Persoonlijkheidsstoornissen blijken bij jongeren net zo vaak voor te komen als bij volwassenen. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Dineke Feenstra. De ervaren ziektelast en hoge kosten zijn belangrijke argumenten om effectieve behandelprogramma’s voor deze jongeren te ontwikkelen.
In de geestelijke gezondheidszorg (GGz) voor volwassenen, en zeker in klinische settingen, zijn persoonlijkheidsstoornissen een van de meest voorkomende ziektebeelden. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis ervaren vaak veel last en kennen een lage kwaliteit van leven. Inmiddels weten we dat psychotherapie kan leiden tot vermindering van klachten en een verbetering in de kwaliteit van leven bij volwassen mensen met een persoonlijkheidsstoornis.
Diagnose bij jongeren nauwelijks gesteld
Door hulpverleners in de kinder- en jeugd GGz worden persoonlijkheidsstoornissen nauwelijks vastgesteld. Het algemeen heersende idee is dat persoonlijkheidsstoornissen pas na het 18e levensjaar gediagnosticeerd mogen worden. In het veel gebruikte handboek voor psychologen en psychiaters (de DSM-IV) staat echter dat persoonlijkheidsstoornissen ook bij kinderen en jongeren mogen worden vastgesteld.
De resultaten van dit onderzoek laten zien dat dit helemaal te rechtvaardigen is. Persoonlijkheidsstoornissen blijken net zo vaak voor te komen bij jongeren als bij volwassenen. Veel jongeren met een persoonlijkheidsstoornis hebben daarnaast ook andere diagnoses, zoals angst- of stemmingsstoornissen.
Hoge ziektelast en kosten
Jongeren met de diagnose van een persoonlijkheidsstoornis ervaren, net als volwassenen met een persoonlijkheidsstoornis, een hoge ziektelast. Zij ervaren een lage kwaliteit van leven. Een persoonlijkheidsstoornis bij jongeren brengt tevens hoge medische kosten met zich mee. Jongeren met deze diagnose worden vaker opgenomen waardoor de medische kosten al snel oplopen. Veel van deze jongeren lukt het niet om naar school te gaan of om een baantje vol te houden. Dit brengt ook maatschappelijke kosten met zich mee. De omvang hiervan is echter nog onbekend.
Noodzaak effectieve behandeling
Momenteel zijn er nog maar weinig gegevens bekend over effectieve behandelprogramma’s specifiek gericht op deze doelgroep. De ervaren ziektelast en de hoge kosten zijn echter belangrijke argumenten om effectieve behandelprogramma’s voor deze jongeren te ontwikkelen. In dit onderzoek werd een klinische behandelsetting onderzocht. Door klinische psychotherapie lijken deze jongeren beter in hun vel te gaan zitten en ze weten dit resultaat ook na de behandeling vast te houden. De onderzochte klinische setting lijkt vooral tot goede resultaten te leiden voor jongeren met persoonlijkheidsstoornissen uit het ‘angstige’ cluster (cluster C). Verder onderzoek naar en ontwikkeling van effectieve behandelprogramma’s voor jongeren met persoonlijkheidsstoornissen is van groot belang.
Promotie
Dineke Feenstra promoveerde op 17 oktober 2012 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift “Personality disorders in adolescents: prevalence, burden, assessment, and treatment”.
Dineke is psycholoog en werkzaam bij de onderzoeksafdeling VISPD en de Unit Jeugd van de Viersprong, landelijk centrum voor persoonlijkheidsproblematiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten