Mijn jongste zoon heeft autisme. Als ik hem twee dingen tegelijk vraag, loopt het mis en begint de agressiviteit. Als ik één ding per keer vraag, gaat het perfect. Als we onze plannen voor het weekend last minute omgooien, dan is hij onhandelbaar. Op feestjes weet hij niet hij zich moet gedragen, en gaat hij erg onhandig om met sociale contacten.
Zijn omgeving bestempelt hem als een druktemaker. Hij is te bruut, te agressief. Op zijn vorige school zei de directie dat hij gedragsproblemen had. Tot hij van school werd gestuurd, de zoveelste afwijzing.
Mijn zoon is niet ‘onhandelbaar’. Hij heeft niet minder mogelijkheden, laat staan dat hij mindervalide is. Het zijn wij die ons moeten aanpassen aan zijn anders-zijn. Zo is hij bijvoorbeeld heel creatief, hij heeft een gigantisch oog voor detail en hij kan prachtig tekenen. Als we in ons gezin voor een aankoop staan en we willen prijzen vergelijken, dan bezorgt hij ons een compleet overzicht. Hij heeft een ongelooflijk potentieel. Is hij door zijn autisme dan minder dan wij? En zijn wij zoveel beter? Nee, toch?
Ik heb ongelooflijk veel geleerd van mijn zoon. Autisme is geen ziekte, maar een ander soort gedrag. We moeten stoppen met te denken dat wij normaal zijn, en zij niet. Daarom ben ik zo getroffen door het werk van Passwerk. Die vereniging stelt mensen met autisme tewerk in IT-bedrijven en zet hun kwaliteiten in voor het testen van software. Wie autisme heeft, beschikt in veel gevallen over de natuurlijke gave om minutieus en repetitief bepaalde handelingen te doen, nodig om software te testen op bugs en dergelijke. Passwerk coacht zijn medewerkers en geeft de nodige omkadering, zodat de beperkingen van de mensen met autisme worden gecompenseerd.
De organisatie bestaat vandaag vijf jaar en verdient mijn volle steun. Ze bewijst dat we een veel leefbaardere, menselijkere en verdraagzamere maatschappij kunnen creëren door de troeven van mensen te benadrukken in plaats van de verschillen. Het uitgangspunt van Passwerk is dat elk individu recht heeft op een volwaardige deelname aan het normale economische circuit, rekening houdend met de competenties van het individu.
Het heeft mij als manager ook anders leren kijken naar mijn medewerkers. Ook ik heb wel eens de fout gemaakt om bij mijn personeel de verschillen te benadrukken. Om mensen in te delen in functie van wat ze minder goed kunnen, in plaats van te focussen op wat ze wel kunnen. Niet iedereen is in staat in dezelfde omgeving te werken, met dezelfde omkadering, in dezelfde tijdsindeling of in hetzelfde soort kantoor. Niet iedereen houdt van een directieve aanpak of van strakke deadlines.
Ik heb van mijn zoon geleerd dat ons gedrag voor hem soms te bedreigend is. Dat in de ogen kijken niet altijd fijn is. Daarom ook vraag ik bij moeilijke gesprekken in ons bedrijf dat medewerkers naast mij komen zitten in plaats van tegenover mij. Om de gelijkenissen te benadrukken, in plaats van de verschillen.
Mijn jongste zoon heeft niet minder, maar andere mogelijkheden. Als we dat beseffen in de manier waarop we met mensen omgaan, privé of professioneel, dan is het leven een heel stuk aangenamer. Toch?
Zijn omgeving bestempelt hem als een druktemaker. Hij is te bruut, te agressief. Op zijn vorige school zei de directie dat hij gedragsproblemen had. Tot hij van school werd gestuurd, de zoveelste afwijzing.
Mijn zoon is niet ‘onhandelbaar’. Hij heeft niet minder mogelijkheden, laat staan dat hij mindervalide is. Het zijn wij die ons moeten aanpassen aan zijn anders-zijn. Zo is hij bijvoorbeeld heel creatief, hij heeft een gigantisch oog voor detail en hij kan prachtig tekenen. Als we in ons gezin voor een aankoop staan en we willen prijzen vergelijken, dan bezorgt hij ons een compleet overzicht. Hij heeft een ongelooflijk potentieel. Is hij door zijn autisme dan minder dan wij? En zijn wij zoveel beter? Nee, toch?
Ik heb ongelooflijk veel geleerd van mijn zoon. Autisme is geen ziekte, maar een ander soort gedrag. We moeten stoppen met te denken dat wij normaal zijn, en zij niet. Daarom ben ik zo getroffen door het werk van Passwerk. Die vereniging stelt mensen met autisme tewerk in IT-bedrijven en zet hun kwaliteiten in voor het testen van software. Wie autisme heeft, beschikt in veel gevallen over de natuurlijke gave om minutieus en repetitief bepaalde handelingen te doen, nodig om software te testen op bugs en dergelijke. Passwerk coacht zijn medewerkers en geeft de nodige omkadering, zodat de beperkingen van de mensen met autisme worden gecompenseerd.
De organisatie bestaat vandaag vijf jaar en verdient mijn volle steun. Ze bewijst dat we een veel leefbaardere, menselijkere en verdraagzamere maatschappij kunnen creëren door de troeven van mensen te benadrukken in plaats van de verschillen. Het uitgangspunt van Passwerk is dat elk individu recht heeft op een volwaardige deelname aan het normale economische circuit, rekening houdend met de competenties van het individu.
Het heeft mij als manager ook anders leren kijken naar mijn medewerkers. Ook ik heb wel eens de fout gemaakt om bij mijn personeel de verschillen te benadrukken. Om mensen in te delen in functie van wat ze minder goed kunnen, in plaats van te focussen op wat ze wel kunnen. Niet iedereen is in staat in dezelfde omgeving te werken, met dezelfde omkadering, in dezelfde tijdsindeling of in hetzelfde soort kantoor. Niet iedereen houdt van een directieve aanpak of van strakke deadlines.
Ik heb van mijn zoon geleerd dat ons gedrag voor hem soms te bedreigend is. Dat in de ogen kijken niet altijd fijn is. Daarom ook vraag ik bij moeilijke gesprekken in ons bedrijf dat medewerkers naast mij komen zitten in plaats van tegenover mij. Om de gelijkenissen te benadrukken, in plaats van de verschillen.
Mijn jongste zoon heeft niet minder, maar andere mogelijkheden. Als we dat beseffen in de manier waarop we met mensen omgaan, privé of professioneel, dan is het leven een heel stuk aangenamer. Toch?
Bron: De Tijd
Geen opmerkingen:
Een reactie posten