Google+ Autisme, wat nu..?: Eetproblemen bij autistische kinderen

woensdag 11 september 2013

Eetproblemen bij autistische kinderen

Als een autistisch kind dat altijd redelijk goed gegeten heeft niet meer wil eten, is het verstandig na te gaan of er mogelijk een lichame­lijke oorzaak een rol speelt. De kinderen zijn dikwijls niet in staat te vertellen wat zij voelen en men moet afgaan op zijn eigen inzicht. Lusteloosheid, een koortsachtige blos, een warme huid, een loop­neus zijn duidelijk tekens, waarop men moet letten.

Een andere reden voor een geringe eetlust - en dit kan bij ieder kind voorkomen - is het eten van te veel snoep en koek tussen de Maaltijden door. Sommige moeders denken dat hun kinderen behoefte hebben aan grotere porties dan zij in wer­kelijkheid willen of nodig hebben. Zij laden het bord van het kind vol niet een portie, geschikt voor een volwassene en zijn dan verbaasd dat het kind slechts de helft opeet. De behoefte aan voedsel is voor ieder kind verschillend. Wanneer een kind een gevarieerde maaltijd eet niet vlees, groente en fruit, ge­zond lijkt en in gewicht toeneemt, is er geen reden tot bezorgdheid ook al eet hij niet zo heel veel.

Eerste kinderjaren.
Eetproblemen komen voor bij nor­male en autistische kinderen. Er zijn echter problemen die het ge­volg kunnen zijn van de autistische stoornis van het kind. Als baby kan hij moeite hebben met zuigen, waardoor het onmogelijk is borst­voeding te geven. Flesvoeding niet een speen niet een grote opening is gewoonlijk gemakkelijker, maar zelfs dan neemt liet voeden veel tijd in beslag. Deze baby’s gaan soms krachtiger zuigen naarmate ze ouder worden. Baby’s die problemen hebben ge­had niet zuigen kunnen een goede eetlust ontwikkelen omstreeks het eerste jaar, maar vast voedsel kan weer problemen geven. Het kan voorkomen dat zij voedsel met klontjes afwijzen. (Dit wordt dikwijls bij zowel kinderen die doof en tegelijkertijd blind gebo­ren zijn gezien, en bij autistische kinderen).

Het lijkt of deze kinderen het moeilijk vinden hun mond- en tongspieren te controleren. Voor het kauwen van grote stukken is een goede coördinatie van deze spieren nodig. Als een kind er niet in slaagt een brok voedsel in zijn mond heen en weer te bewegen, zodat zijn tanden hun werk niet kunnen doen, of een stuk in zijn keel terecht komt waardoor hij bijna stikt, is het niet verwonder­lijk dat hij ieder voedsel weigert en zelfs angstig lijkt om het te probe­ren.

Een moeder ontdekte dat zij de ka­ken van haar jonge kind moest vasthouden en voor hem heen en weer moest bewegen, terwijl hij het voedsel trachtte te kauwen. Dit hielp bij hem en hij leerde goed eten. Bij een dergelijk kind moet klonterig voedsel zeer geleidelijk worden aangeboden, zodat hij er stapsgewijs aan kan wennen. De stukken moeten niet te groot zijn en zijn mond niet te vol, waardoor hij zich onprettig voelt en bang is om te stikken.

In het boek "Teaching the Retarded Child to Talk" geschreven door Julia Molloy, worden eenvoudige spel­letjes om de mond- en tongbewe­gingen te verbeteren beschreven. Zij kunnen van nut zijn voor een kind dat genoeg begrijpt om er aan mee te doen. (Het is belangrijk erop te wijzen dat kinderen niet moeilijkheden bij het bewegen van de mond en bij het kauwen, vat­baar zijn voor tandbederf. Vooral voor hen is een goede tandverzor­ging belangrijk).

Nieuw voedsel.
Eetproblemen kunnen ook veroor­zaakt worden door de weerstand van een autistisch kind tegen ver­anderingen en de neiging tot routi­ne. Zelfs kinderen met een goede eetlust tonen zich wantrouwend ten opzichte van voedsel, dat zij niet kennen. Soms kunnen zij overtuigd worden door iets nieuws te koppelen aan iets bekends. Een meisje wilde bijvoorbeeld chocolademelk pas proberen (en vond het lekker) nadat haar verteld was dat het "chocoladekoffie" was. Zij hield, wel van koffie.

