Waarschijnlijk pakt de prevalentie van autismespectrumstoornissen onder DSM-5 lager uit dan onder de diagnostische criteria van DSM-IV . Dat blijkt uit een analyse door een groep Amerikaanse onderzoekers (Matthew Maenner e.a.) waarvan de resultaten zijn gepubliceerd op de site van JAMA Psychiatry.
In de nieuwe DSM-5 wordt de autistische spectrumstoornis niet meer onderverdeeld in subtypen, zoals autistische stoornis, syndroom van Asperger of PPD-NOS, maar beschouwd als een continuüm van pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Verder onderscheidt DSM-5 bij autisme twee ‘domeinen’ van gedrag: afwijkend gedrag op sociaal-communicatief gebied en de mate waarin gedragspatronen, interesses of activiteiten repetitief zijn.
Maenner e.a. maakten gebruik van een project waarin 8-jarige kinderen op een mogelijke autistische of ontwikkelingsstoornis werden onderzocht. Van de bijna 645.000 kinderen die aan dat onderzoek meededen, kregen er 6577 de diagnose autistische spectrumstoornis bij toepassing van de DSM-IV-systematiek. Van hen kregen 5339 (dat is 81,2%) kinderen de diagnose volgens de nieuwe criteria van DSM-5. Dat percentage was gelijk voor jongens en meisjes, maar hoger voor kinderen met, dan voor kinderen zonder een verstandelijke beperking: 86,6 procent versus 72,5 procent.
Omgekeerd bleken 304 kinderen volgens de nieuwe DSM-5-classificatie te voldoen aan de criteria voor een autistische spectrumstoornis, terwijl ze onder de oude criteria niet als zodanig werden gediagnosticeerd. De onderzoekers rekenen voor dat dit neerkomt op een prevalentie 10 per 1000 volgens de DSM-5-criteria. Dat is een lichte daling ten opzichte van de prevalentie bij toepassing van de DSM-IV-criteria: 11,3 per 1000.
Hoogleraar psychiatrie en autisme-expert Rutger Jan van der Gaag (Radboud Universiteit) plaatst de bevindingen in perspectief. Kijk eens, zegt hij, naar de criteria voor autisme in 1981, bij het verschijnen van DSM-III: die waren zeer strikt. Van der Gaag: ‘De diagnose werd bij 4 op de 10.000 individuen gesteld. Via DSM-III-R naar DSM-IV zijn de criteria verruimd, en is ook onder invloed van autismeonvriendelijke omgevingsfactoren, zoals informatieoverload en een hoog beroep op flexibiliteit, de prevalentie van mensen die gediagnosticeerd worden met een autismespectrumstoornis dramatisch gestegen, tot rond de 1 procent van de bevolking.’
Normen voor stoornissen zijn niet absoluut, waarschuwt Van der Gaag. ‘Zo zijn de huidige normen voor diabetes type 2 strenger dan tien jaar geleden. Of neem de normen voor hoge bloeddruk: die zijn in 2008 dramatisch veranderd. Voordien dachten talloze mensen dat hun systolische druk van 160 mmHg normaal was, omdat hij minder was dan 100 plus hun kalenderleeftijd. De norm is nu op 140 mmHg gesteld en dat genereert enorme groepen nieuwe patiënten met hoge bloeddruk. Dergelijke verschuivingen in de (interne) geneeskunde roepen weinig maatschappelijke discussie op. De verschuivingen in criteria hangen immers samen met voortschrijdend wetenschappelijk inzicht. In de psychiatrie is dat niet anders, maar daar leiden zulke wijzigingen tot heftige maatschappelijke debatten.’
Fred Volkmar, directeur van het befaamde Yale Child Study Center en als voorzitter van de DSM-IV taskforce destijds nauw betrokken bij de formulering van diagnostische criteria voor autisme, voorspelde al in 2012 dat het met de komst van DSM-5 moeilijker zou worden de diagnose ‘autistische spectrumstoornis’ te krijgen. Hij heeft gelijk gekregen, aldus Van der Gaag. Dat heeft consequenties: zoals de verlaging van de criteria voor hoge bloeddruk macro-economische gevolgen heeft gehad, omdat veel meer mensen aan de medicatie moeten, zal analoog daaraan ook de verandering van de criteria voor autisme maatschappelijk gevolgen hebben. In twee opzichten: ‘Economische voordelen voor de gemeenschap, maar tegelijkertijd ook dramatische gevolgen voor de betrokkenen bij wie indicaties voor zorg, ondersteuning en scholing komen te vervallen.’ Misschien is het volgens Van der Gaag daarom aan te bevelen ‘nog eens heel goed na te denken over de waarde van classificaties bij indicatiestelling’.
