Google+ Autisme, wat nu..?

zaterdag 10 september 2011


Inzicht in de autistische geest


Bewijs dat autistische patiënten problemen hebben met het begrijpen van de bedoelingen van andere mensen.
autisme-theorie
Een studie van neurowetenschappers toont aan dat hoogfunctionerende autistische volwassenen moeite lijken te hebben om morele oordelen in bepaalde situaties te maken.

Specifiek, vonden de onderzoekers dat autistische volwassenen, meer dan niet-autistische personen, de neiging hebben om iemand de schuld te geven voor het accidenteel toebrengen van schade aan een andere persoon.

Dit toont aan dat hun oordeel meer berust op de uitkomst van het incident dan op een goed begrip van de intenties van die persoon, zegt Liane Young, een postdoctorale medewerker en één van de leidende auteurs van de studie die verscheen in de online editie van 31 januari van de “Proceedings van de National Academy of Sciences”.

Bijvoorbeeld, in één scenario kajakken Janet en een vriend in een deel van de oceaan waarin veel kwallen voorkomen.
De vriend vraagt Janet of ze samen een duik in het water zullen nemen. Janet heeft zojuist gelezen dat de kwallen in het gebied onschadelijk zijn, en gaat akkoord met haar vriend om te gaan zwemmen. De vriend wordt gestoken door een kwal en sterft.

In dit scenario vonden de onderzoekers dat mensen met autisme vaker dan niet-autistische mensen de schuld voor de dood van haar vriend bij Janet legden, ook al geloofde Janet vast dat de kwallen onschuldig waren.

Young merkt op dat dergelijke scenario’s de neiging hebben om een breed scala van reacties te ontlokken, zelfs bij niet-autistische mensen.
Er is geen normatieve waarheid over de vraag of ongevallen moeten worden vergeven. Het patroon met autistische patiënten is dat ze zich situeren aan het ene uiteinde van het spectrum,” zegt ze.

De meeste kinderen ontwikkelen een “Theory-of-Mind vermogen (*)” rond de leeftijd van 4 of 5, dit kan experimenteel worden aangetoond met tests.
In het klassieke voorbeeld worden twee poppen, Sally en Anne, getoond aan een kind.
De onderzoeker creëert een situatie waarin Sally een bal legt in een mand en dan weggaat. Terwijl Sally weg is, neemt Anne de bal uit de mand en legt hem in een doos.
De onderzoeker vraagt het kind waar Sally naar de bal zal zoeken wanneer ze terugkomt. Het geven van het juiste antwoord – dat Sally zal kijken in het mandje – vereist een begrip dat anderen overtuigingen hebben die kunnen verschillen van onze eigen kennis van de wereld, en van de werkelijkheid.

Eerdere studies hebben aangetoond dat autistische kinderen dit vermogen later ontwikkelen dan niet-autistische kinderen, als dit al gebeurt, afhankelijk van de ernst van het autisme, zegt professor John Gabrieli, senior auteur van de studie.

Hoogfunctionerende autistische mensen – bijvoorbeeld mensen met een mildere vorm van autisme, zoals het syndroom van Asperger, ontwikkelen vaak compenserende mechanismen om met hun problemen om te gaan bij het begrijpen van andermans gedachten.

De details van deze mechanismen zijn nog onbekend, zegt Young, maar ze laten autistische mensen toe om te functioneren in de maatschappij en eenvoudige experimentele tests te doorstaan, zoals het bepalen of iemand een maatschappelijke misstap heeft begaan.

De scenario’s die werden gebruikt in de nieuwe studie zijn echter zo geconstrueerd dat er geen makkelijke manier is om een verminderde Theory-of-Mind (*) te compenseren.

De onderzoekers testten 13 autistische volwassenen en 13 niet-autistische volwassenen op ongeveer 50 scenario’s die vergelijkbaar zijn met het kwallen voorbeeld.

In een studie uit 2010, gebruikte Young dezelfde hypothetische scenario’s om de morele oordelen van een groep patiënten te testen met schade aan de ventromediale prefrontale cortex (VMPC), een deel van de prefrontale cortex (waar de planning, besluitvorming en andere complexe cognitieve taken optreden).

Deze patiënten begrijpen de intenties van andere mensen, maar ze missen de emotionele verontwaardiging die meestal optreedt in gevallen waarin iemand probeert (maar geen succes heeft) anderen kwaad toe te brengen.
Zo zouden zij bijvoorbeeld iemand die aan een kennis paddestoelen aanbiedt, waarvan hij gelooft dat ze giftig zijn, gemakkelijker vergeven als de paddestoelen achteraf toch onschadelijk blijken te zijn.

Terwijl mensen met autisme niet in staat zijn de informatie te verwerken over de mentale toestand van iemand en te begrijpen dat burgers onschuldige bedoelingen kunnen hebben, is het probleem met VMPC patiënten dat ze deze informatie zouden kunnen begrijpen, maar niet emotioneel kunnen reageren op die informatie“, zegt Young.

Het samenbrengen van deze twee stukken van de puzzel kunnen neurowetenschappers helpen om zich een meer gedegen beeld te vormen van hoe de hersenen moraliteit aanmaken.

Eerdere studies van assistent-professor Rebecca Saxe hebben aangetoond dat de Theory-of-Mind (*) van de geest zich lijkt te bevinden in een gebied van de hersenen genaamd het rechter temporo-parietal junction kruispunt (TPJ).
In nog lopende studies bestuderen onderzoekers of autistische patiënten onregelmatige activiteiten in de TPJ hebben tijdens het uitvoeren van taken die een moreel oordeel vergen.

(*) Theory of mind, oftewel ToM, is het menselijk vermogen om zich een beeld te vormen van het perspectief van een ander en indirect ook van zichzelf. Men maakt gebruik van ToM wanneer men beschrijft wat een ander ziet, voelt of denkt vanuit zijn perspectief. ToM is daarom een noodzakelijke vaardigheid om bijvoorbeeld empathisch te kunnen zijn (je verplaatsen in het gevoelsleven van een ander).

Bron: Autisme Journaal

Geen opmerkingen:

Zoeken in Bol.com