bij. Dat lijkt veel op het experimenteren met kinderen. De IGZ is van oordeel 'dat de heer Smits langs de grens van het toelaatbare gaat maar deze niet overschrijdt in de zin dat dit tuchtwaardig is.' Overigens is Smits al eens door de tuchtrechter op de vingers getikt.

Ook is het duidelijk dat de behandeling van niet alle kinderen succes heeft gehad. Volgens Smits ligt dat aan de ouders. Zij zijn de schuld! Zij hebben niet alle mogelijke oorzaken gemeld. Dan kan hij uiteraard niet 'ontstoren'. Maar Smits heeft er niet gericht naar gevraagd, en hoe zouden die ouders nu in staat zijn alle fantastische oorzaken te raden die Smits in gedachten heeft? Bij sommige kinderen haken de ouders af wegens de 'tijdelijke' verergering van de klachten. (Een bekende smoes van alternatieve genezers: als je je beroerder voelt, gaat het juist goed met je! Voel je je beter, dan is de behandeling helemaal prima.) Ook dan is het de schuld van de ouders als het kind niet geneest.

Zouden autisten die nooit ingeënt zijn, wel eens door Smits zijn behandeld? Hij noemt alleen maar kinderen en jongvolwassenen, en daarmee mensen die waarschijnlijk ingeënt zijn. Onder mensen die ouder zijn dan jongvolwassen komt autisme net zo goed voor. Behandelt hij ook autistische patiënten uit onze Nederlandse bijbelgordel? Die zijn niet ingeënt tegen wat dan ook en toch zijn er daar ook autisten. Als je beweert autisme te kunnen genezen, dan moet je ook deze mensen als patiënt aanvaarden.

Een effectieve therapie voor autisme zou wereldnieuws zijn en zou in alle medische tijdschriften op de voorpagina staan. Ook reguliere kranten, dagbladen zouden het zeker ook vermelden. Hebt u daar wat van gemerkt? Ik niet!

CEASE is dus beslist geen wondermiddel, maar pure kwakzalverij en geldklopperij..!


Naschrift 
De CEASE-website meldt dat Martinus Thielemanus Smits, geboren 29 december 1946 en ontwikkelaar van de CEASE “therapie”, op 1 april 2010 van ons heengegaan. Jammer dat zijn “therapie” hier is achtergebleven...

Op basis van een artikel van:
Marie P. Prins, 27 okt 2010 (Vereniging tegen de Kwakzalverij)






donderdag 20 oktober 2011

Kinderkookschool In Kaatjes Keuken

Bij Kinderkookschool In Kaatjes Keuken in Geldrop (bij Eindhoven) kunnen kinderen met autisme kookles volgen op PGB-basis. Op verzoek is een gereduceerd tarief mogelijk voor kinderen zonder PGB.

Tijdens de kookles maak je meerdere gerechten en je helpt bij de afwas. Is er tijd over, dan doen we nog een spelletje. Je leert koken voor je ontspanning. Je maakt bijvoorbeeld een broodje hamburger, een cake, een ovenschotel of een salade. Wat je maakt, mag je mee naar huis nemen.

De les en de recepten worden voor je gevisualiseerd. Er mogen maximaal 4 kinderen deelnemen tussen de 6 en 18 jaar. De recepten krijg je mee naar huis. De kookles vindt plaats op zaterdag.

 In Kaatjes Keuken geeft ook workshops voor een kind met autisme samen met een volwassene. Samen met je vader of je moeder of bijvoorbeeld met je oma maak je enkele gerechten uit het kookboek van In Kaatjes Keuken. De volwassene krijgt enkele tips hoe rustig en gemakkelijk thuis samen te koken.

Meer informatie: www.inkaatjeskeuken.nl

"Kaatje" heeft ook een speciaal kookboek geschreven:

maandag 17 oktober 2011

Geef me de 5 (Colette de Bruin)

Een praktisch houvast bij de opvoeding en begeleiding van kinderen met autisme (een boek, 192 pag met daarbij een CD-rom). De auteur van dit boek, Colette de Bruin-Wanrooy, is werkzaam als ambulant begeleider in gezinnen waar sprake is van kinderen met autisme die al dan niet een verstandelijke handicap hebben. Zij is moeder van 5 autistische pleegkinderen en opgevoed door een vader met het Syndroom van Asperger.

In het boek "Geef me de 5" heeft zij een praktische werkwijze beschreven die ze in de praktijk heeft ontwikkeld. In het boek wordt de hulpvraag van het kind met autisme in beeld gebracht waarvan de kern is "Geef me de 5". Door hierin duidelijk en voorspelbaar te zijn, worden de problemen hanteerbaar voor ouders en begeleiders. Dit boek is dan ook geschreven naar de ouders en hun kinderen toe. Evenzo zullen begeleiders, leerkrachten, hulpverleners, of een ieder die in aanraking komt met mensen met autisme, deze praktische bruikbaarheid zeer op prijs stellen.

Een kind met autisme begeleiden en opvoeden, HOE doe je dat dan?
Daar gaat nu juist dit boek over. Het is geschreven vanuit de behoefte die het kind met autisme heeft. Het kind vraagt als het ware van ons: "Geef me de 5". Ofwel, WAT is mijn taak, HOE voer ik hem uit, WANNEER moet ik het doen, WAAR vindt het plaats en WIE is erbij betrokken. Al lezende leert men deze wijze van handelen te hanteren, doordat er uitleg wordt gegeven over wat de gevolgen van de stoornis voor het kind kunnen zijn. Daardoor ontstaat er langzaam bij de lezer het inzicht. Dit noemt de schrijfster: "de auti-bril opzetten". Door deze auti-bril op te zetten kun je eigenlijk pas zien HOE het kind denkt zodat je, als begeleider, daarbij op een passende wijze kunt aansluiten. De schrijfster neemt de lezer mee in haar praktijkervaringen die natuurlijk naar de eigen situaties vertaald kunnen worden.

Naast dit zogenaamde verduidelijken van TAKEN wordt ook het verschil uitgelegd tussen de natuurlijke communicatie en de auti-communicatie. Het verduidelijken van TAKEN en het toepassen van de auti-communicatie zijn de twee vaardigheden die van essentieel belang zijn in de opvoeding van een kind met autisme. Zij zullen dan ook door de begeleiders moeten worden aangeleerd. Dit aanleren en de wijze waarop, staat eveneens in dit boek beschreven.

De schrijfster hoopt met dit boek een bijdrage te leveren aan de opvoeding van kinderen met autisme. Door het toepassen van de vele praktische tips, die dit boek biedt, zullen kinderen met autisme meer in staat zijn zich te ontwikkelen en daardoor zelfstandiger te worden. Ouders zullen dan ervaren dat ze in plaats van toenemende spanning met hun kind meer kunnen genieten van hun kind.



Op de CD-rom "Geef me de 5" staat o.a. videofragmenten van beschreven situaties zoals;

- gedragskenmerken van de stoornis
- gebruikmaken van visualiseren van taken
- omgaan met de auti-communicatie

Een aantal werkbladen in kleur.
De meest voorkomende pictogrammen uit het boek.
Toegang tot een online lezersforum.

Dit boek is ook zeer geschikt voor Video Home Training en bevat een aangepast basiscommunicatieschema voor autisme.

zondag 16 oktober 2011

Levend in Aandacht...: Boekbespreking: Mindful Opvoeden

Levend in Aandacht...: Boekbespreking: Mindful Opvoeden: Door: Els Kuneman. Als alleenstaande moeder van Joshua (6 jaar) en Gwendolyn (9 jaar), is opvoeden soms hard werken. Het boek Mindful opvo...

Boekentip: "Ons kind heeft PDD-NOS"..!

Deze boekentip kreeg ik van Melina (bedankt Melina!)
http://www.x-melina-x.hyves.nl


Persoonlijk verhaal van een moeder die ontdekt dat haar zoon anders is dan andere kinderen.

Wat als PDD-NOS zijn intrek in je huis neemt? De babykamer is helemaal opnieuw ingericht. Het kindje dat verwacht wordt mag komen. En het is een prachtige jongen: Rutger. Maar veel dingen gaan zo anders dan bij haar andere kinderen. Lange tijd denkt Ellen dat het aan haar ligt. Totdat de "bevrijdende" diagnose wordt gesteld.

In dit boek schrijven moeder en zoon over hun ervaringen, en over hun botsingen, en hoe ze die samen te boven kwamen.

 Ineke Baron (1957) volgt de opleiding tot psychosociaal en pastoraal therapeut. Ze is hulpverlener in gevangenissen. Ze schreef tevens diverse jeugdboeken.

zaterdag 15 oktober 2011

Mindfulness voor (autistische) kinderen...


Hoewel het effect van mindfulness op kinderen nog niet zo uitgebreid is onderzocht, wordt het al wel enkele jaren ingezet bij de behandeling voor kinderen met Autisme en ADHD.

De eerste onderzoeken hebben inmiddels veelbelovende effecten laten zien van de beoefening van mindfulness met kinderen.

De resultaten laten duidelijke verbeteringen zien in aandacht, blijdschap, bewustzijn en een vermindering van angstgevoelens. Ook presteerden kinderen beter op een aandachtstest. Verder blijkt dat kinderen minder symptomen laten zien, meer zelfvertrouwen hebben en beter in staat zijn relaties met anderen aan te gaan.

De kinderen zelf melden een beter slaappatroon en minder last van angst te hebben. Tevens kunnen zij zich op school beter concentreren en ondervinden zij minder conflicten.

Ouders meldden dat de kinderen meer zelfcontrole hebben, zich minder terugtrekken en meer rekening houden met anderen. Ook voelen de ouders zich minder gestresst en meer bekwaam in het omgaan met het gedrag van hun kind.

Mindfulness en ouderschap
Mindfulness wordt tegenwoordig steeds vaker ingezet als hulpmiddel bij het ouderschap. Twee casestudies van Singh (2006; 2007) toonden aan dat een mindfulnesstraining bij ouders van kinderen met autisme positieve effecten teweeg bracht.

Na de training waren de kinderen minder agressief, gehoorzamer, sociaal meer bekwaam en vertoonden ze minder zelfmutilatie.

Een onderzoek van Bögels en collega’s (2010) liet zien dat na een mindfulness-oudertraining kinderen minder internaliserende en externaliserende problemen hadden.

Verder ervoeren de ouders significant minder opvoedingsstress, hadden zij minder last van psychopathologische klachten en verbeterden zij zowel hun opvoedingsstijl als hun co-opvoeding.

Boeken over Mindfulness en Kinderen:

Gratis Picto's..? Sclera.be

Op hun website: http://www.sclera.be  biedt deze Vlaamse non-profit organisatie gratis picto's aan en ondersteuning bij het werken ermee.

Je kent Sclera misschien al even. Sinds 2005 bieden we gratis pictogrammen op maat aan. Wie de nieuwsbrief of Facebookpagina volgt, weet dat we het voorbije jaar onze dienst hebben uitgebreid naar vorming en advies over visualisatiehulpmiddelen, toegankelijke taal en ondersteunde communicatie.
Wij vinden het belangrijk om al deze diensten gratis aan te blijven bieden. Niet iedereen beschikt immers over grote budgetten. Zeker nu niet in deze financieel onzekere tijden.

Sclera is opgestart in 2005 als vrijwilligersproject. Door de financiële steun in 2010 en 2011 van de Provincie Antwerpen, dienst welzijn en gezondheid, hebben we een dynamische en vlotte werking uitgebouwd. De wachttijd voor nieuwe pictogrammen is hiermee beperkt van 4 maanden of meer tot maximaal een week. Deze pictogrammen worden steeds gratis getekend.

De financiële steun van de provincie Antwerpen loopt teneinde. Eerder deze maand hebben we vernomen dat we geen steun meer kunnen ontvangen in 2012. Deels omdat we de pictogrammen, het advies en de hulpmiddelen voor iedereen gratis ter beschikking stellen. “Een nobel doel”, werd ons verteld,” maar niet realistisch op lange termijn”.

Sclera vzw wilt jullie gratis blijven bijstaan in woord en daad, maar heeft hier jullie hulp voor nodig! Om al onze diensten gratis aan te bieden hebben wij mensen nodig die een klein bedrag willen storten om Sclera te steunen.

Wat kan Sclera met jullie steun in 2012 aanbieden?

  • Meer dan 11.000 gratis pictogrammen en wekelijks komen er nog nieuwe bij. 
  • Nieuwe pictogrammen die op verzoek gratis voor jullie getekend worden 
  • Meer dan 50 gratis stappenplannen die je uitleggen hoe je op de computer aan de slag kan 
  • Gratis nieuwe stappenplannen op vraag 
  • Uitwerken van gratis screencasts op vraag (filmopnames van de computer) 
  • Gratis advies verlenen en meewerken aan kleine en grote projecten 
  • Vormingen en workshops aan minimale tarieven 
  • 5 gratis online brochures ‘Praktijk in beeld’ boordevol tips en fotovoorbeelden uit voorzieningen en gezinnen 
  • 12 nieuwsbrieven met ontwikkelingen en tips op vlak van visualisaties en ondersteunde communicatie 
  • Een gratis online leerplatform 
  • Wekelijks nieuwtjes en informatie via Facebook, twitter en Google+


De Sclera pictogrammen en diensten worden dagelijks door duizenden gebruikt. Steun ons en geef Sclera vzw de middelen om hen en jezelf te helpen. Help Sclera jullie gratis bij te blijven staan en stort vandaag nog € 5 of meer via de website.

