Google+ Autisme, wat nu..?: 2013

zaterdag 28 december 2013

‘Het liefst wil ik een dove medewerker met autisme’

Het komende jaar moet het bedrijfsleven minimaal 5000 mensen met een arbeidsbeperking aan het werk hebben geholpen. “Collega-ondernemers vragen regelmatig hoe wij dat georganiseerd hebben.”

Hoewel de wet officieel pas in 2015 intreedt, gaan bedrijven het komende jaar al het nodige merken van de Participatiewet, één van de erfenissen uit het Sociaal Akkoord. Voor mensen met een arbeidsbeperking bestaan er nu nog verschillende regelingen. Zo is er de WWB (de Wet werk en bijstand), de Wsw (de Wet sociale werkvoorziening) en de Wajong. Kosten? Jaarlijks 11 miljard euro. Zonder ingrijpen lopen die de komende jaren op naar 13,5 miljard.
Met de invoering van de Participatiewet groeien de uitgaven weliswaar nog steeds, maar op de lange termijn wel iets minder, naar 11,8 miljard. De deal die werkgevers, werknemers en het kabinet in april van dit jaar sloten, betekent dat er tot 2026 minimaal 125.000 banen worden ingericht voor mensen met een arbeidsbeperking. Werk aan de winkel dus voor het bedrijfsleven.

Trots op

Hans van der Lee van depostBode“Ik krijg de laatste tijd regelmatig vragen van collega-ondernemers die willen weten hoe wij dat georganiseerd hebben”, vertelt Hans van der Lee. In 2006 richtte hij samen met zijn vrouw DepostBode op, een post- en pakketbezorger in de regio Noord-Oost-Brabant. Destijds begonnen met zeven personeelsleden, inmiddels zijn het er honderdzestig. Daarvan heeft driekwart een geestelijke, fysieke of verstandelijke beperking. “Daar zijn we trots op”, aldus Van der Lee. “Bovendien kiezen klanten ook mede om deze reden voor onze diensten. Ze gunnen ons het werk en vinden het erg prettig als een vaste postbode de post komt ophalen.”

Productievere werknemers

Van der Lee benadrukt overigens dat hij net als iedere andere ondernemer gewoon winst moet maken. Een commercieel bedrijf met een sociale inslag dus. En daarvoor werkt hij nauw samen met zijn oude werkgever IBN, omringende gemeenten en re-integratiebureaus. “We zeggen nooit meteen nee als iemand ons wordt aangeboden. Mensen met een arbeidsbeperking beschikken namelijk vaak over speciale talenten. Neem nou het sorteren van de post. Ik heb daar het liefst een dove medewerker met een autistische handicap. Die gaat helemaal op in zijn werk, wordt niet afgeleid en maakt geen fouten. Zo iemand is gewoon productiever dan een medewerker zonder die handicap. Uit ervaring weten we inmiddels dat deze mensen zich over het algemeen ook minder vaak ziek melden.” 

Proberen en begeleiden

Volgens Van der Lee zijn er in ieder bedrijf wel werkzaamheden te bedenken voor mensen met een arbeidsbeperking. “Je moet er alleen wel een beetje voor open staan. Het is vooral een kwestie van proberen, zorgen voor een goede begeleiding en de omgeving informeren zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Het is allemaal niet zo spannend hoor. Als je er serieus werk van maakt, is dat gunstig voor de uitstraling van je bedrijf en levert het je nog opdrachten op ook.”

Wettelijk quotum als alternatief

In een verplicht quotum gelooft Van der Lee dan ook niet zo. Toch is dat wel waar de overheid mee dreigt, als de afspraken in het Sociaal Akkoord niet worden nageleefd. In 2014 moeten minimaal 5000 mensen met een arbeidsbeperking aan een baan zijn geholpen. Lukt dat niet, dan besluit het kabinet waarschijnlijk alsnog om een wettelijk minimum in te voeren. De eerste meting staat gepland in 2016 en gebeurt op basis van de cijfers van het jaar daarvoor. Om ondernemers een handje te helpen, komen er 35 regionale werkbedrijven. Zij zorgen niet alleen voor begeleiding op de werkvloer, maar bepalen in overleg de loonwaarde van de werknemer in kwestie. Zodra die lager is dan het wettelijk minimumloon, krijgt een ondernemer het verschil van de overheid terug in de vorm van een loonkostensubsidie.

Bron: sprout.nl




dinsdag 24 december 2013

GEZOCHT! Deelnemers fMRI-studie

Periode februari/maart 2014

Doel: 
Studie betreffende de invloed van een autismespectrum stoornis op hersenactivatie (gemeten met fMRI) tijdens het toekennen van een oorzaak aan gedachten, gedragingen en gebeurtenissen van een andere persoon.

Met deze studie willen we dieper ingaan op de onderliggende hersenmechanismen die aan de basis liggen van het begrijpen en verwerken van complexe sociale informatie zoals gedragingen, gebeurtenissen en gedachten van anderen.

Meer inzicht in deze hersenactivatie kan bijdragen aan een vroege detectie van autisme, maar ook om preventief en therapeutisch te kunnen werken. Hierbij denken we aan psycho-educatie van zowel patiënt als familie en psychotherapeutische training in sociale interacties.

Wat is fMRI:
fMRI (MRI-scan) is een techniek om hersenactiviteit te meten en te lokaliseren. Deze techniek noodzaakt geen injecties of medicatiegebruik en is volstrekt onschadelijk. De onderzoekstechniek vergt wel dat u tijdens de ganse duur van het onderzoek het hoofd stil houdt.

Deze studie is goedgekeurd door het medisch ethisch comité van de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel.

Verloop:
Wanneer u wenst deel te nemen dient u op voorhand, via mail, een aantal vragenlijsten in te vullen. Hiermee wordt nagegaan of u kan deelnemen aan het fMRI onderzoek. Indien u kan deelnemen kiest u welk moment u het beste past. De fMRI sessie duurt ongeveer 1 uur en 15 minuten, waarvan 45 minuten in de scanner.

Wie kan deelnemen:
Volwassenen zonder taalmoeilijkheden, tussen 18 en 50 jaar, met een klinische diagnose binnen het autismespectrum, die geen psychoactieve medicatie gebruiken (zoals antidepressiva, stimulerende middelen, slaapmedicatie, …) en niet afhankelijk zijn van middelen als alcohol en drugs.

Wie kan NIET deelnemen:
Minderjarigen (-18) en 50-plussers, personen met een psychiatrische diagnose bovenop hun autismespectrum diagnose. Linkshandigen, dragers van prothesen en artificiële implantaten, dragers van tandbeugels of andere belangrijke tandprothesen, zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven, mensen die risico lopen op epileptische aanvallen en personen met een niet aangeboren hersenletsel. 

Vergoeding:
Bij deelname worden uw onkosten vergoed en ontvangt u bovendien 20 euro en een CD-rom van uw hersenscan.

Indien u interesse heeft voor deze studie, gelieve een mailtje te sturen naar JENNY.KESTEMONT@VUB.AC.BE

Alvast hartelijk bedankt voor uw interesse!

Jenny Kestemont
Fac. Psychologie en educatiewetenschappen
tel.: +32 2 6292240
mail: Jenny.kestemont@vub.ac.be


zaterdag 21 december 2013

GROTE KLASSEN MAKEN VAN ‘PASSEND ONDERWIJS’ EEN MISSION IMPOSSIBLE

De invoering van het zogenaamde ‘passend onderwijs’ per 1 augustus volgend jaar wordt een drama als er niets wordt gedaan aan de grote klassen in het onderwijs. 

Dat zegt SP-Kamerlid Jasper van Dijk in aanloop naar het Kamerdebat op 18 december. In het ‘passend onderwijs’ worden leerlingen met een handicap of stoornis geacht naar reguliere scholen te gaan in plaats van naar het speciaal onderwijs. Veel leraren zijn daar niet klaar voor, vanwege de hoge werkdruk en de grote klassen. Van Dijk: ‘Staatssecretaris Dekker gaat rücksichtslos door met de invoering van passend onderwijs. Zolang hij zich doof houdt voor alle kritiek en niets doet aan de grote klassen, komt passend onderwijs neer op knellend onderwijs.’

Uit onderzoek van de Algemene Onderwijsbond blijkt dat leraren het liefst werken met klassen van circa 23 leerlingen. Gemiddeld zitten er echter 26 leerlingen in een klas, waarbij klassen van 28 tot 30 leerlingen beslist geen uitzondering zijn. Daarnaast heeft elke klas gemiddeld 5 zorgleerlingen, terwijl leraren aangeven maximaal 3 zorgleerlingen aan te kunnen. Met het zogenaamde passend onderwijs komen er nog meer zorgleerlingen op de gewone scholen. Van Dijk: ‘veel zorgleerlingen zijn gebaat bij speciaal onderwijs, maar dat wordt afgeknepen in het passend onderwijs. De problemen op de gewone scholen zullen toenemen: meer zorgleerlingen in grote klassen. Dekker wil van geen wijken weten en eist ook nog meer aandacht voor excellentie. Leraren en leerlingen zijn de dupe van deze scoringsdrift.’

In het debat op woensdag 18 december dringt Van Dijk aan op een stappenplan voor kleine klassen: ‘Zonder kleine klassen wordt passend onderwijs een mission impossible. Invoering per 1 augustus 2014 is gedoemd te mislukken.’

Bron: sp.nl



woensdag 18 december 2013

Bizar: Heet bad en wormen voor autisten

Veel mensen lijden aan autisme, maar een medicijn ertegen bestaat niet. Daarom zijn onderzoekers drukdoende om de juiste behandelmethoden te vinden en die bestaan in verschillende vormen, zoals gedragstherapie en katten. Wetenschappers aan het Albert Einstein College of Medicine in New York hebben nu twee nieuwe – en nogal opmerkelijke – behandelmethoden toegevoegd: een heet bad en parasitaire wormen.