Bron: medischcontact.artsennet.nl
maandag 27 januari 2014
dinsdag 21 januari 2014
Geen speciaal onderwijs nodig bij ASS of ADHD
Kinderen met leer- en gedragsproblemen zijn niet per definitie beter af op een school voor speciaal onderwijs. Op reguliere scholen boeken zij vaak evenveel vooruitgang in hun gedrag en leerprestaties.
Dat is in ieder geval de conclusie van Regina Stoutjesdijk van de Universiteit Leiden in haar proefschrift. Tot dusver werd vaak gedacht dat kinderen met ADHD of autisme in de regel beter af zijn met de extra begeleiding die ze op het speciaal onderwijs kunnen krijgen. Stoutjesdijk vergeleek de prestaties van kinderen met ASS, ADHD en andere problematiek in het speciaal onderwijs met andere (reguliere) scholen. Op basis van de uitkomsten denkt zij dat meer kinderen dan tot nu toe zich (evt. met leerlinggebonden ondersteuning) ook in gewone klassen goed kunnen ontwikkelen.
Dat is in ieder geval de conclusie van Regina Stoutjesdijk van de Universiteit Leiden in haar proefschrift. Tot dusver werd vaak gedacht dat kinderen met ADHD of autisme in de regel beter af zijn met de extra begeleiding die ze op het speciaal onderwijs kunnen krijgen. Stoutjesdijk vergeleek de prestaties van kinderen met ASS, ADHD en andere problematiek in het speciaal onderwijs met andere (reguliere) scholen. Op basis van de uitkomsten denkt zij dat meer kinderen dan tot nu toe zich (evt. met leerlinggebonden ondersteuning) ook in gewone klassen goed kunnen ontwikkelen.
Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat vooral de thuis-/gezinssituatie en de ouder-/kindrelatie veel invloed heeft op gedragsproblematiek van kinderen in de klas. Daarbij kunnen bepaalde vormen van probleemgedrag ook nog eens zéér belastend zijn voor de thuissituatie.
De uitkomsten lijken dan ook niet alleen te pleiten voor ondersteuning van het kind in de schoolsituatie, maar in veel situaties ook voor ondersteuning van het gezin en in de thuissituatie.
Samenvatting van het proefschrift (pdf)
Bron: Universiteit Leiden
Samenvatting van het proefschrift (pdf)
Bron: Universiteit Leiden
maandag 20 januari 2014
Nul empathie
een theorie van menselijke wreedheid
Waarom zijn sommige mensen kwaadaardig, gewelddadig en wreed tegen anderen?
Simon Baron-Cohen, een van de meest vooraanstaande wetenschappers op het gebied van autisme en psychopathologie, toont aan dat dit komt door een gebrek aan empathie. Dit gebrek heeft een neurologische basis: in het brein van sommige mensen vinden chemische reacties plaats die het fysiek onmogelijk maken zich in anderen te verplaatsen en anderen als volwaardige mensen te zien, met eigen gedachten en gevoelens.
Bij verschillende stoornissen speelt dit gebrek aan empathie een rol, zoals bij borderline-persoonlijkheidsstoornis, narcisme en psychopathie.
Waarom zijn sommige mensen kwaadaardig, gewelddadig en wreed tegen anderen?
Simon Baron-Cohen, een van de meest vooraanstaande wetenschappers op het gebied van autisme en psychopathologie, toont aan dat dit komt door een gebrek aan empathie. Dit gebrek heeft een neurologische basis: in het brein van sommige mensen vinden chemische reacties plaats die het fysiek onmogelijk maken zich in anderen te verplaatsen en anderen als volwaardige mensen te zien, met eigen gedachten en gevoelens.