De gezondheidstoestand van een kind loopt geen gevaar als zijn voedselkeus beperkt is, maar hij of zij toch voldoende gevarieerd eet. Het is wel een probleem als de moeder geneigd is voor het kind speciale maaltijden te bereiden terwijl de overige familieleden iets eten wat het kind niet lust. Dit is geen goede oplossing, het is beter kinderen erop te wijzen dat ver­wacht wordt, dat zij hetzelfde eten als de rest van het gezin. Willen ze het aangeboden eten niet, dan krij­gen zij niets. Hoe minder ophef hiervan gemaakt wordt des te be­ter. Men moet streven naar een vriendelijke, overtuigend onver­schillige houding, ook al moet men soms toneelspelen om werkelijke gevoelens te verbergen. Natuurlijk is het van belang tijdens of tussen de maaltijden door niets te geven, waardoor de eetlust van het kind zal verminderen. Maar, geef kinderen nooit meer op hun bord dan zij nodig hebben. Geef ze liever minder, zodat ze nog trek hebben en daardoor genieten van hun voedsel. De porties moeten klein zijn en zonder een blijk van over­dreven vreugde of triomf van uw kant gegeven worden. Net zoals normale kinderen, heb­ben autistische kinderen hun trots.

Een veel groter probleem is het kind, dat slechts een of twee be­paalde gerechten wil eten. Of een kind dat blijft vasthouden aan ba­byvoedsel. Het gekozen voedsel kan voedzaam zijn, zoals vlees en aardappelen, maar kan ook bestaan uit voedingsmiddelen die niet bij­dragen tot een verantwoord en gevarieerd voedingspatroon zoals bijvoorbeeld uitsluitend sla en wafeltjes. Dergelijk vreemde kuren zijn niet van belang, als ze slecht een of twee dagen duren maar als het gewoonte wordt, moet er iets aan gedaan worden.

Medische behandeling.
Medische behandeling is altijd erg moeilijk geweest maar een Australisch kinderarts heeft tezamen met collega’s een uitstekend artikel gepubliceerd, waarin een methode beschreven wordt voor kinderen met zeer ernstige eetproblemen.

Deze kinderen werden in een ziekenhuis opgenomen, zodat zij voortdurend onder strenge medische controle stonden. Bijna alle moeders verbleven eveneens in het ziekenhuis. Deze kinderen kregen voedsel op normale etenstijden. Zij kregen kleine hoeveelheden van het voedsel dat zij tot dat moment weigerden te eten, vermengd met voedsel dat zij wel lustten. Een kind dat alles weigerde behalve pap, kreeg pap plus een kleine hoeveelheid gemalen vlees. Wanneer het kind alleen het voedsel vanuit een fles accepteerde, werd het mengsel met een vinger gegeven. Was het kind gewend van een lepel te eten, dan werd het voedsel op een lepel gegeven. Indien het kind iets niet opat werd het weggenomen tot de volgende maaltijd en tussendoor werd niets gegeven. De kinderen begonnen na enkele dagen te eten ( de langste weigering was 10 dagen). Gedurende die tijd werd de algemene gezondheidstoestand van het kind gecontroleerd en werden speciale onderzoeken gedaan naar de gevolgen van het niet eten.

In het begin hielden sommige kinderen niet van de nieuwe smaak, maar zodra ze eraan gewend waren, aten zij gretig. De hoeveelheid nieuw voedsel werd geleidelijk aan groter tot het een normale maaltijd was. In het begin hadden zij de neiging extra grote porties te eten, maar naderhand raakten zij ge­wend aan normale porties. De moeders gaven hun kinderen de maaltijden, zodra deze bereid wa­ren voedsel tot zich te nemen. Men liet aan de moeders zien, hoe zij met de kinderen konden spelen en nieuwe vaardigheden konden aan­leren, bijvoorbeeld bekertjes stape­len. De eetsituatie werd gebruikt om contact en interactie te bevor­deren.

Vanzelfsprekend waren de moe­ders erg ongerust en bezorgd gedu­rende de tijd dat hun kind voedsel weigerde, maar zodra het probleem was opgelost, waren zij gelukkig en ontspannen. Men liet hen zien, hoe zij zich moesten opstellen ten aanzien van de maaltijden, wan­neer hun kind weer thuis was. Slechts die kinderen, waarvan de moeder niet mee was gegaan naar het ziekenhuis, kregen thuis een terugval. Het totale gedrag van de kinderen verbeterde, zodra zij nor­maal begonnen te eten. Het is belangrijk dat ouders medi­sche hulp zoeken, indien een kind zeer ernstige eetproblemen heeft. De behandeling, die ik beschreven heb, moet in een ziekenhuis uitge­voerd worden door ervaren men­sen, die weten hoe lang een kind zonder gevaar zonder voedsel kan blijven. Hoewel problemen met voeding vrij veel voorkomen, is een zeer extreme weigering van voedsel ge­lukkig zeldzaam.

Een andere manier voor ouders om om te gaan niet ernstige eetproble­men is erin te volharden dat het kind een zeer kleine hoeveelheid van het nieuwe voedsel neemt - al is het maar een theelepeltje - voor­dat hij of zij het eten krijgt wat wel lekker wordt gevonden. Dit kan in het begin tot woede-aanvallen en weerstand leiden, maar door vast­beraden optreden van de ouder zal het kind vrij spoedig deze geringe aanvulling op zijn maaltijd accep­teren. De hoeveelheid voedsel, waar het kind niet van houdt en die gegeven wordt voor de favoriete maaltijd, wordt langzaam en gelei­delijk aan vergroot, zodat mis­schien na een aantal weken het kind verschillende lepels van het nieuwe voedsel neemt. Zodra kin­deren zich realiseren dat zij hun fa­voriete maaltijd krijgen nadat zij iets van het nieuwe voedsel hebben gegeten, kan nieuw voedsel ge­woonlijk met verrassend weinig moeite geïntroduceerd worden. Vaak begint het kind te houden van een grotere verscheidenheid van voedsel en naarmate er meer nieuwe voedingsmiddelen bijko­men, kunnen oude favorieten ge­leidelijk op de achtergrond raken.

Oudere kinderen.
De hierboven genoemde problemen komen vooral voor bij jonge­re kinderen en verbeteren over het algemeen na verloop van tijd. Ou­dere kinderen en adolescenten, die goede vorderingen hebben gemaakt, redelijk goed kunnen praten en begrijpen, kunnen hun eetlust verliezen om heel verschillende redenen.

Autistische adolescenten kunnen dezelfde emotionele problemen hebben als normale tieners,hoewel het voor hen door hun handicap moeilijker is erover te praten en zelf hun problemen op te lossen. Zij worden ongerust, angstig of de­pressief, vooral als er speciale spanningen zijn. Veel mensen ver­liezen bij spanning hun eetlust en een ouder autistisch kind kun te­rugvallen op zijn vroegere eetpro­blemen. Het is dan beter in te gaan op zijn angsten en spanning en niet te veel accent te leggen op hetgeen hij eet.

Ouders die kinderen hebben niet eetproblemen, worden vaak voor vele moeilijke beslissingen gesteld. Zij moeten beoordelen wanneer zij er geen aandacht aan moeten besteden, of tot actie moe­ten overgaan, wanneer aan te drin­gen dat het kind eet en wanneer aan hem zelf de keus over te laten.

Wanneer is een kleine hoeveelheid voedsel voldoende en wanneer is het ontoereikend voor een goede gezondheid? Eten hoort een van de plezierigste momenten te zijn, maar voor sommige ouders zijn de maaltijden een nachtmerrie. Als u ongerust bent en onzeker kunt u het beste de problemen bespreken met een arts, die uw kind goed kent. U kunt bijzonderheden geven over de hoeveelheid voedsel dat het kind wel eet, een gewichtkaart bijhouden, zodat de dokter kan vertellen of het voedsel voldoende is. U kunt dan op de beste manier overleggen hoe met het probleem om te gaan.

Zoals altijd is uw eigen zelfver­trouwen de belangrijkste factor. Autistische kinderen herkennen een kalme, zekere houding bij hun ouders net zo gemakkelijk als nor­male kinderen. Zij voelen zich dan veilig en zijn eerder bereid nieuwe ervaringen te accepteren.

Het laatste probleem dat ik wil noemen is in sommige opzichten makkelijker te hanteren dan het weigeren van voedsel. Sommige autistische kinderen raken erg ge­hecht aan cake, koekjes, zoetigheid of ijs en eisen hun favoriete gerecht op allerlei tijden, ook buiten de maaltijden om. Meestal eten zij de gewone maaltijden eveneens.

Een meisje hield van geglazuurde chocolade cakejes. Zij at met een ongelofelijke snel­heid het glazuur eraf, drukte de resten van de natte cake in haar moeders hand en begon meteen weer te schreeuwen om een vol­gende. Men moet dit probleem aanpakken op dezelfde manier als ieder ander steeds zich herhalend gedrag.

Aan het kind moet nooit eten gege­ven worden tussen de maaltijden door en tijdens de maaltijd krijgt zij het alleen als de andere familieleden het ook eten. Er zullen een aantal woede-uitbarstingen volgen, maar deze zullen overgaan als er geen aandacht aan wordt besteed. Het kind zal zich op den duur realiseren, dat u vast besloten bent en dat het geen zin heeft nog meer energie te verspillen. Zoals met alle problemen is het beter te voorkomen dan te genezen. Essentieel hierbij is: nooit voedsel geven met het doel een reeds begonnen woede-uitbarsting te stoppen.





Geen opmerkingen:

Zoeken in Bol.com