De wetenschappers hebben autistische kinderen een half uur lang in een bad van 39 graden gezet en kwamen tot de conclusie dat het de communicatieve vaardigheden van de kiddo’s verbetert en ervoor zorgt dat ze minder in herhaling vallen. Een bad dat twee tot drie graden kouder was, had geen effect op het gedrag van de kinderen.

Het tweede deel van het onderzoek werd uitgevoerd op autistische volwassenen en klinkt aanzienlijk minder prettig dan een lekker warm bad. Tien volwassenen moesten zes weken lang elke twee weken duizenden eitjes van parasitaire wormen slikken. En eureka, het had positieve invloed! Na de behandeling stonden de autisten meer open voor nieuwe ervaringen en waren ze minder gefocust op hun veilige, dagelijkse routine, meldt Daily Mail. De onderzoekers denken dat de eitjes bijdragen aan het loslaten van chemicaliën in het lichaam, die het overactieve immuunsysteem kalmeren.

Niet te hard van stapel
Caroline Hattersley van de National Autistic Society is blij met de uitkomsten, maar vindt dat er niet te hard van stapel moet worden gelopen. “Dit is slechts een klein onderzoek, dus er moet voorzichtig worden omgegaan met de resultaten. Er moeten niet te snel conclusies worden getrokken.”

Bron: wtf.nl


Voordelige cadeaus voor onder de boom

dinsdag 17 december 2013

Proefschrift over effectiviteit aanleren zelfmanagement bij jongvolwassenen met autisme

Annemiek Palmen, medewerker bij Research & Development van het Dr. Leo Kannerhuis, is eerder dit jaar gepromoveerd aan de Radboud Universiteit. Haar proefschrift luidde ‘Gedragsmatige interventies bij adolescenten en jongvolwassenen met een Autisme spectrum stoornis: het bevorderen, generaliseren en in stand houden van adaptieve vaardigheden.’

Onderzoek
Orthopedagoog Annemiek Palmen onderzocht de effectiviteit van het aanleren van zelfmanagement bij jongvolwassenen met een ASS. Deelnemers leerden zichzelf te sturen en corrigeren in hun gedrag en gebruikten hierbij visuele of digitale richtlijnen. Zo leerden ze meer vragen te stellen, meer taakgericht te werken, beter hun vrijetijdsinvulling te regelen en hun dagelijks activiteitenplan na te komen. Uit het onderzoek blijkt dat deelnemers deze vaardigheden ook toepassen buiten de situatie van de training en minder afhankelijk zijn van hulp van hun begeleiders.

Effectieve behandeling
De combinatie van zelfmanagement met visuele of digitale richtlijnen blijkt een effectief middel om jongvolwassenen meer vaardig te maken in hun alledaagse functioneren. Bevindingen worden onder meer bediscussieerd in relatie tot kenmerken van de hulp die jong volwassenen met ASS krijgen van hun begeleiders.

Lees hier de Nederlandse samenvatting

Meer informatie: a.palmen@leokannerhuis.nl





maandag 16 december 2013

Kerst tips voor kinderen met autisme

Kerst tips voor begeleiders/ouders van kinderen met Autisme!
 
Sinterklaas is weer voorbij en de kerst komt er alweer aan! De maand december is voor kinderen met autisme een erg chaotische en onrustige maand. Kerst is voor velen kinderen helemaal geweldig maar voor kinderen met Autisme erg stressvol en chaotisch. Als het teveel wordt voor deze kinderen kan dat zich uiten in ongewenst gedrag en zullen kinderen en ouders hierdoor meestal geen leuke feestdagen hebben! Om dit te voorkomen heb ik hieronder een aantal tips voor je:

Kerst
  • Vaak is kerst met de hele familie, lekker veel mensen en dus ook hartstikke druk! Soms is het beter om de kerst alleen met het gezin door te brengen! Een kort gezellig bezoekje aan de familie is voor kinderen met Autisme beter dan een eindeloze kerst met veel onrust! Hoe leuk de maand december ook mag zijn, kinderen die Autisme hebben kunnen dit vaak gewoon niet aan. Als ouders doe je je kinderen niet te kort om ze iets minder mee te laten krijgen van het feestelijke gebeuren. Je helpt ze er juist mee! 
  • Het ritme met de kerstdagen is natuurlijk ook anders dan in de andere normale weken. Maak dus ook deze dagen zo voorspelbaar mogelijk. Denk hierbij aan de volgende punten: Wie, Wat, Waar, Wanneer en Hoe? Hier is ook een interessant boek van: “Geef me de Vijf”. Zorg dus in ieder geval dat de dag goed is ingevuld en elk detail duidelijk is. Zo voorkom je verveling wat geklier tot gevolg kan hebben. 
  • De kerst kan de nodige prikkels opleveren bij kinderen met Autisme. Houd dus rekening met de kerstversiering thuis. Grote glimmende glitterende kerstballen kunnen erg storend zijn. Ook kaarsjes overal zijn velen prikkels voor hen. Houd het dus zo rustig mogelijk. Natuurlijk kun je wel een leuke kerstboom neerzetten en wat versieren maar houd rekening met wat voor spullen je gebruikt. Niet te glimmend en glitterend. Teveel lampjes door het hele huis is ook een not done! 

Heb jij nog nuttige tips? Reageer dan direct, hoe meer tips hoe beter!

Door deze tips te delen en mensen ervan op de hoogte te stellen help jij misschien wel een gezin zonder stress te kerst door! Deel dus nu deze nuttige tips ook met je vrienden en familie op FACEBOOK en/of TWITTER.



AllesVoor Kerst

ABA bij kinderen met autisme

een inleiding op Applied Behavior Analysis voor ouders, begeleiders en leerkrachten

Applied Behavior Analysis is een wetenschappelijk onderbouwde methode om kinderen met autisme in kleine stapjes belangrijke vaardigheden te leren. Deze gestructureerde aanpak is vooral effectief wanneer deze vanaf jonge leeftijd wordt toegepast. Dankzij de indrukwekkende resultaten wordt de methode ook in Nederland steeds vaker gebruikt.

In ABA BIJ KINDEREN MET AUTISME beschrijven de auteurs op heldere wijze wat ABA is en welke technieken er worden toegepast. Daarbij wordt er ook ingegaan op wat deze intensieve behandelvorm betekent voor het kind en de ouders.

- Concrete voorbeelden voor thuis en op school maken dit boek zeer geschikt voor ouders, begeleiders en leerkrachten
- Met bijdragen van verschillende Nederlandse deskundigen en onder redactie van Bibi Huskens en Robert Didden
- ABA BIJ KINDEREN MET AUTISME is de eerste Nederlandstalige uitgave over ABA die gericht is op ouders




zondag 15 december 2013

Erkenning voor dagbehandeling kinderen met ASS 3-7 jaar

De interventie 'Dagbehandeling kinderen met een autismespectrumstoornis 3-7 jaar' is door de Erkenningscommissie Interventies erkend als goed onderbouwd.

De interventie biedt jonge kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) vijf tot negen dagdelen behandeling in kleine groepen van zes à zeven kinderen, gedurende één tot anderhalf jaar. Daarbij is er veel structuur in tijd, ruimte en activiteiten, wordt de communicatie systematisch visueel ondersteund en is er veel één-op-éénbegeleiding. Voor de ouders zijn er oudergesprekken, pedagogische thuisbegeleiding en een oudercursus.

Een interventie is 'goed onderbouwd' als die goed beschreven is en het aannemelijk is dat de interventie het gestelde doel kan bereiken. Erkende interventies worden opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

Eén van de conclusies in de NVA-enquête ‘Allemaal autisme, allemaal anders’ (2013) is dat intensieve behandelingen waarvan de effectiviteit wetenschappelijk is aangetoond, relatief weinig worden gebruikt. De NVA pleit voor meer aandacht voor wat wel of niet werkt in de behandeling van kinderen en volwassenen met autisme.

Lees hier meer over deze dagbehandeling

De interventie is ontwikkeld door:
Youké
Verlengde Slotlaan 109
Postbus 867
3700 AW Zeist

Contactpersoon: Yvonne Kooijman
Email: ykooijman@trajectum.nl
Telefoon: 030-6936800

Website
www.trajectum.nl





JONGEREN MET BEPERKING KOMEN NIET AAN DE SLAG ZONDER BELEID

De meerderheid van de jongeren met een beperking heeft intensieve begeleiding nodig bij het vinden en behouden van werk. Niet alleen ouders en vrienden spelen een belangrijke rol in dit proces, maar ook schoolbegeleiders en jobcoaches. Dat blijkt uit een onderzoek van Anja Holwerda naar de factoren die arbeidsparticipatie van jongeren met een Wajong-uitkering beïnvloeden. Dat meldt het UMCG.

Een toenemend aantal jongeren heeft moeite om mee te doen in de maatschappij als gevolg van ziekte of aandoening. Deze jongeren hebben veel minder kans om deel te nemen aan het arbeidsproces dan hun gezonde leeftijdsgenoten. Jongeren met een beperking, die geen of beperkte mogelijkheden hebben om te werken krijgen een Wajong-uitkering. In de afgelopen jaren is het aantal Wajong-uitkeringen fors toegenomen.

Arbeidsmogelijkheden
Uit de studie van Holwerda blijkt dat volgens de verzekeringsarts 84 procent van de aanvragers van een Wajong-uitkering mogelijkheden heeft om te werken. De verzekeringsarts van UWV stelt de arbeidsmogelijkheden van de aanvrager vast. Jongeren met een geestelijke aandoening blijken over het algemeen minder arbeidsmogelijkheden te hebben dan de jongeren met een lichamelijke aandoening. Ook jongeren met meerdere aandoeningen en subklinische psychische klachten blijken minder mogelijkheden te hebben om te kunnen werken.