Over het Syndroom van N (Neurotypischen)


Een post van Gerrit Holl. 
Gerrit heeft het Syndroom van Asperger en schrijft daarover op zijn website: http://www.topjaklont.org


Veel mensen lijden aan het syndroom van N. Laten we de mensen die aan dit syndroom leiden groep N noemen. Deze mensen zijn dagelijks obsessief bezig met het aanmaken en onderhouden van menselijke contacten. Sommigen zijn daar zo intens mee bezig dat ze niet meer rationeel kunnen nadenken. Ze besluiten bijvoorbeeld niet te gaan studeren wat ze interessant vinden of niet te gaan wonen waar ze willen en kunnen wonen, omdat er een ander mens is dat hen ergens naar toe "trekt". Terwijl contact ook via e-mail kan bestaan. En je kunt toch gewoon ieder weekend naar elkaar toe gaan? Om een studierichting af te laten hangen van een ander is heel twijfelachtig. Misschien vergooi je je hele toekomst wel. Misschien heb je ergens talent voor en plezier in en ga je desalniettemin iets anders doen.

Ondergetekende kent van dichtbij een levend voorbeeld hiervan. Al zou ondergetekende vermoedelijk niet bestaan hebben als die persoon toen anders beslist had ;-). Maar... het probleem wordt ernstig onderschat door de hedendaagse maatschappij. Miljarden mensen op aarde hebben er dagelijks last van. En ze weten het niet.

Het is een soort verslaving. Wanneer zo iemand gedurende een bepaalde periode zonder lotgenoten is, kan dat tot ernstige psychische problemen lijden. De ernst hiervan varieert per individu - want ze zijn niet allemaal hetzelfde. Sommigen worden ongelukkig als ze een paar weken niet met hun lotgenoten samen kunnen zijn. Anderen worden dat al na een paar dagen.

Er zijn zelfs gevallen bekend van mensen die een paar uur alleen zijn al als vervelend ondervonden. Dat zijn de extreme gevallen. Er zijn echter ook mensen die weliswaar veel contacten met lotgenoten hebben, maar desondanks toch ongelukkig zijn omdat de contacten de verkeerde vorm aannemen: het moet precies zo gaan zoals de persoon dat wil, want als het niet precies in het rigide beeld past, gaat het al mis. Als de lotgenoten zich net ietsjes anders gedragen kan dat ernstige gevolgen hebben.

De gevolgen verschillen ook per persoon. Alhoewel de meeste mensen er geen ernstige schadelijke gevolgen ondervinden als ze enige tijd zonder lotgenoten zijn, zijn er gevallen bekend waar dat wel zo is. Terwijl men zou verwachten dat de afwezigheid van irrationele lotgenoten tot een afname van irrationaliteit zou leiden, is soms het tegendeel het geval. Dat zet wetenschappers nog altijd tot raadsels. Er zijn mensen van groep N die zichzelf moedwillig vergiftigen, zonder dat ze het willen onderkennen. Middelen hiertoe zijn vaak tabak, alchohol en marihuana, en in ernstiger gevallen zelfs harddrugs. Er zijn zelfs gevallen bekend waarin de verslaving aan lotgenotencontact tot dodelijke slachtoffers heeft geleid. Sommige van deze zelfmoorden maken desalniettemin andere lotgenoten ongelukkig - blijkbaar is het mogelijk dat iemand niet weet dat hij/zij contact met lotgenoten heeft. Of is er wel contact maar neemt de een er geen genoegen mee maar de ander wel. Ook blijken sommigen zeer weinig van biologie te weten, getuige het aantal gefaalde pogingen een eind aan het leven te maken.

Deze verslaving aan lotgenotencontact is een van de meest uitgesproken kenmerken van groep N. Verder gaat dit contact vaak gepaard met een uiterst irrationele angst voor taal: het gaat soms zo ver dat N'ers, zonder dat ze daadwerkelijk doof of stom zijn, de illusie heeft dat hij/zij in staat is terug te keren naar de dierenwereld en gedeeltelijk of zelfs volledig zonder taal te pogen een boodschap over te brengen. Vanzelfsprekend leidt dat erg vaak tot misverstanden. Wanneer ze dan wel taal gebruiken, is het vaak volkomen overbodig of volkomen onzinnig: de uitspraak "Mooi weer, he?" lijkt niet gecorreleerd te zijn aan het daadwerkelijke weer maar bij regen net zo vaak voor te komen als bij zonneschijn, terwijl uit opinie-onderzoek blijkt dat het laatste weertype zeer veel populairder is.

Het is tragisch dat er anno 2004 niet eens een naam voor dit verschijnsel bestaat, laat staan dat een genezing in zicht is. Het moge duidelijk zijn dat de meeste N-ers zeer verheugd zouden moeten zijn wanneer een genezing mogelijk zou worden, zodat ook zij normaal kunnen worden.



vrijdag 14 oktober 2011

De Wereld van Luuk

Luuk heeft hele aantrekkelijke verzamelingen, maar hij wil ook wel eens met een vriendje spelen. Hij weet niet hoe dat moet. Als hij zich aan moet kleden vergeet hij altijd weer waar hij mee bezig is. Zijn vader en moeder begrijpen hem gelukkig wel. Luuk is autistisch en daar moet je rekening mee houden.

Met "De wereld van Luuk" schreef Martine Delfos een therapeutisch verhaal voor kinderen van ongeveer 6 tot 10 jaar. Het is bedoeld voor kinderen die autistisch zijn, maar het kan ook als voorlichtingsboek gebruikt worden om aan andere kinderen (b.v. klasgenootjes of "brusjes" duidelijk te maken wat autisme is en hoe je ermee om kunt gaan.

Dit boek is daarbij een hulpmiddel om de problematiek aan kinderen uit te leggen en bespreekbaar te maken.

donderdag 13 oktober 2011

Een vreemde wereld...

In "Een vreemde wereld" beschrijft Martine F. Delfos op heldere en inzichtelijke wijze wat autisme behelst. Extra aandacht besteedt zij aan kinderen en volwassenen met een autistismespectrumstoornis, ass, die een normale of bovengemiddelde intelligentie hebben.
Martine Delfos schetst een omvattend beeld waarin alle aspecten van autismespectrumstoornissen in één verklarend model ondergebracht zijn, van het ‘niet begrijpen van grapjes’, gebrek aan tijdsbesef, obsessies tot en met de ‘behoefte alles hetzelfde te houden en geen veranderingen te accepteren’. Zij introduceert als basisbegrip het socioschema. Dit socioschema behelst de bewuste en onbewuste kennis van zichzelf, hoe men in de wereld staat en hoe men in relatie tot anderen staat. De wijze waarop zich dat bij mensen met autismespectrumstoornissen ontwikkelt, heeft de MAS1P tot gevolg, de regenboog aan mentale leeftijden binnen één persoon. Dit wordt uitvoerig behandeld.

Een vreemde wereld biedt tegelijk een stand van zaken van de wetenschap, omdat het wetenschappelijk onderzoek erin verwerkt is en in iedere druk recent onderzoek opgenomen wordt.
Met zijn dimensionele model loopt het vanaf de eerste editie in 2001 reeds vooruit op de dsm-v die in 2012/2013 verwacht wordt, waarin autisme onder neurodevelopmental disorders zal worden opgenomen. In deze negende druk wordt aandacht besteed aan de wijze waarop de dsm-v autismespectrumstoornissen zal beschrijven.
Een vreemde wereld biedt inzicht in autisme en handvatten voor de behandeling van de verschillende aspecten van autisme, zodat de kwaliteit van leven voor mensen met een autistische stoornis verbeterd kan worden.

Dr. Peter van der Doef
‘De behandelde problematiek is uitermate complex en het is een zeer grote verdienste van dit boek het geheel van opvattingen binnen de literatuur op een begrijpelijke wijze met een bedrieglijke eenvoud te presenteren. Talrijk zijn de originele gezichtspunten, in modellen ondergebrachte verbanden tussen theorie en praktijk, die het boek tot een onmisbaar naslagwerk maken voor eenieder die zich op dit terrein beweegt, in het bijzonder voor mensen werkzaam in de hulpverlening, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs op hbo en universitair niveau.

Prof. Dr. Willem Koops
‘Martine Delfos is er in geslaagd te doen wat de hoog gespecialiseerde academische onderzoeker tegenwoordig nog zelden voor elkaar krijgt: zij schreef een onderhoudend overzichtswerk over autisme. Het boek is voor een breed publiek lezenswaardig en voor academische specialisten geschikt om hun denken aan te scherpen.’

Dr. Tony Attwood (In het voorwoord van de Engelse editie van Een vreemde wereld.)
The project has been remarkably ambitious but the author has an encyclopaedic knowledge of the academic literature and the various theoretical models, and extensive personal experience as a clinician. The author also has notable respect for those who have autism and Asperger’s Syndrome and she is able to challenge and change attitudes as well as increase understanding.

Dr. Martine F. Delfos is biopsychologe, lector Virtuele ontwikkeling van de jeugd aan de Hogeschool Edith Stein, Gasthoogleraar aan de Internationale Universiteit van Sarajevo, zelfstandig gevestigd psychologe, therapeute, wetenschappelijk onderzoeker en publiciste.
www.mdelfos.nl

Een vreemde wereld
Over autismespectrumstoornissen (ASS)
Voor ouders, partners, hulpverleners, wetenschappers en de mensen zelf
Compleet herziene negende druk

DAT DOET TOCH PIJN (deel 2)

Door Dirk Lambelin
Bron: Ouderblad VVA ( Vlaamse Vereniging Autisme)

Het eerste, wat spontaan in ons opkomt, wanneer we een kind zichzelf zien pijn doen, is: "Stop! Hou daar a.u.b zo vlug mogelijk mee op!"

Maar: ook al verheffen we onze stem, ook al laten we duidelijk blijken, dat we dit echt niet willen, toch houdt het kind er in veel geval/en niet (of slechts even) mee op.

Vrij vlug zien we dan in, dat we eigenlijk te laat zijn met onze tus­senkomst. Het is m.a.w. beter, niet te moeten ingrijpen, of: het zelfverwondingsgedrag voor te zijn.
Dit betekent, dat we een hypo­these moeten zoeken over de mo­gelijke aanleiding/oorzaken: Waarom doet het kind dit?

Er dient dus tijd gemaakt te wor­den voor (gestructureerde) obser­vaties van het probleemgedrag, alsook voor wat "denk-werk" dien­aangaande. En dat is in deze "pijnlijke" om­standigheden niet zo evident voor ouders.

Het is erg moeilijk, om zelfver­wondingsgedrag sec, onbevangen te observeren (zonder iets te doen). Bovendien worden ouders door de zelfverwonding van hun eigen kind zo met ontzetting geslagen, dat het voor hen erg moeilijk wordt om nog helder te denken.

Het is heel belangrijk het verband te zoeken (en te vinden) tussen het autisme van dit kind en het zelfverwondingsgedrag.

Willen wij het probleem met enige kans op succes 'aanpakken', dan zullen we rekening moeten hou­den met andere problemen (van autistische oorsprong), die kun­nen interfereren met de aanpak van het zelfverwondingsgedrag bij dit kind.
Wat hiermee bedoeld wordt, blijkt uit wat volgt

Hoe reageert het kind (alge­meen) op prikkels, waaraan het geen betekenis kan geven: onverschillig - zich inkapselen ­stereotiepe lichaamsbewegin­gen - zelfverwonding - ...?
Hoe groot is de kloof tussen wat het kind kan communice­ren en wat het (mogelijk) zou willen communiceren?

In welke mate wordt de bele­vingswereld van het kind be­paald door het hier- en- nu? Bv. hoe vlug leidt 'moeten­ wachten' tot frustratie, die door zelfverwonding wordt uitge­drukt?

Ook van goed begaafde jongeren en volwassenen met autisme kan je niet verwachten, dat ze hun eigen handelen in vraag gaan stellen. Dit gaan ze zeker niet doen, wanneer het moeilijke situa­ties betreft, waarbij gezocht moet worden naar een samenhang tus­sen gevoelens en gedrag.
B.v. wanneer iemand met autisme erg gespannen (overspannen) is, zoekt hij niet naar gepaster ma­nieren om zich te ontladen.

Is het kind hardnekkig rigide in zijn denken? Hoe dikwijls 'vertaalt' zich dat in: ZO wil ik het en niet anders? En, indien wél anders - wat dan?