Bij verschillende stoornissen speelt dit gebrek aan empathie een rol, zoals bij borderline-persoonlijkheidsstoornis, narcisme en psychopathie.
zaterdag 18 januari 2014
Hoe kinderen met autisme hun emoties de baas worden
Kinderen met een autismespectrumstoornis hebben vaak te kampen met psychische en sociale problemen. Hoe zij met hun emoties omgaan speelt hierin een belangrijke rol, blijkt uit het proefschrift van Lucinda Pouw (Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie). Promotie 14 januari 2014.
Emotieregulatie gekoppeld aan psychische en sociale problemen
Pouw onderzocht tijdens haar promotietraject verschillende aspecten van emotieregulatie in kinderen tussen de 9 en 15 jaar oud, met en zonder een autismespectrumstoornis (ASS). Uit haar onderzoek blijkt dat de manier waarop kinderen met een ASS hun emoties reguleren soms op verrassende wijze gekoppeld is aan psychische en sociale problemen, zoals depressie en agressie.
Emoties van anderen onvoorspelbaar
Interessante uitkomsten waren er vooral op het gebied van empathie. De heersende gedachte is dat kinderen met een ASS minder aangedaan zijn door de emoties van anderen. Pouw toonde echter aan dat deze kinderen wel degelijk in dezelfde mate geraakt worden door de emoties van anderen als typische ontwikkelende kinderen. Daarentegen bleken kinderen met een ASS minder goed te begrijpen wat de oorzaken van andermans emoties zijn en kunnen zij zich ook minder goed verplaatsen in anderen. ‘Hierdoor zijn emoties van anderen onvoorspelbaar voor kinderen met een ASS en reageren zij niet altijd gepast’, vertelt Pouw. Dit onbegrip in sociale situaties zorgt voor gevoelens van frustratie en leidt bijvoorbeeld tot agressie.
Vermijding lijkt effectief
Pouws onderzoek liet zien dat kinderen met een ASS meer gevoelens van depressie ervaren dan hun typisch ontwikkelende leeftijdgenoten. Zij onderzocht welke aspecten van emotieregulatie hierbij een rol spelen. ‘We zien dat kinderen met een ASS die op een vermijdende manier omgaan met negatieve gebeurtenissen minder symptomen van depressie hebben. Vermijding lijkt voor hen een effectieve manier om met problemen om te gaan. Maar als zij moeilijke, sociale situaties blijven ontwijken, leren ze geen strategieën om daadwerkelijk met problemen om te gaan. Daarnaast gaan ze zich steeds meer terugtrekken uit de sociale omgeving. Op de lange termijn is dit dus geen goede strategie’.
Sociale wereld inzichtelijk maken
Pouw benadrukt dat we het gedrag van kinderen met een ASS moeten proberen te begrijpen. ‘Dit onderzoek draagt bij aan onze kennis van waarom deze kinderen zich op een bepaalde manier gedragen. Dat geeft handvatten om te begrijpen hoe wij hen kunnen helpen om de sociale wereld inzichtelijker te maken’.
(14 januari 2014/ Lizet Ketelaar)
Emotieregulatie gekoppeld aan psychische en sociale problemen
Pouw onderzocht tijdens haar promotietraject verschillende aspecten van emotieregulatie in kinderen tussen de 9 en 15 jaar oud, met en zonder een autismespectrumstoornis (ASS). Uit haar onderzoek blijkt dat de manier waarop kinderen met een ASS hun emoties reguleren soms op verrassende wijze gekoppeld is aan psychische en sociale problemen, zoals depressie en agressie.
Emoties van anderen onvoorspelbaar
Interessante uitkomsten waren er vooral op het gebied van empathie. De heersende gedachte is dat kinderen met een ASS minder aangedaan zijn door de emoties van anderen. Pouw toonde echter aan dat deze kinderen wel degelijk in dezelfde mate geraakt worden door de emoties van anderen als typische ontwikkelende kinderen. Daarentegen bleken kinderen met een ASS minder goed te begrijpen wat de oorzaken van andermans emoties zijn en kunnen zij zich ook minder goed verplaatsen in anderen. ‘Hierdoor zijn emoties van anderen onvoorspelbaar voor kinderen met een ASS en reageren zij niet altijd gepast’, vertelt Pouw. Dit onbegrip in sociale situaties zorgt voor gevoelens van frustratie en leidt bijvoorbeeld tot agressie.