Overgang speciaal onderwijs naar werk
Ouders en leerkrachten spelen een belangrijke rol in de overgang van speciaal onderwijs naar het vinden van werk voor jongeren met een verstandelijke beperking of ontwikkelingsstoornis. Uit het onderzoek blijkt dat 39 procent van deze groep werk vindt in de eerste achttien maanden na de Wajong-aanvraag. Volgens Holwerda weten schoolbegeleiders het beste te voorspellen wat de (on)mogelijkheden van hun leerlingen zijn. Deze voorspelling verbetert als de mening van ouders hierbij wordt betrokken. Holwerda pleit er daarom voor dat leerlingen in het speciaal onderwijs al op jonge leeftijd adequaat begeleid worden en dat de ouders daarbij betrokken worden, om instroom in de Wajong te voorkomen en de kans op werk te verhogen.

Beleid noodzakelijk
Volgens Holwerda moet bij de ontwikkeling van interventies om jongeren met een beperking te begeleiden om werk te vinden en te behouden, rekening gehouden worden met deze factoren. Holwerda vindt het van groot belang dat werkgevers, gemeenten en andere overheidsinstellingen geschikte banen voor jongeren met een beperking beschikbaar stellen. 'Het is noodzakelijk tot beleid te komen dat er op is gericht deze jongeren op te nemen als volwaardige burgers in onze maatschappij. De maatschappij als geheel heeft een verantwoordelijkheid voor de participatie van deze jongeren. Dit kan niet volledig bij de jongeren met een beperking zelf worden neergelegd.'

Anja Holwerda promoveert op 18 december 2013 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Bron: Nationale Zorggids




woensdag 4 december 2013

KNUFFELHORMOON MAAKT KINDEREN MET AUTISME SOCIALER

De behandeling met het knuffelhormoon oxytocine bij autisme staat nog in de kinderschoenen maar de resultaten van onderzoek naar het hormoon zijn veelbelovend. Het knuffelhormoon verandert de hersenactiviteit bij kinderen met een autistische stoornis waardoor ze onder andere socialer worden. Dat meldt GGZ Nieuws.

Voor het onderzoek van Yale University kregen zeventien kinderen met autisme tussen acht en zestien jaar twee neussprays. De ene neusspray bevatte het hormoon oxytocine, de andere een placebo. De onderzoekers vergeleken de hersenactiviteit van de kinderen nadat zij een van beide neussprays hadden gebruikt. Daarbij kregen de kinderen foto's te zien van mensen (sociaal) en auto's (niet-sociaal). De delen van de hersenen die normaal gesproken in verband staan met sociale situaties waren actiever bij de kinderen die het knuffelhormoon toegediend hadden gekregen dan bij de kinderen die met de placebo hadden gesprayd.

De onderzoekers zijn erg enthousiast over de resultaten van het onderzoek. “Alle zeventien kinderen lieten effecten zien, maar de mate van effect verschilde wel,” zegt onderzoeker Kevin Pelphrey. “Rondom oxytocine zijn nog steeds veel onduidelijkheden maar ons onderzoek suggereert dat het de sociale hersenfuncties vergroot en de niet-sociale functies vermindert. Hierdoor kunnen kinderen zich beter focussen op sociaal relevante informatie,” aldus de onderzoeker.

Pelphrey benadrukt dat ouders hun kinderen niet zomaar oxytocine moeten geven. “Misschien heeft het effect maar het kan ook schade aanbrengen,” waarschuwt hij. Grotere vervolgonderzoeken moeten nu uitwijzen over de voordelen en bijwerkingen van het hormoon bij kinderen met autisme.

Bron: Nationale Zorggids




dinsdag 3 december 2013

Aanpassen

Door Saskia Van Uffelen, CEO van Bull en Digital Champion België

Mijn jongste zoon heeft autisme. Als ik hem twee dingen tegelijk vraag, loopt het mis en begint de agressiviteit. Als ik één ding per keer vraag, gaat het perfect. Als we onze plannen voor het weekend last minute omgooien, dan is hij onhandelbaar. Op feestjes weet hij niet hij zich moet gedragen, en gaat hij erg onhandig om met sociale contacten.

Zijn omgeving bestempelt hem als een druktemaker. Hij is te bruut, te agressief. Op zijn vorige school zei de directie dat hij gedragsproblemen had. Tot hij van school werd gestuurd, de zoveelste afwijzing.

Mijn zoon is niet ‘onhandelbaar’. Hij heeft niet minder mogelijkheden, laat staan dat hij mindervalide is. Het zijn wij die ons moeten aanpassen aan zijn anders-zijn. Zo is hij bijvoorbeeld heel creatief, hij heeft een gigantisch oog voor detail en hij kan prachtig tekenen. Als we in ons gezin voor een aankoop staan en we willen prijzen vergelijken, dan bezorgt hij ons een compleet overzicht. Hij heeft een ongelooflijk potentieel. Is hij door zijn autisme dan minder dan wij? En zijn wij zoveel beter? Nee, toch?

Ik heb ongelooflijk veel geleerd van mijn zoon. Autisme is geen ziekte, maar een ander soort gedrag. We moeten stoppen met te denken dat wij normaal zijn, en zij niet. Daarom ben ik zo getroffen door het werk van Passwerk. Die vereniging stelt mensen met autisme tewerk in IT-bedrijven en zet hun kwaliteiten in voor het testen van software. Wie autisme heeft, beschikt in veel gevallen over de natuurlijke gave om minutieus en repetitief bepaalde handelingen te doen, nodig om software te testen op bugs en dergelijke. Passwerk coacht zijn medewerkers en geeft de nodige omkadering, zodat de beperkingen van de mensen met autisme worden gecompenseerd.

De organisatie bestaat vandaag vijf jaar en verdient mijn volle steun. Ze bewijst dat we een veel leefbaardere, menselijkere en verdraagzamere maatschappij kunnen creëren door de troeven van mensen te benadrukken in plaats van de verschillen. Het uitgangspunt van Passwerk is dat elk individu recht heeft op een volwaardige deelname aan het normale economische circuit, rekening houdend met de competenties van het individu.

Het heeft mij als manager ook anders leren kijken naar mijn medewerkers. Ook ik heb wel eens de fout gemaakt om bij mijn personeel de verschillen te benadrukken. Om mensen in te delen in functie van wat ze minder goed kunnen, in plaats van te focussen op wat ze wel kunnen. Niet iedereen is in staat in dezelfde omgeving te werken, met dezelfde omkadering, in dezelfde tijdsindeling of in hetzelfde soort kantoor. Niet iedereen houdt van een directieve aanpak of van strakke deadlines.

Ik heb van mijn zoon geleerd dat ons gedrag voor hem soms te bedreigend is. Dat in de ogen kijken niet altijd fijn is. Daarom ook vraag ik bij moeilijke gesprekken in ons bedrijf dat medewerkers naast mij komen zitten in plaats van tegenover mij. Om de gelijkenissen te benadrukken, in plaats van de verschillen.

Mijn jongste zoon heeft niet minder, maar andere mogelijkheden. Als we dat beseffen in de manier waarop we met mensen omgaan, privé of professioneel, dan is het leven een heel stuk aangenamer. Toch?

Bron: De Tijd


Sint cadeauwinkel


donderdag 28 november 2013

Weerbaarheid kan risico op kindermisbruik verkleinen

Kindermisbruikers interpreteren de reactie van kinderen op seksuele aanrakingen sneller als positief dan andere mannen. Een duidelijk afwijzende reactie kan het risico op misbruik verkleinen, stelt psycholoog Inge Hempel. Zij promoveerde op 27 november aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Hempel deed onderzoek onder 47 mannen die veroordeeld zijn voor fysiek seksueel contact met kinderen, 20 exhibitionisten en gebruikers of verspreiders van kinderporno en 40 niet-delinquente mannen. Kindermisbruikers denken anders over seks met kinderen dan andere mannen. Zij denken bijvoorbeeld sneller dat een kind seks wil als het op schoot wil zitten. Ook interpreteren ze onduidelijke emotionele reacties als giechelen of passief zijn als instemming met seksueel contact.

Hempel pleit ervoor het brede publiek te onderwijzen over seksueel misbruik van kinderen. Volwassenen moeten leren dat kinderen geen seks willen, ongeacht hun emotionele reactie. En kinderen moeten leren hoe zij moeten reageren op seksuele confrontaties met volwassenen en hoe zij zich kunnen verzetten tegen ongewenst fysiek contact.

Bron: Erasmus MC / NJI

Meer informatie:
Bericht Erasmus MC
NJi-dossier Kindermishandeling: Beschermende factoren






zaterdag 23 november 2013

NAAR HET HELE GEZIN KIJKEN BIJ KINDEREN MET ASS OF ADHD

NIJMEGEN - Eind oktober is Daphne Vinke-van Steijn gepromoveerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen op haar dissertatie The influence of parental and offspring ASD and ADHD symptoms on family functioning. Dat meldt de website van de Nijmeegse universiteit.

Op basis van haar onderzoek is Vinke-van Steijn tot de conclusie gekomen dat kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) of ADHD vaak ouders met dezelfde symptomen hebben. Volgens Vinke-van Steijn moet daarom bij de diagnose en behandeling van ASS en ADHD naar het hele gezin gekeken worden.

Krijgt een kind de diagnose ASS of ADHD, dan moet ieder gezinslid worden gescreend op psychiatrische symptomen, zoals depressie, ADHD en ASS. Ook moet het gezinsfunctioneren in kaart worden gebracht.

Voor deze gezinnen beveelt Vinke gezinsinterventies aan, bij voorkeur in gezinspoliklinieken waarin jeugd- en volwassenpsychiatrie samenwerken.