En wat is het verband tussen het beperkt sociaal gevoel of bewustzijn en zelfverwonding? Schaamte-gevoelens zijn er dikwijls niet en kunnen dus het gedrag niet sturen. B.v. Een kind wordt geplaagd en rea­geert met zelfverwonding i.p.v. zich te verweren.

Heeft het kind enorme moeite met (en dus ook weerstand te­gen) veranderingen?
Wordt zijn doen en laten gekenmerkt door een beperkt handelings­repertoire en voortdurende aanpassingsproblemen?
Hoe is het (algemeen) gesteld met de emotionele responsen van het kind?
Komen nog an­dere vormen van ontremd ge­drag voor (b.v. luid krijsen - pa­niekreacties - 'ontlading' via overbeweeglijk gedrag - ...)?
Is het kind (algemeen) nogal ge­voelig voor drukte?
Heeft het kind duidelijk een verhoogde pijndrempel?
Merken we bij het kind een méér dan gewone voorkeur voor het gebruiken van de na­bijheidszintuigen? Vaak is de tastzin het meest gekende! gebruikte zintuig (zodat de weg naar zelfverwonding meer voor de hand ligt).
In welke mate wil het kind vrije tijd op zijn of haar manier invul­len? Heel dikwijls speelt het kind liefst alleen, heeft het een zéér beperkte belangstelling, en is zijn of haar spel niet con­structief, niet zinvol...

De aanpak van het zelfverwon­dingsgedrag moet dus beginnen met gericht observeren. Dit moet leiden tot een hypothese over de mogelijke functie van dit gedrag: zelfstimulatie, communi­catie, ...? (zie vorig tijdschrift) Alvorens in actie te schieten mo­gen we ook niet vergeten reke­ning te houden met wat we al we­ten over dit kind (cfr. supra). We zoeken een antwoord op de vraag: welke andère problemen, gedragingen, reacties,... zouden kunnen 'meespelen', wanneer we het zelfverwondingsgedrag aan­pakken?

Méér dan eens volstaat een beetje gezond verstand, om dan al te 'zien' wat er moet gebeuren. Wanneer we b.v. vaststellen, dat het kind zich heel veel bezighoudt met zelfstimulatie (o.a. ook onder de vorm van zelfverwonding), dan kan een alternatieve vorm van sti­mulatie een uitweg bieden. In de wandelgangen wordt dit "afleiden" genoemd. Het best wordt het kind afgeleid met een activiteit, die vol­doende bekend en aantrekkelijk is.

Is zelfverwonding een reactie op druk(te), dan lijkt het logisch, dat een vermindering van die druk (of een verwijdering uit de drukke si­tuatie) een oplossing zou kunnen zijn.

Als het kind via zelfverwonding signaleert dat het een bepaalde taak te moeilijk vindt, dan kan men bekijken, hoe men die taak zou kunnen vereenvoudigen. Moeilijker wordt het, wanneer het zelfverwondingsgedrag zich als een gewoonte heeft 'geïnstalleerd'. Het is dus van het grootste belang, het zelfverwon­dingsgedrag in de kiem te smo­ren. Is het onheil echter al ge­schied, dan zal het er op aanko­men, het kind die gewoonte af te Ieren - en wel zo, dat ze niet ver­vangen wordt door even ernstig probleemgedrag (zoals agressie of destructief gedrag naar voor­werpen toe). Misschien werd in het verleden bij dit kind al een an­dere gewoonte met succes afge­leerd, en kunnen we daaruit wat inspiratie halen...

Wellicht zal er nog moeten ge­zocht en worden bijgestuurd, ter­wijl het probleemgedrag al aange­pakt wordt.



HEKSENJACHT (met excuses voor de beeldspraak...)


Stelling:
"De mate waarin iemand last heeft van zijn of haar autisme, wordt vooral bepaald door de mate waarin dat autisme door zijn of haar omgeving wordt gerespecteerd en de mate waarin die omgeving bereid is om zich daarop aan te passen".

Van mensen die "anders" denken over seksualiteit en zich aangetrokken voelen tot mensen van hetzefde geslacht, respecteren we dat en creëren we de mogelijkheid om te trouwen en zelfs kinderen te krijgen of op te voeden. Voor mensen die "anders" denken over religie en de aard van het bestaan zelf, accepteren we dat zij "aparte" gebedshuizen bouwen en (extra) vrije dagen hebben. Voor politiek anders denkenden maken we politieke partijen en gaan we op basis van wederzijds respect en acceptatie de (verkiezings)strijd met hen aan. We accepteren zelfs dat we, als ze die winnen, door hen worden bestuurd. En zelfs bij hen die anders denken over eten, respecteren we dat en verzorgen we (als ze bij ons op bezoek komen) voor hen een vegetarische of biologische maaltijd...

Vrijwel niemand die hier raar van op kijkt of die al die andersdenkenden als "gek", "gestoord", "ziek", of "abnormaal" zou bestempelen. En vrijwel niemand bij wie het zou opkomen om ze wegens hun "anders zijn" te "behandelen" of hun "anders zijn" te genezen of ze te dwingen hun "anders zijn" op te geven en zich "normaal" te gedragen..!

Maar een autist..?
Een autist is kennelijk zo "anders" dat die het "anders zijn" wèl moet opgeven! De autist moet leren dat zijn/haar "anders zijn" een "stoornis" is..! De autist moet leren "daarmee om te gaan"..! De autist moet een "normaal" dag/nachtritme aanleren; de autist moet naar school of aan het werk gaan; de autist moet relaties onderhouden, sociale activiteiten ontplooien en bredere interesses ontwikkelen. Alles wat de autist maakt tot wat hij / zij is, moet worden opgegeven of worden omgebogen...

Dat wat de autist "mist" (lees: niet heeft wat wij "normale mensen" wel hebben...) moet, desnoods middels dwangopname, worden aangeleerd, "ingetraind" of van buiten af worden "opgelegd"...

Waarom..? Niet omdat de autist "last" heeft van autisme, maar omdat wij dat hebben..! Omdat wij het "anders" vinden..! Kennelijk vormt de autist met zijn of haar "anders zijn" niet zozeer een bedreiging voor zichzelf, maar voor ons..!

Is het dan de onschuld, de eerlijkheid, de onkreukbaarheid, de focus of de integriteit van de autist die ons angst aanjaagt of onze afgunst wekt..? Zijn het juist de bijzondere eigenschappen en talenten die ons () pijnlijk duidelijk maken wat onze eigen "onvermogens" en "tekortkomingen" op die gebieden zijn en hebben we daarom een "heksenjacht" op ze geopend..?

Met alle geweld proberen we we autisme bloot te leggen en aan de kaak te stellen. We diagnosticeren (lees: brandmerken en verketteren) en "genezen" of "behandelen" (lees: "uitdrijven" en "verbannen").

Maar wie vindt er nog iets nieuws uit zonder autisme? Wie componeert er nog muziek? Wie excelleert er op zijn of haar vakgebied? Wie vindt er een geneesmiddel tegen kanker of ontdekt een nieuwe natuurkundige wet..?

Zonder "Anders zijn" geen "Verandering" en zonder dat ook geen "Vooruitgang"...

Toch blijven we onderzoeken, medicatie toedienen en therapieën ontwikkelen. Met als enige doel autisme te "genezen" of de autist te "leren" zich te gedragen alsof hij of zij geen autisme heeft..!

En wijzelf..?
Wijzelf hebben de "wijsheid" in pacht...
Wij zijn "normaal" en hebben daarmee het "recht" aan onze kant...

Het "recht" om onze wereld te maken zoals wij hem willen hebben. Het "recht" om "anderen" buiten te sluiten, maar ook het "recht" om te respecteren wie ze zijn...!

Een wereld mèt of een wereld zònder "anders zijn"...

Een wereld mèt of  een wereld zònder "anderen"...

zondag 9 oktober 2011

DAT DOET TOCH PIJN? (deel 1)

Door Dirk Lambelin
Bron: Ouderblad VVA ( Vlaamse Vereniging Autisme)


De (eigen) huid openkrabben, zichzelf slaan, in de (eigen) handen of armen bijten, met het hoofd bonken, aan de (eigen) haren trekken,...:
wat bezielt sommige kinderen toch, dat ze zich zo pijnigen, dat ze zichzelf zoiets aandoen?

Het laat je niet onbewogen, het raakt je. Soms voel je het door merg en been dringen, zodat,je ervoor huivert. Dan weer probeer je nuchter te blijven en er goed op te reageren. Niet zelden er­vaar je een gevoel van onmacht of zelfs radeloosheid. In elk geval zou je niets liever willen dan dat het kind ermee ophoudt, zeker wanneer je merkt dat het ook nog begint te roepen en te huilen van de pijn.

Op 5 personen met autisme zijn er minstens 2, die zelfverwon­dingsgedrag (ZVG) vertonen. Er bestaan geen pasklare recepten voor het oplossen van een probleem als zelfverwondingsge­drag . Het is telkens weer een zoeken...
Met dit artikel hoop ik een aantal inzichten te kunnen bieden, zodat we toch wat beter gewapend ra­ken in de 'strijd' tegen het zelfver­wondingsgedrag .

AUTISME EN ZELFVERWONDING
Zelfverwonding is niet 'autisme­specifiek'. Dit wil zeggen:
niet alle personen met autisme vertonen zelfverwondingsge­drag;
wanneer zelfverwonding voor­komt, moet niet meteen aan au­tisme gedacht worden.
In die zin is zelfverwondingsge­drag dus te vergelijken met an­dere zgn. 'non-specifieke' proble­men zoals zindelijkheids-, eet-, slaapproblemen, enz.

Zelfverwondingsgedrag wordt ook vaak geassocieerd met andere handicaps: meest bekend bij (ernstige) mentale handicap, maar het wordt ook gezien bij bv. doofblinde kinderen, bij kinderen met ADHD,... En het is zelfs typi­scher voor andere 'beelden' zoals Camelia De Lange-syndroom, Lesch-Nyhan-syndroom, letsels aan de frontale kwab, chronische middenoorontsteking.

Ook goed begaafde personen mei autisme kunnen zelfverwon­ding vertonen. Je kan hooguit zeggen: hoe beter de verstande­lijke mogelijkheden, des te kleiner de kans op zelfverwonding.

Wanneer iemand autisme heeft en zelfverwondingsgedrag ver­toont, dan is het in ieder geval belangrijk, om enerzijds rekening te houden met het autisme van het kind bij het proberen begrij­pen van het probleem van zelf­verwondingsgedrag en ander­zijds bij het 'aanpakken' van dit probleem.
Tussen haakjes: dit geldt trou­wens ook voor het proberen be­grijpen en aanpakken van andere non-specifieke problemen. M.a.w. zelfverwondingsgedrag moet niet als probleem geïsoleerd worden, maar bekeken worden in het kader van autisme

zoals zich dat bij dit kind mani­festeert.
Dus: NIET: we stellen ZVG vast en zien dan wat 'remedies' zijn te­gen ZVG?(b.v een bepaald me­dicament) Maar WEL: hoe moe­ten we het ZVG van dit kind met autisme begrijpen?


WAAROM ZELFVERWONDING?
Algemeen
In de literatuur zijn zeer verschil­lende verklaringen te vinden voor ZVG. De meest genoemde ver­klaringen zijn:
ZVG is organisch bepaald;
ZVG als gevolg van een ver­stoorde homeostase (= opti­maal prikkelniveau);
ZVG hoort bij een bepaalde ont­wikkelingsfase (tussen 8 en 36 maand);
ZVG heeft te maken met pro­blemen in de ego-ontwikkeling;
ZVG is aangeleerd gedrag (want kan moeilijk genegeerd worden; door aandacht te ge­ven aan het gedrag kan het zelfverwondingsgedrag toe­nemen);
ZVG is een manier van commu­niceren;
ZVG is een symptoom van een psychische ziekte (bv. depres­sie);
ZVG is een gevolg van een complex van factoren.

(uit "Het ontstaan van zelfver­wondend gedrag bij verstandelijk gehandicapten", M.J. Schneider e.a. in NTZ, nr. 3, september 1995, p. 179-200)

Bij verstandelijk gehandicapten zelfverwondingsgedrag zeker als het al langer bestaat, blijkt zeer hardnekkig en moeilijk behandel­baar. Immers, na verloop van tijd krijgt ZVG steeds meer functies voor de verstandelijk gehandi­capte (prikkelregulatie, aandacht krijgen, de eigen zin doordrij­ven,...).
Vroeg ingrijpen heeft meer kans op slagen, omdat het zelfverwon­dingsgedrag in het begin nog niet zoveel functies heeft. Men zegt: zelfverwondingsgedrag is in die eerste fase minder behandelings­resistent.

M.J. Schneider e.a. (cfr. supra) : hebben nog niet zo lang geleden gepoogd een zicht te krijgen op:
de ontstaansgeschiedenis van ZVG;
mogelijke verklaringen voor het ontstaan van ZVG;
risicofactoren voor het ontstaan van ZVG.
Alle informatie, die zij in het ka­der van dit onderzoeksopzet heb­ben verzameld, werd door de ou­ders verschaft.
Hieronder schets ik in een no­tedop de m.i. belangrijkste onder­zoeksresultaten.

