Gamen is een populaire tijdsbesteding tegenwoordig en ook onder jongeren met een autisme spectrum stoornis. Naast de positieve aspecten die gamen kan hebben (bijv. ontspanning) komen er uit de klinische praktijk ook steeds meer signalen dat het voor sommigen problemen oplevert. Gamen lijkt voor jongeren met een autisme spectrum stoornis extra aantrekkelijk, omdat het maar één vorm van communicatie betreft. Hierdoor is het voor hen vaak beter te begrijpen. De relatie tussen autisme spectrum stoornissen en gamen was voorheen onduidelijk; naar aanleiding daarvan is door de Universiteit Twente een onderzoek gestart. Doel van dit onderzoek was te kijken naar verschillende aspecten van gamen (zoals bijv. speelpatroon en redenen om te gamen) voor deze doelgroep.
Voor dit onderzoek zijn zeven deelnemers geïnterviewd, die allen veel gamen/veel gameden en een autisme spectrum stoornis hadden. Deze deelnemers is gevraagd naar hun door te vragen naar genre games dat ze speelden en hoe vaak ze dat speelden. Ook werd ze gevraagd naar de redenen om te gamen door te vragen waarom ze een game zo leuk vonden en naar de mogelijk ervaren problematiek van het gamen.
Uit de resultaten kwam naar voren dat er vele verschillende soorten games gespeeld worden door de deelnemers. De meest gespeelde waren League of Legends en Battlefield 3. Ook gaven de meesten aan geïnteresseerd te zijn in verschillende genres. Zo speelde de meesten naast een hoofdgenre nog andere games zoals racegames of strategiegames. Er waren qua speeltijd twee groepen: Groep 1 speelt tussen de 15 en 20 uur per week, groep 2 speelt tussen de 20 en de 40 uur per week.
Alle deelnemers noemden ontspanning als belangrijkste reden om te gamen. Ook werden redenen als geld verdienen met games, interesse in de verhaallijn en het kunnen ervaren van irreëele wensen genoemd. Een aantal genoemde redenen zijn mogelijk specifiek voor autisme. Zo noemde een deelnemer contact in de echte wereld lastig te vinden en dit tijdens gamen als makkelijker te ervaren. Ook werden nog niet eerder beschreven redenen als interesse in kunstmatige intelligentie en leren plannen door games genoemd.
De meeste deelnemers gaven aan wel eens langer te hebben doorgespeeld dan vooraf was voorgenomen. Hierdoor werden andere belangrijke zaken (zoals huiswerk of afspraken met vrienden) soms niet na gekomen. Dit leidde dan ook af en toe tot ruzie met anderen.
Voor vragen omtrent het onderzoek kunt u contact opnemen met de onderzoeker, Henri Kornegoor. Zijn email adres is m.j.h.kornegoor@student.utwente.nl
Bron: Autismeplein
2 opmerkingen:
Is een onderzoek met maar 7 deelnemers representatief genoeg om deze conclusies te trekken?
Ik denk dat dit kan vallen onder een pilot-studie. Met 7 deelnemers kun je niet spreken van een wetenschappelijk onderzoek of 'harde' resultaten.
Wel zou er nu verder onderzocht kunnen worden of mensen met een autistisch spectrum statistisch gezien meer van dit soort spelen speelt dan 'normale' mensen. Pas als je iets vergelijkt met een standaard-groep kun je zeggen dat mensen met een autistisch spectrum iets meer of minder doen.
Uit mijn eigen ervaring zie ik ook wel dat de groep met autisme zich ontspant bij dit soort spelen, maar dat is gevoel en geen hard bewijs. Interessant om verder studie naar te doen. En dan vooral naar de positieve effecten, zoals beter kunnen communiceren, beter ruimtelijk inzicht.
Een reactie posten