Nationale Onderwijsgids / Richard Heeres

Lees hier het complete proefschrift





Splinter (Songs from a broken mind)

Weinig new wave-helden hebben vandaag nog zo'n uitgebreide, en illustere, fanbasis als Gary
Numan. De man die onder eigen naam en met Tubeway Army naam maakte, met songs als Are 'Friends' Electric, Down in the park en Cars heeft met 'Splinter' een nieuwe cd uit.

Ondertitel 'Songs from a broken mind' kan verwijzen naar Numans eigen problemen - de man heeft het syndroom van Asperger - maar wijst net zo goed naar een conceptalbum dat dichter aanleunt bij de industrial van Trent Reznor (een Numan-fan) dan bij de zwarte
elektronica die hij einde jaren zeventig maakte.

Het is anders, maar even sterk en bezwerend, inclusief die snik in de stem. Wedden dat ook de andere fans - Dave Grohl, Josh Homme - opnieuw vallen voor deze als een geluidsmuur over je heen denderende 'gothic industrial'..?






Deur dicht voor Antwerps centrum voor ontwikkelingsstoornissen?

De expertise voor een goede diagnose van autisme, ADHD of een andere ontwikkelingsstoornis bij kinderen, is al enigszins beperkt in Vlaanderen. Ze dreigt nu in Antwerpen zelfs helemaal verloren te gaan.

Bij het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen (COS) en een aanleunend oriëntatiecentrum in Antwerpen houdt een twintigtal medewerkers zijn hart vast. Vanaf 2014 komt het Antwerpse provinciebestuur niet meer over de brug met steun. Die beslissing slaat een gat van een half miljoen euro in de boeken. Zonder een snelle oplossing gaan de deuren eind dit jaar dicht. Daarom is een brandbrief naar Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) gestuurd.

Het COS bestaat 25 jaar als een tak van de provinciale vzw Gouverneur Kinsbergen. Die is ook actief in de gehandicaptenzorg. Een centrum dat jongeren en volwassenen met ontwikkelingsstoornissen oriënteert naar aangepaste zorg en begeleiding, behoort eveneens tot haar activiteiten. Samen met dat laatste centrum ziet het COS een duizendtal kinderen, jongeren en volwassenen per jaar. Alles draait om een goede en betaalbare diagnostiek van autisme, ADHD, ontwikkelingsvertragingen, maar ook motorische stoornissen. Het COS is erkend door het Vlaamse overheid via het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) en wordt gefinancierd per diagnose.

'Maar met die tussenkomst alleen komen we niet toe', zegt teamverantwoordelijke Kathrine Goffart. 'Andere erkende centra voor ontwikkelingsstoornissen in Gent, Leuven in Brussel slagen daar wel in omdat ze verbonden zijn met of behoren tot een universitair ziekenhuis.'

'Kwarteeuw expertise dreigt verloren te gaan'
Voor het COS en het oriëntatiecentrum paste de provincie Antwerpen tot nu toe bij, maar net als de andere Vlaamse provincies moet ze de broekriem aanhalen omdat de Vlaamse regering drastisch gesnoeid heeft in de middelen van het provinciefonds. Goffart: 'Nu die provinciale steun voor ons wegvalt, dreigt een kwarteeuw expertise in een klap verloren te gaan.' Om dat vermijden, is intussen contact gezocht met onder meer het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA).

Komt er niet snel iets uit de bus, dan lijkt dat haaks te staan op een door Laurent Bursens, ex-topman van het VAPH, verdedigde aanpak. Bursens ging in september met pensioen en was toen in Knack kritisch voor 'de booming business van het labelen van kinderen met een moeilijker gedrag'. In de periode 2006-2012 kregen ruim 15.000 kinderen (en jongeren en volwassenen) in Vlaanderen een diagnose van autisme of ADHD. Dat aantal ligt tot zesmaal boven de internationale norm. Maar Bursens zei ook veel te verwachten van een nog op te richten Vlaams expertisecentrum voor diagnostiek om de kwaliteit van onder meer de centra voor ontwikkelingsstoornissen verder te verbeteren.

In de publicatie Diagnostiek? Eikes!, die het Antwerpse oriëntatiecentrum dit jaar uitgaf, laten onder anderen VDAB-baas Fons Leroy, federaal minister van Werk Monica De Coninck (SP.A) en de psychiaters Marc Hermans en Chris Dillen in elk geval weinig twijfel bestaan over het belang van die centra.

Overleg
Minister Vandeurzen kent de penibele situatie van het COS in Antwerpen en heeft overleg aangeboden. De erkenning en financiering door het VAPH staan voor hem niet ter discussie. Hij houdt de gesprekken over de overname door het UZA in het oog. Maar een echte geruststelling is dat niet voor het Antwerpse team, want de tijd dringt.

Bron: knack.be


Sint cadeauwinkel


vrijdag 22 november 2013

Graafschap voetballers ontvangen kinderen met autisme en/of adhd

DOETINCHEM - Op 20 november woensdagmiddag waren 45 kinderen en hun ouders en begeleiders welkom op het stadion de Vijverberg van de Graafschap.

Met Graafschapspelers op de foto. foto:
Karin RosselVeldkamp
Er wachtte heerlijke limonade en koffie maar de gasten hadden bij binnenkomst alleen oog voor de spelers , ze waren er allemaal, de kinderen, tot 15 jaar, stonden in de rij voor handtekeningen en foto’s.

In 3 groepjes van 15 kinderen werd er een rondleiding verzorgd , naar de VIP ruimte, het zwembad, de kleedkamers, -waar de voetbalkleding , schoenen en sokken van de spelers keurig opgestapeld lagen, -de wasserette, het ballenrek, niet alleen de ogen, maar vooral hun handjes hadden het druk, alles moest gevoeld worden.

Zelfs de trainer had tijd voor 45 handtekeningen en fotomomenten. Het waren niet alleen de kinderen die razend enthousiast waren maar zeker ook de vaders en moeders.

Aan het einde van de middag onder het eten van chips , bezig om de opwinding te verwerken, kwam er nog een verrassing: vrijkaartjes voor een aankomende wedstrijd, luid applaus en gejuich, gericht aan alle spelers, het Graafschapbestuur, M8erhoek en RondomAutisme die deze middag mogelijk hebben gemaakt.


Alles voor je sport!


woensdag 6 november 2013

Broers-en zussenboek

Voor & door brussen met een bijzondere broer of zus

Voor kinderen & volwassenen met een bijzondere broer of zus. Hoe is het om op te groeien in een gezin met een broer of zus met autisme, syndroom van Down, een spierziekte...?

Belangrijk onderzoek toont aan dat het uitwisselen van ervaringen al direct een positieve invloed heeft op hoe brussen zich voelen. Daarom is er nu dit boek! Voor het eerst geven 36 brussen (van 6 tot 69 jaar) een uitgebreide kijk in hun leven én gedachten. Handvaten maken dit een zeer herkenbaar en inzichtelijk boek voor alle brussen en hun verwanten, en hulpverleners. Onmisbaar!

Het eerste Nederlandstalige boek over dit onderwerp. Met interessante interviews, onder andere met Barry Atsma. Toegelicht door Tinneke Moyson, lector Hogeschool Gent en specialist quality of life van brussen

Journalist en schrijver Anjet van Dijken (1976) heeft een blinde, verstandelijk gehandicapte broer. Ze werkte jaren als assistent van een Tweede Kamerlid en vervolgens als journalist voor De Publieke Zaak en bnr. Anjet schreef dit boek uit een gemis aan contact met andere brussen in haar jeugd. Zij is initiatiefneemster en inspirator van verscheidene platforms voor brussen in de sociale media.



dinsdag 5 november 2013

Minecraft verwelkomt autistische gamers op AutCraft

Minecraft biedt autistische gamers een eigen spelomgeving genaamd AutCraft. De website Autism Daily schrijft dat Mojang en een groep ouders, hun krachten hebben gebundeld voor een speciale server voor autistische gamers.

In het populaire spel bouwen gamers volledige werelden in de tegenwoordig alom bekende pixel-stijl van ontwikkelaar Mojang. Op AutCraft.com bieden de ontwikkelaars autistische gamers een veilige omgeving om ongestoord te spelen. In AutCraft zijn geen monsterste bekennen en daarnaast is het niet mogelijk andere gamers aan te vallen. De ontwikkelaars willen het hiermee makkelijker maken voor autistische spelers om veilig te kunnen gamen.



In tegenstelling tot de reguliere Minecraft server is AutCraft.com niet toegankelijk voor iedereen. Spelers kunnen zich aanmelden via de website van de operator, daarna ontvangen ze een uitnodiging die later toegang geeft tot de server. Momenteel maken 136 autistische gamers gebruik van de dienst.

Naast de veilige omgeving, het ontbreken van monsters en de bescherming tegen aanvallen biedt AutCraft.com een aanspreekpunt. Zo kunnen zij tijdens het spelen vragen en problemen in de spelwereld bespreken. AutCraft is deels bedoeld om autistische gamers opeen gespecialiseerde wijze te laten gamen met andere spelers.

Bron: Autism Daily | Stuart Duncan




ADHD, wat nu..?: Vlaamse CLB bezorgd om wildgroei alternatieve coaches

Van leer- en concentratieproblemen tot dyslexie en ADHD: voor elk probleem van leerlingen staat er tegenwoordig wel een kindercoach klaar. “Wij helpen ouders die door de lange wachtlijsten niet terechtkunnen bij het CLB of de school”, zeggen ze. Toch maken professionele hulpverleners zich zorgen over hun opmars. “Velen hebben niet genoeg bagage om echte problemen aan te pakken.”