ONTSTAAN
Aan de ouders werd gevraagd, of zij het zelfverwondend gedrag op de een of andere manier hadden
zien aankomen.
De meeste ouders herinnerden zich geen 'voorloper' van het zelfverwondingsgedrag. Indien wel, dan werd gesproken van
een of andere vorm van (ritmisch en) stereotiep gedrag (zachtjes bonken, fladderen, met de vingers tegen de tanden duwen,...);
huilbuien.

Toch zagen vele ouders die voor­loper toen nauwelijks als een pro­bleem.
Als aanleiding voor die voorloper werd vooral genoemd: een be­hoefte aan zintuiglijke prikkels, te lage eisen, te hoge eisen.
De ouders in kwestie spraken van een geleidelijke overgang van de voorloper naar zelfverwondings­gedrag .
Méér dan de helft vertoonde 2 of meer vormen van ZVG; bijna al­tijd was bonken of bijten één van die vormen. .
Bij ongeveer 2 op 3 kinderen ontstond ZVG vóór de leertijd van 6 jaar. Het ontstaan van ZVG zou niet gebonden geweest,zijn aan een, bepaalde plaats of aan contacten met bepaalde mensen.

VERKLARINGEN
Voor het ontstaan van het zelf­verwondingsgedrag stemden x % van de ouders in met volgende verklaring voor het VG:

85%: "Het kwam op de een of andere manier van binnenuit"
69%: "Hij had moeite om alle dingen die van buitenaf op hem afkwamen te verwerken"
61%: "Hij voelde en wilde veel meer dan hij duidelijk kon ma­ken"
53%: "Hel was de enige manier om ons te laten weten dat hem iets dwars zat"
46%: "Hij probeerde zo zijn zin af te dwingen"
42%: "Hij deed het om aan­dacht te krijgen"
37%: "Het leek wel een soort verslaving"
31%: "Er werden te hoge eisen gesteld"
25%: "Het leek wel of hij hel deed om pijn of jeuk te over­ stemmen"

RISICOFACTOREN
voor het ontstaan van ZVG

De voornaamste risicofactoren zouden - ook volgens professionele - zgn. 'kind-kenmerken' zijn. Dat betekent dat, als een kind zelfverwondend gedrag ver­toont, dit waarschijnlijk meer over het kind zegt dan over zijn ouders of omgeving. Het gaat om de vol­gende risicofactoren:
kenmerken m.b.t. de aanleg/het organisme:
overgevoeligheid voor zintuig­lijke indrukken;
geringe 'susbaarheid';
slaapproblemen of problemen in het slaapwaakritme;
hyperactief gedrag;
kenmerken m.b.t. de interactie met anderen:
moeilijkheden met communica­tie (en o.a. ook: door de ouders niet begrepen worden, zodat de ouders ook niet weten welke ei­sen zij aan dit kind kunnen stel­len);
moeite om zich aan anderen aan te passen;
zich niet verbonden voelen met anderen;
veel situaties als bedreigend er­varen;
depressief zijn.
Een samengaan van verschillende van deze factoren betekent wellicht een groter risico om ZVG te ontwikkelen.

De vraag is nu: waarom ontwikke­len personen met autisme zelf­verwondingsgedrag?
Wellicht kunnen bovengenoemde gegevens ons toch al wat aan het denken gezet hebben.

COMMUNICATIE
Communicatie = een manier om macht uit te oefenen op de omgeving, een middel om de ander in beweging te krijgen.

Een autistisch kind, dat méér wil communiceren dan het kan, moet soms aan de 'noodrem' trekken. Het gaat over tot zelfverwonding, omdat er niets anders overblijft, en misschien ook omdat het weet (of 'geleerd' heeft) dat dit steevast een reactie uitlokt bij de ander. Dikwijls bestaat deze reactie uit het geven van, of het zoeken naar een antwoord op de gestelde 'vraag'. M.a.w. het ZVG van het autistisch kind wordt door de omgeving als communicatie begre­pen. Een voorbeeld: een kind moet (samen met de andere kin­deren van de klas) in een kring blijven zitten. Het kind begint heel hard met z'n handen op het hoofd te slaan en wordt daardoor uit de kring verwijderd.
Het gevaar bestaat, dat het ZVG, ook wanneer het geen communicatieve betekenis heeft, door de omgeving 'gevoed', gestimuleerd wordt, precies omdat er een reac­tie op volgt die het kind goed be­valt. B. v. een kind dat vóór het in­slapen een hele tijd met het hoofd tegen de rand van hel bed zit te bonken. Mama komt kijken, haalt het kind uit bed, brengt het naar beneden en geeft het snoep en li­monade.

Wanneer er echter geen reactie, of een onbevredigend 'antwoord' volgt, dan kan het ZVG nog toe­nemen in heftigheid: het kind voelt zich niet begrepen, en heeft geen andere manieren om z'n boodschap te verduidelijken. B.v. een Jongen stampt met z'n knieën tegen banken in de klas, en roept telkens "Au", maar er wordt al­leen gezegd: "Dat mag je niet doen",
Wat het kind wil communiceren kan iets heel concreets zijn: b. v. om 3 uur 's namiddags naar Tik.. tak willen kijken, nog een potje yoghurt willen hebben,... Het kan echter ook gaan om het uitdruk­ken van gevoelens (in de ruime zin van het woord): frustratie, on­behagen, schrik, beklemming, verwarring, boosheid, opwin­ding,...

Een kind met heel weinig commu­nicatiemogelijkheden kan, als hem/haar iets verboden wordt, daar heel weinig tegenover stel­len: het beschikt over geen enkel verweermiddel, en gaat over tot zelfverwonding. Wanneer de druk op een kind te groot wordt, wanneer aan het kind te zware eisen worden gesteld, raakt het over­welmd door emoties. Een kind met te weinig 'draagkracht' en verwerkingsmogelijkheden kan daarop reageren met zelfverwon­ding (als signaal dat het te veel wordt).

Hoe lager het tolerantieniveau (vaak bij lager functionerende kin­deren), des te meer het voorkomt. Zeer dikwijls is er een verband tussen 'weinig draagkracht' en 'erg beperkte com­municatiemogelijkheden'. Het is best te begrijpen dat een kind overstuur raakt, wanneer het nau­welijks iets begrijpt van alle com­municatie die op hem of haar af­komt. En voor sommige kinderen is het vlug te veel.