Vermijding lijkt effectief
Pouws onderzoek liet zien dat kinderen met een ASS meer gevoelens van depressie ervaren dan hun typisch ontwikkelende leeftijdgenoten. Zij onderzocht welke aspecten van emotieregulatie hierbij een rol spelen. ‘We zien dat kinderen met een ASS die op een vermijdende manier omgaan met negatieve gebeurtenissen minder symptomen van depressie hebben. Vermijding lijkt voor hen een effectieve manier om met problemen om te gaan. Maar als zij moeilijke, sociale situaties blijven ontwijken, leren ze geen strategieën om daadwerkelijk met problemen om te gaan. Daarnaast gaan ze zich steeds meer terugtrekken uit de sociale omgeving. Op de lange termijn is dit dus geen goede strategie’.
Sociale wereld inzichtelijk maken
Pouw benadrukt dat we het gedrag van kinderen met een ASS moeten proberen te begrijpen. ‘Dit onderzoek draagt bij aan onze kennis van waarom deze kinderen zich op een bepaalde manier gedragen. Dat geeft handvatten om te begrijpen hoe wij hen kunnen helpen om de sociale wereld inzichtelijker te maken’.
(14 januari 2014/ Lizet Ketelaar)
Bron: Universiteit Leiden
maandag 13 januari 2014
Jongeren met autisme vinden steun bij elkaar
Speciale jongeren met speciale talenten. Zo omschrijven Louise Spillebeen, Charlotte Sanders en Jaron Vandenweghe zichzelf. Allen hebben ze een vorm van autisme. Ze hebben zich verenigd in JonASS.
JonASS, een Vlaamse organisatie onder de koepel van het KVG (Katholieke Vereniging Gehandicapten), groepeert jongeren met autisme spectrum stoornissen vanaf 14 jaar.
Deze jongeren worden nog vaak geconfronteerd met vooroordelen. Bij JonASS leren ze daar mee omgaan.
‘Mensen hebben vooroordelen door onwetendheid. Niet elke autist zit de hele dag op zijn kamer te gamen of muntstukken te tellen. Op school of in de bus hoorde ik vroeger vaak ze zijn daar weer, die debielen. Dat is niet prettig. Bij JonASS zijn die vooroordelen er niet, iedereen kan er zichzelf zijn zonder bang te zijn voor de reacties. We helpen elkaar ook als het nodig is’, zeggen Louise en Charlotte.
JonASS, een Vlaamse organisatie onder de koepel van het KVG (Katholieke Vereniging Gehandicapten), groepeert jongeren met autisme spectrum stoornissen vanaf 14 jaar.
Deze jongeren worden nog vaak geconfronteerd met vooroordelen. Bij JonASS leren ze daar mee omgaan.
‘Mensen hebben vooroordelen door onwetendheid. Niet elke autist zit de hele dag op zijn kamer te gamen of muntstukken te tellen. Op school of in de bus hoorde ik vroeger vaak ze zijn daar weer, die debielen. Dat is niet prettig. Bij JonASS zijn die vooroordelen er niet, iedereen kan er zichzelf zijn zonder bang te zijn voor de reacties. We helpen elkaar ook als het nodig is’, zeggen Louise en Charlotte.
Bron: nieuwsblad.be
Meer informatie: http://www.jonass.be/
vrijdag 10 januari 2014
Rijbewijs kwijt door weigerende psychiaters
CBR overstelpt met telefoontjes van verontruste chauffeurs. Een groot aantal psychiaters weigert nog langer mensen te onderzoeken of ze geschikt zijn achter het stuur te kruipen, sinds de maximale vergoeding daarvoor fors is verlaagd
Duizenden automobilisten dreigen hun rijbewijs kwijt te raken, omdat ze niet medisch gekeurd kunnen worden. Door de nieuwe specialistentarieven hebben sommige psychiaters besloten geen rijbewijskeuringen meer te doen. Die tarieven zouden niet kostendekkend zijn, dat meldt De Telegraaf.
Het CBR zegt overstelpt te worden met telefoontjes van verontruste chauffeurs die geen afspraak kunnen maken bij de psychiaters voor hun verplichte (her)keuring. Hierdoor lopen zij de kans dat ze niet op tijd het rijbewijs kunnen vernieuwen en niet meer mogen rijden.
Het CBR verwijst jaarlijks zo'n 75.000 mensen naar een specialist voor een medische keuring, zoals een oogarts. Ongeveer 8000 mensen moeten worden gekeurd door een psychiater, onder meer door eerder alcoholgebruik (het merendeel), of wegens ADHD of autisme.
De tarieven zijn vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Die kan overigens een bezwaar verwachten van de Orde van medisch specialisten.
In een reactie zegt de NZa dat de tariefswijziging is ingegeven door de vele klachten die binnenkwamen over de kosten van de keuringen. "Mensen meldden dat ze 5 minuten binnen waren geweest, maar wel een rekening kregen van 300 euro", aldus een woordvoerster. "We hebben nu een nieuw systeem uitgedacht met een lager tarief, waarbij we uitgaan van een keuringsgesprek van 15 minuten, 15 minuten voorbereidingstijd en nog tijd voor rapportage." Psychiaters kunnen eventueel nog extra geld in rekening brengen als het gesprek langer duurt, maar dat moeten ze wel duidelijk aangeven tijdens het keuringsgesprek.
"Op deze manier komen we al die mensen tegemoet die voor 5 minuten 300 euro betaalden", aldus de NZa-woordvoerster. Ze benadrukt dat de nieuwe tarieven samen met het CBR en de branche opgesteld zijn.
Duizenden automobilisten dreigen hun rijbewijs kwijt te raken, omdat ze niet medisch gekeurd kunnen worden. Door de nieuwe specialistentarieven hebben sommige psychiaters besloten geen rijbewijskeuringen meer te doen. Die tarieven zouden niet kostendekkend zijn, dat meldt De Telegraaf.
Het CBR zegt overstelpt te worden met telefoontjes van verontruste chauffeurs die geen afspraak kunnen maken bij de psychiaters voor hun verplichte (her)keuring. Hierdoor lopen zij de kans dat ze niet op tijd het rijbewijs kunnen vernieuwen en niet meer mogen rijden.
Het CBR verwijst jaarlijks zo'n 75.000 mensen naar een specialist voor een medische keuring, zoals een oogarts. Ongeveer 8000 mensen moeten worden gekeurd door een psychiater, onder meer door eerder alcoholgebruik (het merendeel), of wegens ADHD of autisme.
De tarieven zijn vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Die kan overigens een bezwaar verwachten van de Orde van medisch specialisten.
In een reactie zegt de NZa dat de tariefswijziging is ingegeven door de vele klachten die binnenkwamen over de kosten van de keuringen. "Mensen meldden dat ze 5 minuten binnen waren geweest, maar wel een rekening kregen van 300 euro", aldus een woordvoerster. "We hebben nu een nieuw systeem uitgedacht met een lager tarief, waarbij we uitgaan van een keuringsgesprek van 15 minuten, 15 minuten voorbereidingstijd en nog tijd voor rapportage." Psychiaters kunnen eventueel nog extra geld in rekening brengen als het gesprek langer duurt, maar dat moeten ze wel duidelijk aangeven tijdens het keuringsgesprek.
"Op deze manier komen we al die mensen tegemoet die voor 5 minuten 300 euro betaalden", aldus de NZa-woordvoerster. Ze benadrukt dat de nieuwe tarieven samen met het CBR en de branche opgesteld zijn.
Bron: Metro
dinsdag 7 januari 2014
Interessante Apps voor mensen met autisme - Autismeplein
Het Autismeplein is onderdeel van het Dr. Leo Kannerhuis, centrum voor autisme. Delen van kennis over online behandelmogelijkheden en kwaliteitsbewaking en toetsing van online behandelmodulen voor mensen met autisme spectrum stoornissen is de belangrijkste taak van het kennisplein.
Op het Autismeplein is o.a. een grote verzameling van interessante Apps te vinden om mensen met autisme het leven makkelijker te maken.
apps Archives - Autismeplein
Op het Autismeplein is o.a. een grote verzameling van interessante Apps te vinden om mensen met autisme het leven makkelijker te maken.
apps Archives - Autismeplein
Abonneren op:
Posts (Atom)