ADHD, wat nu..?: Vlaamse CLB bezorgd om wildgroei alternatieve coac...: Van leer- en concentratieproblemen tot dyslexie en ADHD: voor elk probleem van leerlingen staat er tegenwoordig wel een kindercoach klaar. “...

maandag 4 november 2013

Geen reden om mensen met autisme uit te sluiten

OPINIE - De auteur Alex Henkelman woont in Eindhoven en werkt met mensen met autisme.

'Er is geen enkel beroep uitgesloten voor mensen met ASS, met de juiste aanpassingen is alles mogelijk', aldus Tony Attwood, autisme-deskundig klinisch psycholoog (2007). 'Het stigma is dat het alleen ict'ers zijn. Maar in werkelijkheid kunnen ze in alle denkbare beroepsgroepen aan het werk. Hoe het werk is ingericht, hoe ze begeleid worden, hoe de collega's er mee omgaan is veel meer bepalend voor het succes dan de inhoud van het werk', uit 'Werken met autisme', Advisie, juli 2013 door AKC, UMCG en UWV.


Bij de mensen die verstand van autisme hebben is het al lang bekend dat mensen met autisme binnen alle beroepsgroepen kunnen werken en bovendien ook altijd al gewerkt hebben.

Toch knap dat sommige scholen menen andere conclusies te kunnen trekken. Je zou er toch van uit mogen gaan, dat juist op scholen hele verstandige mensen werken.

In het ED-artikel over auti-weigerscholen (ED 25 oktober) staat: 'Een beroep met intensief menselijk contact, zoals kinderopvang, verhoudt zich moeilijk tot autisme.'

Op dezelfde manier kun je zeggen dat het werken in de kinderopvang door de duidelijke structuur, taken en rollen, juist heel goed past. Bovendien zitten in de kinderopvang ook kinderen met autisme, die veel baat hebben bij de aanwezigheid van leiders of leidsters met autisme. Dat het op sommige scholen blijkbaar vaak fout gaat, zou vooral moeten leiden tot zelfreflectie van deze scholen.

Mensen met autisme hebben geen enge ziekte. Zij vormen geen wereldvreemd, curieus groepje, maar zijn alom vertegenwoordigd en vormen net zo'n diverse groep als mensen zonder autisme.

Veel mensen proberen autisme te begrijpen aan de hand van gedrag, maar er bestaat niet zoiets als autistisch gedrag. De term autisme zegt alleen iets over de manier van informatie verwerken door de hersenen. Zwart-wit gesteld start de informatieverwerking van mensen met autisme bij de details (bottom up) en starten mensen zonder autisme bij de grote lijnen (top down). Beide manieren zijn gelijkwaardig en hebben zowel sterke kanten als valkuilen. We moeten er een keer mee ophouden te proberen mensen met autisme in een hokje te stoppen, want er is helemaal geen hok. Autisme is een medische, diagnostische kapstok, die in het dagelijks leven vooral een negatieve lading heeft gekregen.

Er zijn mensen met autisme die fors gehandicapt zijn. Maar er zijn er ook die, met of zonder diagnose, op zeer hoog niveau functioneren. Mensen met autisme zijn vooral gewoon mensen, eventueel met een gebruiksaanwijzing, maar wie heeft die eigenlijk niet?

Als mensen met autisme al iets zijn, dan is het een bovengemiddeld talentvolle groep. Talenten zijn vaak gekoppeld aan anders zijn.

Als scholen zeggen voor kwaliteit te gaan, dan is dat een reden te meer om vooral voor mensen met autisme te kiezen.





vrijdag 1 november 2013

Hyperintelligent en soms sprankelend'

Op zoek naar goede opvang voor Manasse

‘Mijn zoon Manasse (22) is een nakomertje’, vertelt Franzje Polak. ‘Hij is heel intelligent, en op allerlei manieren verrassend. Hij kon voor zijn tweede jaar al lezen. Ik ben zelf lerares en heb veel onderwijservaring, ook op speciale scholen. Dus schrok ik erg toen ik een keer voor het raam van de kleuterklas stond en zag dat hij als een dweil op de grond lag terwijl de andere kinderen naar een verhaal luisterden. Er waren wel meer van die voorbodes. Maar thuis was het vaak een heel rustig en sociaal kind, dat je recht aankeek en een prima taalgebruik had.’

Een test door een orthopedagoog leverde niets op. ‘Omdat hij in één op één situaties heel alert was dacht zij dat er niets aan de hand was.’ Op zijn zevende werd Manasse opnieuw getest, in het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag. ‘Ik zal het nooit vergeten: telefonisch kregen we te horen dat hij een zeer ernstige autistische stoornis had. We stonden perplex, en waren woedend. We gingen dan ook niet in op de uitnodiging om hem op te laten nemen, en medicatie te geven.’
Later diagnosticeerde het RIAGG Manasse preciezer. Hij heeft het syndroom van Asperger.

Dwangneuroses
Het lukte Manasse de basisschool te doorlopen. Vervolgens ging hij naar een klein Gymnasium, waar hij nog twee jaar afmaakte. ‘Hij kreeg steeds meer dwangneuroses. Hij bleef bijvoorbeeld heel lang op het toilet, en legde daar overal papiertjes neer. Hij weigerde ook te schrijven: proefwerken deden ze mondeling. Je begrijpt niet wat er aan de hand is, want aan de andere kant is daar die enorme intelligentie. Hij heeft alles door, heeft een fotografisch geheugen, en schat ook menselijke verhoudingen goed in.’

Naast de dwangneuroses was er een tweede patroon zichtbaar. Wanneer Manasse nieuwe ervaringen opdeed waren er weinig problemen. Maar zodra hij de lesstof doorhad, of ervaringen zich herhaalden, kwam hij in opstand en ging hij ‘klooien en vervelend doen’. Dat leidde tot dusdanig storend gedrag, dat hij op school niet meer te handhaven was.

Dus ging hij op zijn 14e naar een school voor speciaal onderwijs voor onder meer hoogbegaafden. Maar ook daar bleek hij niet te handhaven. ‘Naarmate hij de puberteit vorderde werd hij steeds dwangmatiger.’ Een jaar later ging Manasse naar De Steiger in Dordrecht, een behandel- en expertisecentrum voor autisme. Daar ging hij wonen, en er was een speciale school aan verbonden. ‘Helaas kregen we al snel klachten dat hij zó dwangmatig was, dat hij niet te handhaven was. Ze hebben hem medicatie gegeven, maar die hielp helemaal niet.’

Op zijn 16e kwam Manasse weer thuis wonen. Het was de bedoeling om hem poliklinisch medicatie toe te dienen. Dat gebeurde bij De Jutters, een jeugd-GGz instelling in Den Haag. Maar eerst moest de medicatie van De Steiger worden afgebouwd. ‘Dat was een antidepressivum in hele hoge dosering. Bij de afbouw werd hij erg depressief.’ Vervolgens werd - onder begeleiding van een psychiater - een hele serie medicijnen uitgeprobeerd en weer afgebouwd. ‘Niets hielp, er kwamen alleen meer problemen, deels door die medicijnen. Van één medicijn kreeg hij hartfalen. Ook kon hij zijn urine niet meer ophouden. Op een gegeven moment stond hij op één been in de gang, helemaal verstard.’ Inmiddels kreeg Manasse een Persoons Gebonden Budget, waarvan hij thuis les kreeg. ‘Maar zodra hij de docent kende, of de stof geen uitdaging meer voor hem was, haakte hij af. Ook dat patroon werd steeds sterker.’

Katatonie
Na afbouw van een medicijn kreeg Manasse een psychose, en werd hij vlak voor zijn 17e verjaardag opgenomen in het Juliana Kinderziekenhuis. ‘Tijdens de opname kreeg hij zo’n hoge dosering antipsychoticum dat hij alleen nog maar trilde en schokte. Parkinsonisme, een ernstige bijwerking. Ik ben heel boos geworden, en gelukkig hebben ze hem een tegenmiddel gegeven.’

Manasse bleef driekwart jaar opgenomen. ‘Hij werd een soort zombie, kon niet meer staan, had een luier om. Het was nog maar een schim van de sprankelende, humorvolle jongen die hij kort daarvoor nog kon zijn. En zijn dwangneuroses gingen gewoon door.’

Omdat de behandeling niets uithaalde ging Manasse weer naar huis. ‘Hij was in eerste instantie heel blij, en hij heeft een paar maanden lang enorm zijn best gedaan. Maar al snel kwam de dwang weer terug. En het gaat langzaam maar zeker steeds slechter.’

Waarschijnlijk heeft Manasse nog een bijkomende aandoening: katatonie. ‘Vanuit het Centrum Autisme in Leiden kreeg hij cognitieve therapie voor zijn dwangneuroses, die totaal niet hielp. Maar er was daar wel een psychiater die de diagnose katatonie stelde. Dat is onder meer een soort dwangmatige bewegingsonrust. Ook laat hij zijn urine steeds vaker lopen, terwijl hij geen luier om wil. Het lijkt of hij het leven steeds meer loslaat. Vaak ligt hij de hele dag in bed. Hij draait zijn dag-nacht ritme om, terwijl er nog steeds docenten voor hem komen om in elk geval zijn dagen te vullen.’

CCE
Deze zelfde psychiater wees mevrouw Polak ook op het bestaan van woonwerkvoorziening de Meander. Die biedt beschermd wonen voor intelligente mensen met autisme. ‘Maar voor de relatieve vrijheid daar is de dwang van Manasse al te sterk. Toen hebben we, samen met de psychiater en andere betrokkenen, het CCE gevraagd om mee te denken.

Het CCE heeft eerst uitgebreid de situatie bekeken, en geconcludeerd dat het niet goed mogelijk is om thuis een behandeling te starten. Eigenlijk zou er een aparte voorziening moeten komen voor deze intelligente en heel complexe cliënten. Zo’n voorziening kan bijvoorbeeld een onderdeel van de Meander worden. Daar zijn we nu ongeveer een jaar mee bezig. Het gaat heel langzaam, maar het is heel prettig dat het CCE meepraat en -denkt. Dat geeft je in elk geval het gevoel dat je niet helemaal alleen staat.

Het CCE heeft ook meegeholpen om naar andere alternatieven te zoeken. En via het CCE is geregeld dat er een tijdelijk budget beschikbaar komt, om uit te zoeken hoe Manasse het beste begeleid kan worden en wat zijn mogelijkheden nog zijn. Ik hoop dat de voorziening bij de Meander of iets soortgelijks doorgaat, ondanks de bezuinigingen. Het is al zo vaak misgegaan met de zorg voor Manasse. Ik ben ervan overtuigd dat zijn ziekte daardoor verergerd is.’

Tekst: Adri Bolt
Bron: www.cce.nl


Het CCE is er voor mensen die langdurig complexe zorg nodig hebben en in een uitzichtloze situatie terecht dreigen te komen. Er is dan vaak sprake van probleemgedrag.

Het 
CCE heeft een uitgebreid netwerk van deskundigen die zorgverleners advies op maat bieden en die kunnen helpen bij de uitvoering ervan. Jaarlijks doen wij ongeveer 1.200 consultaties. 





donderdag 31 oktober 2013

Melatonine bij inslaapproblemen

Werking/Indicatie
Het tijdtip van inslapen en ontwaken wordt in belangrijke mate gereguleerd door de inwendige klok (biologische klok). Deze biologische klok wordt ingesteld door melatonine. Deze stof wordt afgescheiden door de pijnappelklier in de hersenen als het donker wordt en bereikt zijn maximum rond 3 uur 's nachts. Eén tot 2 uur na het begin van de melatonine productie treedt er slaperigheid op. De inwendige klok wordt beïnvloed door de lichtintensiteit. Daglicht legt de melatonineproduktie stil; afnemend licht maakt de pijnappelklier actief. Om in te kunnen slapen is een bepaalde hoeveelheid melatonine nodig. Chronische inslaapproblemen komen bij 10 % van de gezonde kinderen voor, bij ca. 20 % van de kinderen met ADHD en bij ca. 33 % van de kinderen met ADHD die met een psychostimulans (zoals Ritalin) behandeld worden.

Stoornissen in het slaap-waak-ritme komen bij talloze stoornissen voor: blindheid, verstandelijke handicap, autisme, ADHD, schedelhersenletsel, hersenaandoeningen, depressie. Kinderen met deze aandoeningen hebben gemeen dat ze seintjes van de biologische klok (zoals het dag-nacht-ritme) minder goed of niet goed waarnemen. Bij kinderen met een stoornis in de ontwikkeling van de hersenen bestaat de meeste ervaring met melatonine. Kinderen met ADHD vallen 's avonds moeilijker in slaap, worden 's nachts vaker wakker, terwijl ze rustelozer slapen (dan kinderen zonder ADHD) en hebben de neiging overdag in slaap te vallen. Er zijn aanwijzingen dat bij patiënten met ADHD sprake is van een te laat afgestelde biologische klok en daarmee samenhangend een stoornis in het licht-donker ritme van de productie van melatonine.

Vooralsnog hebben wij besloten Melatonine alleen toe te passen:
  1. Bij kinderen met ADHD bij wie het inslapen later is dan 20.30 uur bij kinderen van 6 jaar (met de leeftijd komt er ieder jaar een kwartier bij, wat uitkomt op 22 uur bij kinderen van 12 jaar). Daarbij is een voorwaarde dat het kind al tenminste een half uur in het donker ligt. Er moet tenminste 4 nachten per week en al meer dan een jaar sprake zijn van problemen bij het inslapen en de slaapproblemen zijn eerst voldoende behandeld met de gebruikelijke slaaphygiëne bevorderende maatregelen (zie slaaphygiënelijst)
  2. Bij kinderen met een andere stoornis dan ADHD die ook aan de onder 1 genoemde voorwaarden voldoen, wordt alleen melatonine voorgeschreven indien er geen alternatief is en de literatuur aannemelijk maakt dat melatonine voor kinderen met deze stoornis en inslaapproblemen effectief en veilig is. Dit betekent dat per geval aan de hand van literatuur wordt uitgezocht of toepassing van melatonine verantwoord is. Er is enige literatuur over inslaapproblemen bij kinderen met epilepsie, autisme, schedelhersenletsel, hersentumoren en enkele genetische afwijkingen.
Effectiviteit
Melatonine is een nog niet geregistreerd geneesmiddel. De reden is als volgt. De stof melatonine is al meer dan 30 jaar geleden ontdekt. Pas enkele jaren geleden kwamen onderzoekers er achter dat de stof goed werking heeft bij een aantal klachten waarvoor geen andere geneesmiddelen zijn. Voor de farmaceutische industrie is het financieel niet interessant in onderzoek naar melatonine te investeren omdat er na 30 jaar geen patent meer op het medicament is. Momenteel loopt er wel onderzoek naar het effect van Melatonine o.a. in het AMC en in ziekenhuis de Gelderse Vallei in Ede. Melatonine is m.n. onderzocht bij groepen kinderen met 'leer- en gedragsproblemen', epilepsie, visuele handicaps. De kans dat de medicatie werkt is ca 80 %. Er is inmiddels literatuur over gunstige resultaten van melatoninebehandeling voor slaapstoornissen bij o.m. patiënten met ADHD, epilepsie, autisme, tubereuze sclerose, hersentumoren, Rett syndroom, Angelman syndroom, schizofrenie, blinde kinderen en kinderen die langdurig opgenomen zijn.

Alternatieven
Er bestaan aangetoond effectieve gedragstherapieën voor slaapproblemen. Behandeling van slaapproblemen met medicatie dient altijd slechts een onderdeel van een bredere behandeling te zijn. Allereerst dient zorgvuldige diagnostiek plaats te vinden en evt. onderliggende problematiek zo mogelijk te worden behandeld. De slaaphygiënelijst kan daarnaast helpen verdere externe factoren, die de slaap nadelig kunnen beïnvloeden, op te sporen. Bij slapeloosheid die optreedt in combinatie met ADHD kan clonidine en in sommige gevallen Ritalin, het inslapen gunstig beïnvloeden. In onhoudbare situaties kan evt. kortdurend temazepam voorgeschreven worden en bij onvoldoende of geen effect hiervan kan nitrazepam worden geprobeerd.

Contraindicaties
Het gebruik van melatonine wordt afgeraden aan zwangere vrouwen of vrouwen die zwanger willen worden, vrouwen die borstvoeding geven, mensen met ernstige lever- of nierfunctie stoornissen, mensen die overgevoelig zijn voor één van de componenten van de tablet of de capsule en mensen met insuline-afhankelijke suikerziekte. Bij kinderen met epilepsie moet voorzichtigheid betracht worden, omdat het de aanvalsfrequentie van toevallen kan doen toenemen.

Interacties
Het is belangrijk door te geven welke geneesmiddelen het kind verder gebruikt, sommige geneesmiddelen kunnen met een verstoord slaap-waak ritme samenhangen. Stopzetting of het innemen op een ander tijdstip (natuurlijk altijd in overleg met de arts die het middel heeft voorgeschreven) kan dan al een vermindering van de klachten betekenen. Van een aantal geneesmiddelen is bekend dat zij de hoeveelheid melatonine die het lichaam zelf maakt (gemeten in het bloed) verlagen: dit zijn beta-blockers, benzodiazepines, clonidine dexamethazon, ethanol en bepaalde ontstekingsremmende middelen (NSAID's). Hierentegen kunnen de volgende middelen de bloedspiegel verlagen: psoralens, chloorpromazine en fluvoxamine.

Evaluatie
Als melatonine ingenomen wordt, wordt 1-2 uur na inname de hoogste bloedspiegel bereikt. De snelheid waarmee het weer uit het bloed verdwijnt, verschilt sterkt van persoon tot persoon, na 30-50 minuten zou de helft de in het bloed opgenomen stof weer verdwenen zijn. Het wordt veelal binnen 1-2 uur duidelijk of melatonine het inslapen bevordert.

Bijwerkingen
Melatonine wordt over het algemeen goed verdragen en geeft weinig bijwerkingen. De volgende bijwerkingen zijn bekend: duizeligheid, misselijkheid, slaperigheid, hoofdpijn, onrustige benen, diarree en verergering van reeds bestaande depressieve klachten. Bij overdosering is waargenomen: versnelde hartslag, moeheid, verwarring, jeuk, daling van de lichaamstemperatuur. Bij langdurige toediening zijn tot nu toe geen tolerantie of onthoudings-verschijnselen waargenomen. Over mogelijke effecten op de lange termijn, m.n. bij toepassing bij kinderen, zijn onvoldoende onderzoeksgegevens bekend. In verband hiermee wordt aan de ouders/verzorgers en het kind zelf indien ouder dan 12 jaar een z.g. informed consent ter ondertekening voorgelegd alvorens met de medicatie te starten. Hiermee wordt vastgelegd dat aan de gebruiker en/of diens verzorger bekend is dat het om een nog niet in Nederland geregistreerd middel gaat.

Voorzorgsmaatregelen
In de verschillende landen is een verschillend beleid t.a.v. deze stof. In sommige landen, zoals in Amerika, is melatonine zonder recept verkrijgbaar bij drogist en apotheek. In Nederland en andere Europese landen wordt melatonine uitsluitend op recept en 'bewustzijnsverklaring' van (gespecialiseerde) artsen in de apotheek verwerkt tot capsules of tabletten. Een 'niet geregistreerd geneesmiddel' wordt niet altijd vergoed door de verzekering of het ziekenfonds. Het kan dus voorkomen dat u deze medicatie zelf moet betalen. Melatonine kan de concentratie verminderen. Het wordt daarom afgeraden binnen enkele uren na inname activiteiten te ondernemen die grote concentratie vergen.

Controles
Er bestaan nog geen duidelijke richtlijnen voor controles, omdat melatonine een nog niet geregistreerd middel is. In verband hiermee en ook vanwege het feit melatonine meestal in het kader van een bredere behandeling of onderzoeksprotocol gegeven wordt, zal de voorschrijvend/behandelend arts regelmatig moeten evalueren op grond van de meest recente literatuur over melatonine of behandeling voortgezet kan worden en tevens dient aan de hand van een medicatiepauze op gezette tijden bekeken te worden of het voorschrijven van melatonine nog steeds noodzakelijk is.

Dosering
Peuters wordt over het algemeen 2,5 mg gegeven, oudere kinderen 5-10 mg (doorgaans 6 mg). In de praktijk geven wij kinderen met een lichaamsgewicht tot 40 kg 3 mg melatonine en kinderen die meer dan 40 kg wegen 6 mg.

Wat te doen bij bijwerkingen
Het kan zijn dat uw medicijnen niet het juiste effect hebben omdat het middel niet werkt of omdat de bijwerkingen te heftig zijn. Indien u vragen hebt over de medicatie, neem dan contact op met uw behandelaar. In ieder geval moet u contact opnemen als er ernstige bijwerkingen zijn. Bijvoorbeeld: bij verwardheid, verergering van een bestaande depressie e.a. onder bijwerkingen genoemde verschijnselen die niet verdwijnen. Ook kunt u de huisarts inschakelen.







donderdag 24 oktober 2013

NVA-enquête gepresenteerd tijdens Autismecongres

“Allemaal autisme, allemaal anders”
NVA Onderzoeksrapport 2013
“Allemaal autisme, allemaal anders”. Zo luidt de titel van het onderzoeksrapport dat de Vrije Universiteit Amsterdam vandaag op het NVA-Autismecongres in Utrecht presenteert. In dit rapport staan de resultaten van een grootschalig onderzoek onder mensen met autisme en hun naasten. Het onderzoek richtte zich op alle levensfasen en levensgebieden en behandelt onderwerpen als diagnostiek, begeleiding, wonen, onderwijs en werk in relatie tot autisme.
Het gaat om de resultaten uit de vierde NVA-enquête, met ruim 4.000 deelnemers de grootste enquête tot nu toe. Het onderzoek is een samenwerkingsproject van de VU en de NVA.
Resultaten uit het onderzoek
De verkregen gegevens bieden waardevolle informatie over het functioneren en welzijn van kinderen en volwassenen met autisme in Nederland. Enkele cijfers:
  • 71% van de mensen met autisme krijgt individuele begeleiding via AWBZ, straks via gemeenten
  • 67% van de mensen met autisme ontvangt mantelzorg
  • 41% heeft behoefte aan begeleiding en behandeling die (nog) niet wordt verkregen
  • 28% van de volwassenen met autisme heeft regulier betaald werk
  • 19% van de volwassenen met autisme heeft geen structurele dagbesteding of werk
  • van die groep 'thuiszitters' heeft 63% een hogere intelligentie (IQ van 116 of hoger)
De aanbevelingen in het rapport worden door de NVA gebruikt in de belangenbehartiging voor mensen met autisme bij onder andere landelijke overheid, gemeenten en zorgverzekeraars.
Klik hier voor een bladerbare versie van het rapport ‘Allemaal autisme, allemaal anders’
Klik hier om het volledige rapport te downloaden (PDF, 560 Kb) ‘Allemaal autisme, allemaal anders’
Het NAR gaat door: doet u mee?
NAR Logodef
In de enquête werd ook gevraagd of mensen zich wilden inschrijven voor het Nederlands Autisme Register (NAR). Zo’n 1.500 mensen hebben zich inmiddels aangemeld voor deelname aan het NAR. Binnen het NAR kunnen personen met autisme gevolgd worden. Zo kan bij een volgend onderzoek bekeken worden hoe zij zich ontwikkelen, en welke factoren daarmee samenhangen. Inschrijven voor het NAR is nog steeds mogelijk, lees meer informatie op www.nederlandsautismeregister.nl




woensdag 23 oktober 2013

Roc’s weren bewust autistische leerlingen

Mbo-opleidingen houden welbewust studenten met autisme buiten de deur. Dit blijkt uit een onderzoek in opdracht van de Start Foundation, oprichter van het zogeheten ‘meldpunt Autiweigerscholen’ waar deze zomer 176 klachten binnenkwamen. De meeste klachten gaan over Regionale Opleidings Centra, roc’s.

Bij het meldpunt konden studenten die meenden dat zij vanwege hun autisme zijn geweigerd door een beroepsopleiding een klacht indienen. Minimaal zestig procent van de klachten blijkt terecht, zo stelt onderzoeksbureau Toetsen, Meten en Weten op basis van een analyse van de meldingen.

AUTISTISCHE LEERLINGEN PERSOONLIJK GEWEIGERD
Scholen vertelden - dit gebeurde meestal mondeling - deze jongeren expliciet dat ze vanwege hun autisme niet aan de opleiding konden beginnen. Of dit bleek uit mededelingen als ‘Wij kunnen deze student niet de juiste begeleiding bieden’ of ‘Deze student zal straks geen stageplek kunnen vinden.’

In werkelijkheid ligt het percentage gediscrimineerde studenten volgens het bureau vermoedelijk veel hoger, rond de negentig procent. Veel scholen gaven helemaal geen reden voor de afwijzing, of ze volstonden met de mededeling dat een leerling ‘ongeschikt’ is. Volgens het rapport is het aannemelijk dat ook in deze gevallen autisme de reden voor de afwijzing was.

De MBO-Raad wil nog niet inhoudelijk reageren op het rapport. “Wij gaan het eerst serieus bestuderen”, zegt voorzitter Jan van Zijl. Van Zijl zegt niet op de hoogte te zijn “van wat scholen moeten doen en laten” in verband met studenten met een beperking. “En ik vraag mij af of scholen dit zelf allemaal precies kunnen weten”, zegt hij.

WEIGEREN STUDENTEN MET BEPERKING STRAFBAAR
Het weigeren van een studenten met een beperking is strafbaar op grond van de wet gelijke behandeling gehandicapten en chronisch zieken. Volgens Marysha Molthoff van het College voor de Rechten van de mens zijn scholen verplicht om te eerst te onderzoeken welke aanpassing zij voor een studenten met een beperking kunnen doen. Pas als die aanpassingen ‘onevenredig’ blijken te zijn, zoals een ingrijpende verbouwing om een lift te kunnen bouwen, mogen zij een student weigeren.

“Veel studenten worden geweerd vanwege beperkingen als dyslexie of dyscalculie”, zegt Molthoff. “Het probleem is groot. Helaas maakt een minderheid er echt werk van, bijvoorbeeld door naar ons te stappen.” Volgens Molthoff geldt bij ‘gerede vermoedens’ van discriminatie een omgekeerde bewijslast voor scholen. “Zij moeten dan bewijzen dat het niet zo is.”

111 KLACHTEN IN TOTAAL
Vrijwel alle klachten bij het meldpunt Autiweigerscholen gaan over mbo-opleidingen. Opvallend is dat de helft van de meldingen uit Noord-Brabant afkomstig is. Volgens de Start Foundation, een maatschappelijk investeerder die zelf in Eindhoven is gevestigd, heeft dit te maken met de grote media-aandacht voor het meldpunt in deze regio. Over SintLucas, een Eindhovense mbo-opleiding voor creatief-technische beroepen, zijn de meeste klachten binnengekomen over onterechte weigeringen, veertien.

Het onderzoek is gebaseerd op in totaal 111 klachten van 92 jongeren. De overige klachten bleken over andere opleidingen te gaan, of waren afkomstig van studenten van wie niet duidelijk was of zij inderdaad een vorm van autisme hebben. De onderzoeker heeft geen contact gehad met de scholen.

Bron: NRC




maandag 21 oktober 2013

Studentenhuizen voor mbo'ers met autisme (Capito Wonen)

In Groningen opent het eerste studentenhuis voor mbo'ers met autisme in november zijn deuren.

In het huis is plaats voor zeven bewoners. De autistische leerlingen gaan onder begeleiding werken aan hun zelfstandigheid. De verwachting is dat dit ook hun studie ten goede komt.

Het initiatief voor het mbo-studentenhuis is afkomstig van Capito Wonen, een organisatie die zich ook in andere steden richt op de begeleiding van mbo-studenten met autisme.

Huizen van Capito Wonen
Capito Wonen heeft huizen op verschillende plekken in Nederland. Informeer naar de beschikbaarheid voor deze locaties door contact op te nemen via telefoon, email of het aanmeldformulier.

Reeds geopend:
  • Arnhem 1
  • Nijmegen 1
  • Utrecht 1
  • Breda
  • Rotterdam 1
  • Maastricht
  • Den Haag
  • Utrecht 2
  • Nijmegen 2 (open 14 oktober 2013)
  • Groningen 2 (open 4 november 2013)

Afhankelijk van het aanbod van woningbouw verenigingen, opent Capito in 2013-2014 huizen in:
  • Zwolle, najaar 2013
  • Dordrecht, verschoven naar kerstvakantie 2013
  • Eindhoven (zoeken dringend geschikte woonruimte)
  • Rotterdam 2e locatie, december 2013
  • Tilburg, zomer 2014
  • Enschede, zomer 2014

Voor 2014 en 2015 onderzoekt Capito de mogelijkheden om o.a. te openen in:
  • Leiden
  • Amsterdam
  • Haarlem
  • Amersfoort
  • Almere
  • Den Bosch
  • Apeldoorn/Deventer
  • Arnhem 2e locatie

Geef nu alvast je interesse aan voor bovengenoemde steden door het aanmeldformulier vrijblijvend in te vullen. Van aanmelding t/m plaatsing kan afhankelijk van jouw situatie 3 tot 6 maanden in beslag nemen.