Maar ook 'beter begaafden' kun­nen aan de noodrem trekken: bv. wanneer ze overschat worden. Zo is 'voor rede vatbaar zijn' vaak een te hoge verwachting. De kink in de kabel wordt zo groot, dat ze (op hun manier) aan het langste eind willen trekken.

Eén van de prikkels, waar kinde­ren met autisme heel moeilijk kunnen mee omgaan, is pijn (of een algemeen ziektegevoel). Dit is niet alleen een onaangenaam, maar ook een vaak onbekend en dus beangstigend gevoel. Niet zelden reageren ze daarop met zelfverwondingsgedrag, soms om de pijnprikkel a.h.w. te 'overstem­men'. Meestal komen daar dan nog gevoelens van frustratie bij, want de ander kan de pijn niet on­middellijk wegnemen. In de bele­ving van het autistisch kind staat dit laatste gelijk met: "de ander begrijpt mij niet". Gevolg is dan: een toename van de zelfverwon­ding.

ZELFSTIMULATIE
De zelfverwondende activiteit werkt als een prikkel, die op een bepaalde manier plezier verschaft aan het kind. In die zin is ze nauw verwant aan andere zelfstimule­rende handelingen (zoals schom­melen, fladderen,...).

Het ZVG 'vervangt' dan a.h.w. de stimulatie door de omgeving, waarvoor het kind niet open staat. M.a.w. voor het kind is de stimu­latie van buitenaf niet bevredi­gend (te veel, te verwarrend,...), en daarom zoekt het kind andere uitwegen, die voor hem of haar veel toegankelijker zijn.

ZVG met de functie van zelf­stimulatie is niet steeds duidelijk te onderscheiden van ZVG met een communicatieve bedoeling (cfr. de stelling van Watzlawick: "Je kan niet niet communice­ren!"). Wil het kind echt iets dui­delijk maken via het ZVG, of stel­len wij ons dat alleen maar voor?
Wanneer er niemand in de buurt is en het kind pijnigt zichzelf, dan is het zeer waarschijnlijk dat het dit doet om zichzelf te stimuleren. Als buitenstaander kan je de in­druk krijgen, dat het echt dwang­matig is: een nauwelijks te stuiten gebeuren, niet door het kind zelf en niet door iemand anders.

Of: het kind probeert op een ex­treme wijze via de tastzin zijn li­chaam te Ieren kennen (vaak on­der de vorm van het openkrabben van de huid). Het kan erg on­schuldig beginnen met een schrammetje of een onbenullige wonde. Het kind begint er met zijn vingers wat in te peuteren. Het is gefascineerd door het (zichtbare) effect van zijn gedrag, en daardoor gestimuleerd om er­mee door te gaan. Het stelt zijn eigen handelen niet (of onvol­doende) in vraag, en is evenmin geneigd om te anticiperen op mo­gelijke reacties van de omgeving. Niet te verwonderen dat van deze kinderen gezegd wordt dat ze een verminderd pijn-gevoel hebben. Trouwens, wanneer het kind voortdurend hetzelfde lichaams­deel stimuleert, dan vermindert de pijngevoelIgheid op die wel be­paalde plaats.

Ter vergelijking: de handen van een smid zijn, door het veelvuldig contact met vuur en gloeiend hete materialen ook gehard tegen sterke pijnprikkels.

VERBODEN AGRESSIE en DESTRUCTIEF GEDRAG
Praktijkervaring heeft uitgewezen dat er een 'verwantschap' bestaat tussen volgende gedragsproble­men: agressie - ZVG - destructief gedrag (voorwerpen proberen ka­potmaken. Dit betekent: wanneer je bv. het agressief gedrag van iemand 'aanpakt' (door in te grij­pen op het moment zelf, en méér niet - dus enkel door te 'focussen' op het gedrag zelf), dan is de kans groot, dat hij/zij dit pro­bleemgedrag 'vervangt' door bv. ZVG of destructief gedrag naar voorwerpen toe. Hieruit Ieren we in elk geval, dat het louter verbie­den (verbaal en/of non-verbaal) misschien wel het gewenste ef­fect, maar vaak ook een onge­wenst neven-effect kan hebben.

NABOOTSEN
Ook (een neiging tot) echo-praxie kan aan de basis liggen van ZVG.
Een aantal kinderen met een per­vasieve ontwikkelingsstoornis bootst al te vlug gedragingen van anderen na. Méér dan eens be­treft het inadequaat (on-gepast of zinloos) gedrag, zoals zelfver­wonding.

GEWOONTEVORMING
Jacques Heijkoop: "De ernst van de zelfverwonding wordt niet be­paald door de vorm, maar door de plaats die het heeft gekregen in iemands leven, in iemands to­tale doen en laten".
Wanneer het ZVG een soort 'ver­slaving', een gewoonte is gewor­den, dan is de eigenlijke oorzaak vervaagd. Neem je die dus weg, dan zal het gedrag niet (of waar­schijnlijk niet) verdwijnen. Het ZVG heeft nu geen functie meer: het wordt niet meer uitgelokt door..

Het gewoonte-gedrag komt vooral voor bij personen, die een lange voorgeschiedenis van ZVG heb­ben. Meestal deden ze het al vanaf hun eerste kinderjaren, en eigenlijk zijn ze er nooit mee ge­stopt. Er zijn wel periodes ge­weest dat ze zichzelf in minder ernstige mate verwondden, bv. wanneer ze zich volledig ontspan­nen voelden. Dit laatste is bij kin­deren met autisme niet altijd makkelijk te realiseren.

Een gewoonte doorbreken of afle­ren is geen sinecure, zeker niet bij kinderen met autisme. Soms moet naar de 'noodrem' gegrepen worden, om het kind tegen zich­zelf te beschermen. Maar zelfs dan is succes niet altijd gegaran­deerd.

Bv. wanneer je het zelfverwon­dingsgedrag probeert te fixeren (door bv. de handen op de rug te binden), dan gebeurt het vaak dat het kind een andere 'uitweg' pro­beert te zoeken, zodat het pro­bleem daarmee enkel verlegd (in letterlijke zin) wordt. Dit merken we trouwens vaak bij kinderen die zelf komen vragen om hun handen op hun rug te binden.

Bv. medicatie: het gevaar bestaat dat het toegediende medicament een averechts effect heeft op het gedrag van het kind (in die zin, dat het ZVG toeneemt). Het lijkt er dan op alsof het kind zich te­gen de medicatie verzet.


Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA)
Prof. Bronkhorstlaan 10
3723 MB Bilthoven
Tel: 030-2299800
Fax: 030-2662300
e-mail: info@autisme.nl
Website: www.autisme.nl en www.autismeinfocentrum.nl

Zoeken in Bol.com