Ook voor steden die hierboven niet genoemd zijn, kun je jezelf aanmelden. Hoe meer aanvragen, hoe eerder er in die stad gezocht wordt naar een woning.

Heb je interesse of zou je meer willen weten over Capito Wonen? Neem dan contact op door het formulier bij Aanmelden in te vullen.

Houdt ook de MEE Woonwinkel in de gaten voor een actueel overzicht.




zondag 20 oktober 2013

"Het is alsof ik bij alles een spannend muziekje hoor"

De komende jaren wordt het voor studenten makkelijker om een kamer te vinden. Volgens de bedrijven die studentenkamers verhuren groeit het aantal kamers nu harder dan het aantal studenten. En opvallend, steeds meer studenten met autisme gaan op kamers. Vier jaar geleden was er nog maar 1 studentenhuis speciaal voor autisten, inmiddels zijn het er al meer dan 30.








vrijdag 18 oktober 2013

‘Veel meer meisjes autistisch’

Voor iedere vier jongens die volgens de dokter autistisch zijn, is er één meisje dat te horen krijgt dat ze deze stoornis heeft. En dat is gek, zeggen Australische onderzoekers. Autisme kent geen biologische component, dus zouden jongens en meisjes het even vaak moeten krijgen. Misschien zijn we gewoon niet zo goed in het ontdekken van deze afwijking bij meisjes.

Om te kijken of autisme zich op dezelfde wijze uit bij jongens en meisjes werd een groep autistische kinderen twee keer getest. De helft van de groep bestond uit meisjes. Bij beide tests bleken jongens en meisjes dezelfde symptomen te hebben. Er moet dus iets anders aan de hand zijn.

Volgens de Australiërs wordt autisme vaker ontdekt bij jongens omdat die in veel gevallen hyperactief zijn. Dat gedrag valt op en leidt tot een bezoekje aan de dokter en de diagnose autisme. Meisjes zijn rustiger, maar hebben ondertussen dezelfde stoornis.

Autistische kinderen zijn slecht in sociale interactie en communicatie. Ze hebben veel rituelen (al het speelgoed moet altijd op een rijtje staan) of ze vertonen dwangmatig gedrag. Dat valt bij jongens veel meer op, zo schrijven de Australische psychiaters in het vakblad Journal of Autism and Developmental Disorders. Meisjes die slecht communiceren worden gezien als gewoon bescheiden.

Het aantal diagnoses van autisme is de afgelopen 20 jaar explosief gestegen. Als meer meisjes te horen krijgen dat ze het hebben, zal het leger gediagnosticeerde autisten alleen maar verder groeien.

Bron: Faqt




woensdag 2 oktober 2013

'Autistische kinderen slapen slechter'

Kinderen met een autismespectrumstoornis slapen korter en worden ’s nachts vaker wakker dan leeftijdsgenoten zonder een vorm van autisme. Dat blijkt uit een onderzoek van onder andere de University of Bristol, zo meldt plusonline.

De onderzoekers gebruikten gegevens van meer dan 14.000 kinderen die in 1991 en 1992 geboren werden in Zuidwest-Engeland. Alle ouders beantwoordden vragen over het slaappatroon van hun kinderen toen ze 6, 18, 30, 42, 69, 81, 115 en 140 maanden oud waren. De vragen gingen onder andere over hoe laat ze naar bed gingen en weer opstonden en hoelang ze overdag sliepen.

​Autismespectrumstoornis
Van deze kinderen hadden er tegen de tijd dat ze 11 jaar waren 68 de diagnose autisme gekregen: 30 klassiek autisme, 15 een autismespectrumstoornis en 23 het syndroom van Asperger. De onderzoekers baseerden hun uiteindelijke analyse op 39 kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) en 7043 leeftijdsgenoten zonder een vorm van autisme.

​Vaker wakker
Tot een leeftijd van 30 maanden bleek er geen verschil te zijn. Vanaf 30 maanden sliepen kinderen met ASS minder lang dan leeftijdsgenoten zonder een vorm van autisme. Tot 140 maanden hield het grootste verschil aan, namelijk 43 minuten.

Ze werden ’s nachts ook vaker wakker. Toen ze 81 maanden waren, werd 10 procent van de autistische kinderen minstens drie keer per week wakker, tegenover 0,5 procent van de kinderen zonder autisme. Tot in hun tienerjaren sliepen degenen met ASS dagelijks gemiddeld 20 minuten korter.

​Melatonine
Mogelijk is bij sommige kinderen met ASS de productie van het slaaphormoon melatonine verstoord. Mogelijk beïnvloedt korter slapen de neuronale ontwikkeling.

De resultaten van het onderzoek verschenen in de Archives of Disease in Childhood.






zaterdag 21 september 2013

Autistisch meisje in isoleercel wegens geen plaats in jeugdinstelling

Een 13-jarig, zwaar autistisch, meisje uit Oost-Vlaanderen verblijft wegens plaatsgebrek in de kinderpsychiatrie al enkele dagen tussen drugsverslaafden en geïnterneerden in een psychiatrische instelling voor volwassenen, zo melden Het Nieuwsblad en De Standaard vandaag. Minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx belooft zo snel mogelijk een oplossing te vinden voor het plaatstekort binnen de kinderpsychiatrie.

Het meisje verbleef in een instelling in Brugge, maar daar vreesden ze dat ze zichzelf of anderen iets zou aandoen. Een jeugdrechter beval daarom de gedwongen opname, maar omdat er nergens een plaats vrij was in de opvangplaatsen voor minderjarigen, werd het meisje naar een psychiatrisch centrum voor volwassenen gebracht.

"Dit is een schrijnende situatie", geven de Broeders van Liefde uit Zelzate toe. "Dat meisje hoort hier helemaal niet thuis." Haar moeder is helemaal wanhopig. "Mijn kind moet dringend geholpen worden, maar wat doen ze met mijn dochter? Ze steken haar in een isoleercel op een afdeling tussen psychopaten en drugsverslaafden."

Oplossing
"De bedoeling is zo snel mogelijk een oplossing te zoeken omdat het meisje daar niet op een goede plaats zit", zegt Raf De Rycke, gedelegeerd bestuurder van de vzw Broeders van Liefde. "Maar we konden door omstandigheden niet anders dan het meisje opnemen. Enerzijds heb je de ziekenhuiswet die zegt dat jongeren onder de 15 jaar niet in de volwassenenpsychiatrie opgenomen mogen worden, anderzijds mogen we een bevelschrift van een jeugdrechter ook niet zomaar naast ons neerleggen. Er werd hier een beetje foutief gebruik gemaakt van de wet op de gedwongen opname om in een instelling binnen te geraken."

De Rycke zegt dat er ondertussen contact gelegd werd met allerlei diensten om een oplossing te zoeken en dat er gespecialiseerde kinderpsychiatrische ondersteuning gevonden werd. Het meisje wordt opgevangen in een "comfortkamer" en komt niet in contact met volwassen patiënten.

De jeugdrechter moet binnen tien dagen een bezoek brengen aan het psychiatrisch centrum om te oordelen of een langere gedwongen opname nog nodig is. De rechter kan dan beslissen om de collocatie met veertig dagen te verlengen.

Doorgedreven samenwerking
Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen wil dat er een doorgedreven en onvoorwaardelijke samenwerking komt tussen de (Vlaamse) jeugdhulp en de (federaal gefinancierde) kinder- en jongerenpsychiatrie. Om die samenwerking te stimuleren, heeft Vandeurzen vorige week een projectoproep gelanceerd.

Vandeurzen wijst erop dat gesloten instellingen voor kinderpsychiatrie een federale bevoegdheid zijn. Omdat er in die gesloten instellingen voor kinderpsychiatrie onvoldoende plaatsen zijn, belanden er soms minderjarigen in de Vlaamse gemeenschapsinstellingen.

Juiste hulp
Hij pleit voor een betere samenwerking tussen de Vlaamse jeugdhulpinstellingen en de federale instellingen voor kinder- en jongerenpsychiatrie. Volgens hem is er een gedeelde verantwoordelijkheid om te zorgen dat jongeren met complexe hulpnoden de juiste hulp krijgen. Om de samenwerking tussen de verschillende instellingen te bevorderen, lanceerde Vandeurzen vorige week nog een projectoproep (met in totaal 500.000 euro voor 5 projecten). Doel is dat er voor jongeren met complexe hulpvragen combinaties van hulp en flexibele trajecten kunnen gerealiseerd worden.

Vandeurzen steunt voorts de gemeenschappelijke verklaring van de verschillende ministers van geestelijke gezondheidszorg voor de realisatie van netwerken en zorgcircuits in de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren. Ook Raf De Rycke van de Broeders van Liefde haalt het voorval aan om nogmaals een oplossing te vragen voor de wachtlijsten in de kinderpsychiatrie, al geeft hij ook toe dat er al heel wat inspanningen geleverd werden.

Mobiele equipes
"Er moeten ook meer inspanningen komen op het vlak van samenwerking tussen verschillende actoren die zich bezighouden met kinderen met psychiatrische problemen. Naar analogie met wat bestaat voor volwassenen, zouden bijvoorbeeld ook voor kinderen mobiele equipes opgericht kunnen worden, zodat bij instellingen of thuis zorg aangeboden kan worden, om op die manier een opname of heropname te voorkomen."

De Rycke zegt dat er zoveel mogelijk moet ingezet worden op preventie, maar dat er ook meer wetenschappelijk onderzoek nodig is. "We moeten de oorzaken nagaan van de steeds toenemende vraag naar psychiatrische zorg voor jongeren", klinkt het.






Zoeken in Bol.com